Het is niet mijn gewoonte om willekeurige Kamerleden te volgen. Vanmiddag verscheen in mijn Youtube abonnement een kersverse video, voorstellende het Kamerlid T. Baudet, die begon met te stellen dat de minister van Landbouw, in de Kamer aanwezig, volgens hem de sluipmoordenaar was van de boerenstand. (Nou ja, hij zei het anders, maar het kwam hierop neer.)
De Kamervoorzitter K. Arib riep hem op zijn woorden terug te nemen, maar dat deed hij niet, hij wilde het wel andere formuleren. De politiek leider van Forum kreeg vervolgens kritiek van bijna alle politieke partijen. Alleen SP-Kamerlid Futselaar riep op om gewoon door te gaan met een debat: „Een kind dat voortdurend om aandacht schreeuwt moeten we niet voortdurend belonen met aandacht.” Verstandige man.
En toen kwam het ‘betoog’ van het kind in het kader van de discussie in het parlement over de plannen die het kabinet zich heeft voorgenomen voor de stikstofproblemen waarmee het land kampt en welke plannen dat eigenlijk zouden moeten zijn volgens de commissie Remkes.
Nou, betoog. Het grootste deel van het warrige verhaal bestond uit leugens, pogingen tot het zaaien van verwarring, gehakkel over plantjes die misschien niet tegen stikstof konden, nou ja, we kunnen niet alles overeind houden – en bewuste pogingen om de problematiek niet alleen te bagatelliseren, maar ook belachelijk te maken.
Het bleek dus nog niet tot de Leider van de Nederlandse fascisten te zijn doorhedrongen dat het niet gaat om stikstof, maar om stikstofverbindingen, zoals stikstofoxyden en ammoniak. Stikstof was prima mest, had hij gehoord en inderdaad: om gras goed te laten groeien is onder andere wat stikstof nodig (maar geen schadelijke stikstofverbindingen) en in Nederland wordt de koeienstront, vermengd met urine = ammoniak in de grond gepompt om het kwijt te zijn, niet om de grond te bemesten. De boeren staan aan de rand van de afgrond, zei Baudet, maar goed, een belangrijk deel van die boeren is miljonair door de EU-subsidies en door de winsten op de export van producten die wij zelf helemaal niet nodig hebben. Dus misschien valt het met die afgrond wel mee.
Gelukkig reageerde niemand op zijn verhaaltje, dat dus kant noch wal raakte en de Kamerleden gingen op een verstandige en goedgeïnformeerde manier door met het debat.
De minister. C. Schouten zat er onaangedaan bij.
Tja, iedereen trapt wel eens bijna in een verse hondendrol.
_______