Wat ik trouwens ook een vorm van racisme vind, dat is dat geen enkele Nederlandse tv-zender ooit iets laat zien van de in een groot deel van de wereld populaire politieserie Il Commissario Montalbano. In twintig landen is de serie uitgezonden, veel Europese, in Australië, Argentinië en in de Verenigde Staten – waar de in het algemeen sympathieke en zeer vreedzame en begrijpende commissaris van politie Salvo Montalbano wel enige verwondering zal hebben gewekt.
Sterker: nergens in Nederland zijn de dvd’s met de 36 afleveringen van de serie, die dit jaar eindigt: de schrijver van de boeken waarop de serie werd gebaseerd, Andrea Camilleri is vorig jaar overleden evenals onlangs de regisseur, Sironi en de acteur die in de serie de onmisbare, voortdurend kaartende en cannoli etende lijkschouwer, Pasquano, speelde.
Trouwens, uit interviews met mensen die aan de serie meewerkten blijkt, dat het maken van de opnamen in toenemende mate gehinderd werd door de enorme toeristenstroom die de serie naar Sicilië trok, en dan met name naar de steden waar die opnamen werden gemaakt, de baroksteden in het Zuid-Oosten van Sicilië, zoals Scicli en Ragusa, voorheen doodstille dorpen waarvan de sfeer zo geweldig werd uitgebuit in de serie.
De acteur die Montalbano speelt, Luca Zingaretti, wordt intussen ook wat ouder natuurlijk – de serie heeft 21 jaar gelopen. En op een gegeven moment word je dan te oud om nog geloofwaardig de man te spelen op wie alle vrouwen in de Siciliaanse plaats Vigata (die niet bestaat) verliefd zijn. Nou ja, bijna allemaal. Hij is geen rokkenjager, let wel, hij heeft gewoon een zwak voor (mooie) vrouwen. Het rokkenjagen laat hij over aan zijn plaatsvervanger, Domenico (Mimi) Augello, die weliswaar gelukkig getrouwd is met Beatrice, maar het maken van slippertjes niet kan laten waardoor hij vaak te laat of niet op zijn werk komt of erger in problemen geraakt.
De kern van de ploeg acteurs wordt gevormd door filmacteurs uit Cinecittà in Rome, maar een groot deel van de (vaak niet onbeduidende) bijrollen wordt vervuld door acteurs uit Sicilië zelf, die uiteraard konden zorgen voor een onmisbaar element: het Siciliaanse dialect van ene groot deel van het gesproken woord.
Ook buitenlandse acteurs komen eraan te pas, bijvoorbeeld voor de rol van een vriendin en informele assistente van Montalbano, de Zweedse Ingrid Sjöström en voor de verloofde van Montalbano, Livia Burlando, achtereenvolgens gespeeld door de Duitse actrice Katharina Böhm, en de Zweedse Lina Perned.
Een van de bij het publiek populairste figuren uit de serie is natuurlijk Catarella, telefonist op het politiebureau, die een eigenaardig zelfgemaakt Siciliaans spreekt, geen enkele naam behoorlijk onthoudt, onhandig met deuren knalt, verschrikkelijk onderdanig is en zonder wie de politiemacht van Vigata wat de moderne digitale techniek betreft volledig in het duister zou tasten.
Wie de eerste afleveringen kijkt, zal tot de conclusie komen: het lijkt wel een hoorspel met beeld. Veel van de acties waarover de afleveringen gaan zie je niet – vaak ook omdat ze zich in een ver verleden hebben afgespeeld – maar vertellen twee of drie mensen in beeld aan elkaar, waarbij vaak ook nog nogal absurdistische zijwegen worden ingeslagen en hilarische misverstanden een rol spelen. Een aantal afleveringen bestaat uit een combinatie van dit soort gesprekken, autoritten van Montalbano in zijn afgeleefde Fiatje en scènes die zich afspelen in spectaculaire ruïnes of barokke gebouwen en in duistere negentiende-eeuws ingerichte paleizen op het eiland.
Toen ik nog niet alles wist van Montalbano, maar wel (terecht) nam ik aan dat het plaatsje Vigata in werkelijkheid Porto Empedocle was, de geboorteplaats van Andrea Camilleri. Dus ging ik daar op zoek naar het lievelingsrestaurant van Montabano, uitgebaat door Calogero. Niet gevonden, natuurlijk – behalve dat het niet bestaat had het toch eerder gezocht moeten worden in een van de plaats waar de opnamen werd gemaakt, bijvoorbeeld in Donnafugata.
Dat is, meer nog dan vrouwen, de grote hobby van Montalbano: de vis van Calogero eten. Hij luncht er elke dag met een verbazend hoeveelheid oerverse vis, waaronder vooral veel triglie, zeebarbelen, in Nederland beter bekend als rode mul. Met een fles vaak rode wijn erbij. En wee het gebeente van degene die probeert tijdens het eten met Montalbano te praten.
En daarna weer aan het werk.
_________