Vele jaren heb ik het als een soort regulerend mechanisme gebruikt: ik had mezelf opgedragen elke ochtend tegen uiterlijk 9 uur een stukje van ongeveer 500 woorden te schrijven en te publiceren op mijn weblog. Niet zozeer om een lezersschare te gerieven (er keken destijds gemiddeld 150 mensen per dag naar, of ze het ook lazen, dat weet ik niet). Onderwerpen genoeg en het stukje was gauw klaar omdat ik mijn kwaliteitslat niet erg hoog legde en het al gauw goed of leuk genoeg vond. Soms bracht ik in de loop van dezelfde dag nog wel eens een verandering/verbetering aan.
Twee oorzaken hebben gemaakt dat ik inmiddels ben teruggezakt tot drie of vier stukjes per maand en een ‘lezersschare’ van ongeveer 30 of 40 hits per dag.
Daar is ten eerste Twitter. Ik heb daar een account sinds 2008, en ik heb in toenemende mate gemerkt dat ik hetgeen ik kwijt zou kunnen in een stukje op mijn weblog, al ‘verschoten’ had op Twitter. Ik vond dat niet mooi van mezelf maar zoals menigeen inmiddels ervaren heeft: een vorm van verslaving maakt dat je maar moeilijk de weg terug kunt vinden.
De tweede oorzaak is inhoudelijk van aard. Zoals ik al zei: onderwerpen genoeg en een stukje is gauw klaar, maar wat Twitter me leerde: een beetje voor de kat zijn viool weg een onderwerp bij de kop pakken, China voor de laatste keer waarschuwen en klaar is Kees, dat was toch eigenlijk mijn stijl niet. Ik zou, anders dan ik in de eerste vijftien jaar had gedaan, wat beter moeten nadenken over mijn standpunten, misschien zelfs helemaal geen uitgesproken standpunt innemen, alleen argumenten aandragen, gecheckte argumenten, wel mijn gezond verstand gebruiken; maar aan de andere kant ook toegeven aan de neiging tot berusting die de oude dag met zich meebrengt (zo ongeveer het enige positieve van de oude dag).
Samengevat: ik moet mijzelf niet zo serieus nemen, niemand zit daadwerkelijk op mijn mening te wachten want tenslotte kijkt iedereen naar mijn mening (als men al kijkt) zoals ik zelf kijk naar die storm van vaak ondoordachte meningen die Twitter in feite is.
Toen ik aan dit stukje begon was het mijn bedoeling groots aan te kondigen dat ik mijn best ging doen de dagelijkse ‘column’ te hervatten.
Maar inmiddels blijkt dat de argumenten vóór een degelijk besluit vooral argumenten ertégen blijken te zijn.
Let wel: er verandert niks.
Maar ik ga misschien, heel misschien, toch weer een beetje ‘oefenen’. Al was het maar om niet helemaal achter de gerania te verdwijnen.
________