‘De grens met Duitsland is toch dicht?’
Vraagje van Djamila waar ik niet zo snel antwoord op had. We zouden natuurlijk kunnen gaan kijken, maar ja, als de grens tussen Haanrade (NL) en Merkstein (D) dicht zou zijn, dan kun je daar moeilijk draaien met de auto dus wel stelden het nog even uit.
Tot gisteren.
En het draaide uit op een avontuurlijke buitenlandse reis met ongewisse uitkomst.
Op 8 kilometer van hier, in Herzogenrath, bevindt zich een uitstekende, enorm goed gesorteerde (en goedkope) supermarkt, de Kaufland, waar we al jaren komen. Gedachteloos, uiteraard: de grens bestaat niet meer, je rijdt via Kerkrade, over het viaduct over de spoorlijn van Aken naar Düsseldorf, op rotonde rechtsaf, kilometertje rechtdoor, parkeergarage in.
Maar gisteren was dat ineens een buitenlandse reis met allerlei onduidelijkheden. Zou de grens echt dicht zijn? Nee, er stonden wel hekken klaar om eventueel toch af te sluiten. In de parkeergarage van de winkel, die normaal helemaal vol staat, voor minstens de helft met Nederlandse auto’s, was nauwelijks voor een kwart gevuld. ‘Hee,’ zei Djamila, ‘Een Nederlandse auto!’
Wat verwacht je van Duitsland? Gedisciplineerde correctheid, en die was er ook.
We waren deze week al bij de XL van Albert Heijn onder het Rodastadion geweest. Bij de uitgeschakelde draaideur een tafel met daarop een grote keukenrol en een spuitfles desinfecterend middel, voor je handen, de handvatten van het karretje; een strenge beveiliger die uit de verte ziet dat we allebei uitstappen: ‘U mag niet met zijn tweeën naar binnen!’ Pakken we dus allebei een karretje, dat mag dan weer wel. Binnen maakt iedereen angstvallig bochten om op anderhalve meter te blijven, het rek van het pleepapier is nog altijd leeg, de kefir van Arla waarvoor ik speciaal naar deze winkel rijd is ook al op.
Dus dat zal in Duitsland allemaal veel erger zijn, dachten we.
Nou: ook daar was het pleepapier op – dat is een raadsel waar hopelijk binnen een jaar een spannende trilogie over verschijnt. En, heel Duits denk je dan, de te houden afstand is twéé meter, niet anderhalf. En hier lopen veel mensen rond met een mondkapje en handschoenen aan. Nou ja, veel mensen: in de hele winkel een man of 25. Maar zoals gezegd: correct en gedisciplineerd en beleefd.
Je blijft niettemin een tijdje het gevoel houden dat je in een ver en ongewis buitenland bent, waar je met een ingewikkelde valuta moet betalen die je niet bij je hebt en waar je levend geslachte vleermuizen kunt kopen.
Maar niets van dat alles. Wel de geliefde bloedsinaasappels die je bij ons maar zelden ziet. En de beste rauwe ham, die van San Daniele in Friuli, en wildzwijnssalami.
Maar je kunt gewoon betalen met de telefoon, bij de bakker staat ineens een PIN-automaat (in Duitsland hadden ze tot enkele weken geleden echt nog iets met contant betalen).
En dan kom je toch in een rij terecht. In het hoofdpad van de winkel staan de mensen die willen afrekenen. Keurig achter elkaar, op de op de grond geplakte strepen. Aan het hoofd van de rij staat een beveiliger die het winkelend publiek een voor een ‘n kassa aanwijst waar aangesloten kan worden.
En weer naar huis. De grens is nog gewoon open.
Het is rustig op de weg, maar daarin verschilt Duitsland natuurlijk niet van Nederland.
_______