En toen moest ik denken aan een oude mop die volgens de laatste ethische opvattingen absoluut niet meer kan, maar voor de gelegenheid toch even. (Denk hierbij aan een belangrijk wetenschappelijk doel dat slechts met een oude foute mop kan worden bereikt.)
De grap is kort. Er hoort eigenlijk een plaatje bij, waarop je een hand ziet waarvan duim en wijsvinger een bepaalde afstand tonen – ongeveer 5 centimeter. De tekst luidt: ‘Mannen maken hun echtgenote wijs dat dit (het gebaar met duim en wijsvinger) 30 centimeter is.’
We moeten anderhalve meter afstand van elkaar houden, maar hoeveel mensen zouden geen vermoeden hebben van wat die afstand van anderhalve meter, 150 centimeter dus, is? Dat is namelijk veel langer dan je denkt. En dan heb ik het er nog niet over dat als mensen staande met elkaar in gesprek raken, ze toch, zonder het zich bewust te worden, de afstand gaandeweg verkleinen tot een centimeter of zestig. Tot ruimschoots in elkaars spuugkring. (Kent u die uitdrukking? ‘Je spreekt met consumptie’)
Om de juiste afstand te houden zou je kunnen afspreken dat een van de twee op de grond gaat liggen, met de voeten tegen de voeten van de staande gesprekspartner. Als ze allebei ongeveer 1 meter 80 lang zijn, is de afstand tussen de betrokken monden volgens Pythagoras (en Bartjens) ongeveer 2 meter, en is de afstand dus ruim voldoende om besmetting te voorkomen (let wel op de windrichting); en tegelijkertijd geen gezicht en niet erg praktisch.
Gelukkig is de afgelopen jaren gebleken dat gewoonten die ooit raar werden gevonden, snel ingang kunnen vinden. Zelfs gewoonten met een ingewikkelde set regels.
Zo was, met name in arbeiderskringen, tot enkele tientallen jaren geleden, het geen gebruik elkaar zelfs maar een hand te geven. Ik vond dat ook heel goed. Want er zijn, behalve besmettingskans, ook andere praktische bezwaren: sommigen knijpen je hand helemaal fijn, anderen hebben natte handen waardoor je de hele tijd na zo’n hand stiekem je eigen hand aan je broek staat droog te wrijven.)
Ik noem, van de nieuwe gewoonten er twee. Ten eerste: drie kussen tijdens ontmoeting en afscheid. Regels: Eerst de rechterwang, dan de linkerwang, daarna weer de rechterwang. Het is toegestaan de lucht onder het oor te kussen in plaats van daadwerkelijk de wang. De regel geldt tussen mannen en vrouwen en tussen vrouwen en vrouwen. In heel erg chique, kunstzinnige kringen kussen ook mannen elkaar op deze manier.
En ten tweede: de laatste jaren is een stevige omhelzing tussen mannen in zwang gekomen, de zogenaamde accolade, die in zuidelijke landen al sinds mensenheugenis in zwang is, bij ons tot voor kort alleen weer (en ook daar zelden) in die chique kunstzinnige kringen voorkwam.
Veel mensen, onder wie meine Wenigkeit, doen wel mee aan al die flauwekul, maar hebben er eigenlijk een hekel aan. Met name voor nogal wat vrouwen grenst dat gekus en ge-omhels aan ongewenste intimiteit. Zie verder de jaarlijkse ophef rond Nieuwjaarsrecepties in bedrijf en kantoor.
Denk ook aan coronatijd. Stel, je wordt besmet met het Covid-19-virus. Je zou je moeten realiseren dat het als volgt gaat: je wordt op het moment van de besmetting opgenomen in een lange wereldomvattende keten van besmettingen door druppeltjes snot en spuug, een keten die je innig verbindt met een slager op een markt in de Chinese stad Wuhan, die de hele dag vredig vleermuizen staat te slachten en die een druppeltje spuug of snot van dat beestje in zijn neus heeft gekregen.
Smakelijk eten.
Misschien dat het nu iets aannemelijker wordt te wennen aan nieuwe gewoonten. Gewoonten die vallen onder een simpele regel: RAAK vrienden, kennissen, collega’s, veraf gelegen familieleden buiten je eigen gezin NIET AAN. Dus ook de ‘boks’, de elleboog en de voetgroet moeten worden uitgebannen. Ik zag een mooie begroeting, afkomstig van Java: de handen tegen elkaar en een lichte buiging. Ziet er veel esthetischer uit, ook. En je bent van dat gelik en geplak af. Dat is eigenlijk wel erg onsmakelijk? Toch?
En o ja, de supermarkten moeten allemaal twee- of driemaal zo groot worden.
________