Gisteren had ik een tijdje gewerkt aan een mooi stuk waarin ik aan de hand van veertig jaar ervaring in de tuin waterdicht kon aantonen dat er ‘iets’ aan de hand moet zijn met het klimaat. Toen ik bijna een A4-tje vol had verdween voor mijn verbijsterde ogen de gehele zojuist getikte tekst en bleef ik gefrustreerd naar het beeldscherm loeren. Ik werk al vele jaren met Word en een van de ervaringen die ik heb opgedaan is dat dit weliswaar wel eens gebeurt, maar geen nood: de tekst is automatisch ergens opgeslagen en kan worden opgehaald.
Heel gemeen: dat is in de versie die ik nu gebruik niet het geval: automatisch opslaan staat uit. Zie ik nu pas. Je moet je bij Microsoft aanmelden om Automatisch opslaan te activeren. Een heel gedoe en nu weet ik dat mijn tekst wordt opgeslagen, alleen weet ik dus nog niet waar.
Moedig voorwaarts dan maar, maar wel met een ander onderwerp.
En dan kom ik toch terecht bij Sylvia Witteman die vanmorgen beschrijft hoe zij besloot naar de Sovjet-Unie te verhuizen. Het was de periode van de glasnost en de perestrojka – destijds ‘perestruiken’ genoemd door de jolige auto- en reisjournalisten die op een avond eind jaren tachtig waren uitgenodigd voor een borrel op de Nederlandse ambassade in Moskou. Die jongens deden of hun neus bloedde en namen de borrel dus serieus, waarna een onbekrompen schenken een aanvang nam. De jenever, wodka, bier en Campari waren bijna op toen de ambassadeur doorkreeg wat voor soort geteisem auto- en reisjournalisten destijds was en bonjourde het gezelschap op barse toon zijn ambtswoning uit, waarna snel in een nieuw tankstation, in Nationalj of Metropolj of toch gewoon de bar van hotel Kosmos de begonnen dronkenschap kon worden afgehandeld.
Eens kijken: de 289 woorden tot nu toe zijn opgeslagen.
Kortom: die vernieuwde Sovjet-Unie leek haar wel iets, en ze ertrok erhenen. Onder meer omdat in alle steden daar dezelfde straatnemen en standbeelden te vinden waren. Leninplein, Arbeidersplein, ik zou er even de krant bij moeten halen voor nog meer hilarische namen, maar wie weet of mijn stukje alsnog gewist wordt als ik er niet bij blijf.
Sinds de jaren negentig zijn trouwens veel straten in Russische steden van andere namen voorzien, zelfs hele rijen steden heten inmiddels anders, ik hoef Leningrad en Stalingrad maar te noemen – hier in Nederland gaan wij maar schoorvoetend akkoord met het wegstrepen uit de geschiedenis van de schurk JP Coen, in Rusland zouden ze dat direct hebben gedaan.
Maar, vroeg ik mij af, doen ze dat in andere landen dan niet? Ik bedoel: allemaal dezelfde straatnamen? En nou wil ik niet flauw zijn en Nederland als voorbeeld nemen en dan wijzen op Dorpsstraat, Dorpstraat, Markt(plein), Hoofdstraat, Lindenlaan of Prof. Eijkmanstraat (o nee, die is in Bandoeng) Javastraat en Sumatralaan.
Veel mooier is een ander land dat ik een heel klein beetje ken, te weten Italië. Geen stad of dorp van betekenis waar ze geen straat hebben die is genoemd naar Garibaldi, Victor Emmanuel I, II en/of III, Via 25 Aprile, Via 2 Giugno, Piazza della Repubblica, Via Dante, Via Roma, Viale Italia, Via Petrarca, Via Manzoni, Via Aspromonte – die laatste naam ligt zelfs een beetje gevoelig omdat Garibaldi daar een nederlaag leed en men daar in Calabrië niet graag aan herinnerd wordt.
Daarnaast zijn er straatnamen ter herdenking van alle veldslagen waarin Italië heeft gewonnen, verloren of gelijkgespeeld – Piave, Isonzo. En standbeelden. Vooral in het Noorden kun je nauwelijks om de standbeelden en gedenktekens van Garibaldi heen, met aan het hoofd het ruiterstandbeeld in Genua, waar Garibaldi een stoffen rode cape losjes aan één schouder heeft hangen. En uiteraard de gedenktekens in elk gehucht ter herinnering aan La Grande Guerra (WWI) met de namen van de gesneuvelden uit het dorp erbij.
Maar dat laatste is niet origineel, die gedenktekens hebben ze in Frankrijk en België ook.
Een bijzondere straatnaam (in vier plaatsen in Italië) is de Via Caporetto: bij die plaats werd in 1917 een half Italiaans leger afgeslacht door de domheid, onwetendheid en eerzucht van Italiaanse generaals, die dat stomme kanonnenvlees achteloos prijsgaven aan de Oostenrijkers. (Die slag was een van de aanleidingen tot de opkomst van Mussolini’s fascisme.)
Waar was ik ook weer gebleven? Hoe brei ik hier in vredesnaam een eind aan?
Nou goed, dan met de langste straatnaam van Nederland: de Ingenieur Meester Doctor Van Waterschoot van der Grachtstraat in Heerlen. In Wijlre, ook Limburg, doen ze het wat kalmer aan en korten ze de titels af. Blijft er nog genoeg over, dacht ik zo.
Wat? (Iemand fluistert over mijn schouder dat de naam van die mijningenieur niet meer de langste is. Dat is nu ‘Laan van de landinrichtingscommissie Duiven-Westervoort’. Maar ja, dat is een geitenpaadje waar niemand komt.)
Dit stuk is keurig opgeslagen onder Documenten. Nu nog even afwachten of ik ervoor moet betalen.
_______