Op die hete zaterdag in augustus vorig jaar hebben we het voor het laatst gezien. Hij en zijn team hadden een kleine braderie ingericht op het plein voor de nieuwe praktijk van Medisch Centrum Nieuwenhagen. Waarin sinds enkele jaren enkele solo opererende huisartsen hun intrek hadden genomen. Huisarts Hans Snijders, heel zijn carrière onze huisarts, nam daarmee afscheid, nadat zijn dochter Gitte hem op de eerste van die maand was opgevolgd.
Hij was gebruind, zag er gezond uit, maakte ontspannen een praatje met iedereen die ondanks de hitte op de originele afscheidsbijeenkomst was afgekomen. Op de vraag wat hij ging doen met de zee van vrije tijd die hij nu had zei hij eenvoudig: ‘Voorlopig ga ik maar eens naar Spanje’. Hij had daar een tweede huis.
Op 29 januari is Hans Snijders, 68 jaar oud, overleden. Aan een van de gemeenste ziekten die bestaan: kanker van de pancreas, de alvleesklier. Op het moment dat de ziekte wordt vastgesteld is genezing meestal uitgesloten. Enkele maanden geleden hoorden we bij geruchte dat Hans de ziekte had. Het dorp gonsde ervan.
Deze week had ik nog een afspraak met een van zijn assistentes in zijn spreekkamer in het Medisch Centrum, in verband met de jaarlijkse checkup. In die spreekkamer van de praktijk, die vorig jaar honderd jaar bestond, hangen de portretten van het illustere artsengeslacht Snijders, Hans’ grootvader ‘Pake’, en zijn roemruchte vader, Léon. Dat laatste schilderij is van de hand van schilder Lou Thissen en ik vermeld dat, omdat diens echtgenote enkele jaren geleden ook al is overleden aan pancreaskanker.
Net als mijn broer en een van mijn zusters.
Ik herinner me een episode, ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw, toen bij een routinecontrole van mijn bloed een sterk verhoogd amylasegehalte werd vastgesteld – amylase is een van de enzymen die worden geproduceerd door de pancreas. Ik vroeg Hans wat dat kon betekenen. ‘Niks,’ zei hij. ‘Maar het kan ook op pancreaskanker duiden.’ Het bloed moest nogmaals geprikt worden, nu nuchter. Een week later besprak ik met Hans de uitslag: niets aan de hand. ‘Maar je hebt me wel aan het schrikken gemaakt,’ zei ik. ‘Ik heb de hele week nauwelijks geslapen.’ Hans was ietwat verbaasd. ‘Ik dacht: die schrijft in de krant over medische zaken. Die begrijpt het wel.’
Hans was een ouderwetse huisarts – ik bedoel een huisarts die behalve op uitslagen van röntgenfoto’s, echo’s en laboratorium vertrouwt op zijn intuïtie. Na dat ‘incident’ ben ik nog enkele malen in zijn praktijk geweest met pijnklachten in de rechterbovenbuik. Ik beschreef de symptomen die volgens mij ook op de enge ziekte leken te wijzen, mede op instigatie van het internet. Hans liet een paar keer een echo maken die niets verontrustends opleverden. ‘Ik denk dat het litteken van je galblaasoperatie opspeelt.’ Dat ik daar nou zelf nooit aan gedacht had? Maar ja, een beroepshypochonder als ik denkt altijd meteen het ergste. Maar Hans Snijders liet zich niet van de wijs brengen en was weer eens niet in de val van het internet getrapt. En ik ging opgelucht naar huis.
En nu is Hans dood – heeft zijn intuïtie hem nu wellicht in de steek gelaten? Maar laten we geen ongefundeerde conclusies trekken, dat gebeurt al veel te vaak in de wereld.
Hij was een altijd opgewekte, charmante man, bijna joyeus, altijd in voor een kwinkslag. Hij mocht, gewoon in zijn spreekkamer, nog wel eens een anekdote over zijn vader Léon ten beste geven. Want dat was me d’r eentje. Hans ook, maar dan vooral in zijn kwaliteit als huisarts: als er iemand verdiend heeft dat een straat naar hem genoemd wordt, dan is hij het wel. Dat is overigens al het geval: sinds jaar en dag heeft Nieuwenhagen een Snijderslaan.
Hij was eigenlijk een gewone joviale Limburger, en volgens mij ook ouderwets katholiek – ik meen me te herinneren dat ik hem wel eens op Sacramentsdag in de processie te hebben zien meelopen.
De uitvaart is op 1 februari in de kerk van Maria, Hulp der Christenen met, maar dat staat niet vermeld, bijzetting in het familiegraf op de begraafplaats aan de overkant.
__________