Ik was 30 jaar, net twee jaar werkzaam op de redactie van het Limburgs Dagblad in Heerlen en als ‘chef binnen- en buitenland’ was ik daarmee vrijwel automatisch de ruimtevaartdeskundige van de redactie. Daar had ik natuurlijk zelf ook de hand in gehad – ik ‘deed’ al de auto’s, dat kon er nog wel bij.
We hadden pas een nieuw redactiesysteem ingevoerd, waarvan een van de twee nieuwe chefs centrale redactie, Walter Padberg, mij de opdracht gaf een speciale bijlage te produceren, als begeleiding voor de berichtgeving over de aanstaande Amerikaanse landing op de maan. Erg moeilijk was dat niet, gezien het feit dat de GPD, waar het Limburgs Dagblad toen enkele maanden lid was, het een en ander had aangeleverd. Ik maakte daar een zestal pagina’s van waarbij ik met name aandacht besteedde aan de layout.
Terzijde: ik kan de desbetreffende pagina’s niet terugvinden op Delpher.nl. Misschien hebben ze wel nooit bestaan. En het is vandaag vijftig jaar geleden, dat is de reden waarom ik er over begin. Maar komaan, vrijwel alle betrokkenen zijn reeds lange tijd niet meer onder ons, dus ik fantaseer nog even verder. Of nee: ik schrijf gewoon op wat mijn geheugen me, wellicht per abuis, meedeelt.
Trots liet ik Padberg de proefdrukken van de pagina’s zien, ze konden zijn goedkeuring wegdragen, maar het omgekeerde gebeurde: hij droeg ze zelf weg, naar het kantoor van de directeur-hoofdredacteur drs Jules P.S. van Neerven, en ik kon wel raden wat daar gebeurde: onze Walter ging even met MIJN werk mooi weer spelen bij de hoogste in rang.
Op de avond van zondag 20 juli 1969 was de bezetting op de redactie groter dan normaal, niet alleen omdat de sportredactie zoals elke zondagavond voltallig aanwezig was, maar ook omdat de redacteuren van de krant niet thuis maar liever met gelijkgezinde collega’s de gebeurtenissen wilden volgen. Enkelen, zoals ik, waren niet eens in het bezit van een televisietoestel. De redactie had er wel een.
Normaal sloot de krant omstreeks 2 uur ’s nachts, maar nu was het productieschema enigszins gewijzigd en zou de krant pas om 4 uur ‘zakken’. De op de redactie aanwezige fotografen stonden startklaar om beelden van de eerste man op de maan vanaf het tv-scherm te fotograferen. Het lukte allemaal, ook op de maan blijkbaar, het hele stel teeg naar de zetterij en de rotatiepers en een uur later, het was intussen licht, reden we, met pakken kranten onder de arm voor thuis, in kolonne naar Hotel-Restaurant Juliana in Valkenburg.
Daar schoven wij omstreeks half zeven die maandagochtend aan voor een uitgebreid ontbijt om te vieren dat we het geflikt hadden. De foto’s waren vrijwel mislukt, later bleek dat dat vooral aan de abominabele kwaliteit van de live uitzending vanaf de maan te hebben gelegen, maar komaan, het was pas 1969 en zowel de televisie als de fotografie stonden nog in de kinderschoenen, al wisten we dat toen nog niet.
Jules van Neerven zat uiteraard het ontbijt voor, ik zat toevallig naast hem. De meeste collega’s namen een kopje koffie met een broodje kaas, maar enkelen, die wisten hoe het hoorde, onder wie de hoofdredacteur, de genoemde Walter en ik zei de gek, vielen aan op de oesters en de champagne. Viel er iets te vieren of niet?
En terwijl de maanreizigers weer opstegen om thuis weer eens goed te gaan ontbijten, kon ik langs mijn neus weg aan de hoofdredacteur kenbaar maken dat niet onze Walter maar ikzelf die mooie pagina’s van die krant van 21 juli 1969 had voorbereid. Hij knikte begrijpend en slurpte nog een oester weg.
Net als de maanlanding lukte dus ook die rectificatie en konden we onbekommerd beginnen aan de vijftig jaar die vandaag hun beslag kregen. Intussen enigszins overschaduwd door het op een vergelijkbare datum in juli neerhalen van de MH17 (17 juli 2014) en zelfs door de mislukte aanslag op Hitler op 20 juli 1944.
En deze keer te herdenken zonder oesters en champagne.
_____
PS: De foto hierboven stelt de voorpagina van die heugelijke dag voor, die geen deel uitmaakte van de bijlage van zes pagina’s.
______