Hoe lang is het geleden toen we, juichend en het glas heffend naar buiten renden onder het slaken van de kreet: hoera, we krijgen hier een mediterraan klimaat! We begonnen zelfs meteen alvast palm- en olijfbomen aan te planten, in afwachting van de rijke zegeningen die ons te beurt zouden vallen als de klimaatverandering eindelijk eens op gang wilde komen.
Die palmen en olijfbomen hebben inmiddels merendeels geruisloos het veld geruimd, en wij worden, voor zover dat nog niet was gebeurd, ruw wakker gemaakt door de klimaatverandering, die nu ook zichtbaar gaat uitdraaien op klimaatverruwing, waarvan we maar net het begin meemaken. En dat is al vervelend genoeg.
Ineens lopen we buiten rond met een gezicht of we de hele tijd veel te dicht bij een veel te goed brandende barbecue staan. Ineens merken we, ik heb daar al eerder op gewezen, dat onze huizen niet zijn ingericht op temperaturen boven de 40 graden. Want het klimaat waar we nu op af koersen, is alles behalve het zalige mediterrane klimaat van de Franse en Italiaanse Riviëra – door een lichte zeewind gematigde temperatuur, eindeloze avonden wanneer dat windje even gaat liggen en je in je loggia het avondmaal gebruikt, zo tegen negenen. De volgende ochtend een lichte regenbui tegen het stof, af en toe onweer ver op zee.
En vooral: een weelde aan bomen, struiken en andere planten die elkaar en ons allemaal van schaduw voorzien. Het is de hele zomer vooral droog en aangenaam warm, maar je ziet geen enkel gewas dat er dood aan gaat. Integendeel.
Dat zeg ik, enigszins bitter gestemd, na een wandeling door mijn tuin, waar de hortensia’s, veertig jaar oud, door vochtgebrek en door te grote warmte, vrijwel geheel verbrand zichtbaar het loodje staan te leggen. Ik zie de gazons van de buren, ondanks eindeloos spuiten met goed drinkwater, toch geler en geler worden. Ik zie oude varens geruisloos in het niets verdwijnen.
Wat een ramp voor de liefhebber die ik ben.
Maar er is ook plaats voor optimisme.
Ik heb uit die euforische tijd waar ik dit stukje over begon, olijfbomen overgehouden en een paar palmen. Ze moeten in de winter nog wel beschermd worden tegen vorst, maar meer dan min 5 graden is de laatste jaren maar zelden voorgekomen, afgelopen winter hebben ze gewoon buiten gestaan. Geraniums, eigenlijk Pelargoniums, zijn echte woestijnbewoners die voor altijd tegen het minste graadje vorst beschermd moeten blijven, maar aan de zomer doen ze het uitbundig. Dubbelbloemige oleanders die andere jaren maar niet wilden bloeien, laten veelbelovende bloemknoppen zien. Vijgenbomen zijn al wat langer winterhard, maar dragen een flinke oogst. Druiven begonnen eind juli al kleur te krijgen. Kakibomen dragen tegenwoordig in november rijpe vruchten.
Andere planten die we vroeger jaloers bewonderden aan de Middellandse Zee, zoals sterjasmijn (eigenlijk Trachelospermum jasminoïdes) rozemarijn en Campsis radicans doorstaan de huidige winters glansrijk en groeien en bloeien nu dan ook uitbundig. Met Bougainvillea moeten we nog even uitkijken, want dat is een echte tropische plant.
En dan dringt het tot je door: je moet inderdaad die kant op met je tuin. Rhododendrons, Azalea’s en hortensia’s moeten het veld ruimen, jammer natuurlijk.
En nu maar hopen dat de voorspelde verruwing van het klimaat met stormen, enorme regenval tot zware windhozen en orkanen aan toe nog even uitblijven, en we de temperaturen kunnen matigen door de schaduw van mooie bomen en heesters en in die schaduw in vrede ons glaasje wijn kunnen nuttigen.
Dit is vooral een tip voor mensen die in hun gemakzucht hun tuinen geheel geasfalteerd of betegeld hebben en daar nu de hitte van moeten trotseren.
Zorgen jullie intussen dat we helemaal van het verbruik van fossiele brandstoffen af gaan, dan hebben we meteen ook het levensgevaarlijke smogprobleem opgelost.
_______