Ooit, nog niet zo lang geleden, was ik trots op Nederland, het meest democratische land van de wereld, waar iedereen in volle vrijheid kon leven, waar niemand bang hoefde te zijn voor de politie. Zelfs de regering, meestal nogal conservatief van aard, kon er niet omheen die verworven vrijheden te eerbiedigen. Met dwarsliggende autoriteiten werd op ludieke wijze afgerekend en wij hadden zelfs mensen die zo doordrongen waren van de noodzaak en de mogelijkheid van de mensen om in democratische omstandigheden in vrijheid te leven, dat ze andere landen daarmee hielpen – Max van der Stoel heeft er een standbeeld en een paar straatnamen in Griekenland mee verdiend.
Maar dat is allemaal verleden tijd.
Twee prominente leden van de nog altijd grootste partij van Nederland, de VVD, hebben gisteren te kennen gegeven dat Nederland inmiddels heeft afgerekend met de tolerantie en vrijheid die een volwassen democratie kenmerken.
Kamerlid Jeroen van Wijngaarden wil redding van mensen die dreigen in zee te verdrinken strafbaar stellen; zijn voorkeur gaat er naar uit dat de wanhopige migranten rustig de kans krijgen op eigen gelegenheid te verdrinken – hij impliceerde het in een radio-interview.
En staatssecretaris Loekie Broekie Knol schreef een slijmerig briefje aan de aanstaande Duce van Italië, Matteo Salvini, over hoezeer die gelijk had, die Duitse kapiteinse van dat schip had die 40 migranten niet in Lampedusa aan wal mogen zetten, waarmee ze zomaar Italiaanse wetten had overtreden en feitelijk een handlanger was van mensensmokkelaars. Dat mensen onschuldig zijn zolang een onafhankelijke rechter ze niet veroordeeld heeft, dat geldt blijkbaar al niet meer voor deze VVD-prominent. Te meer omdat ze haar briefje in krakkemikkig Engels (zou Salvini dat kunnen lezen?) verstuurde nadat de rechter in Agrigento al gemeld had dat de Duitse kapiteinse bij zijn weten geen wetten had overtreden, en Salvini die rechter daarom al verweten had ‘geen echte Italiaan’ te zijn.
Het wordt tijd dat de democratische krachten in Nederland, weliswaar inmiddels een minderheid, de regering een halt toeroepen nu zij op hol geslagen lijkt, in haar angst voor de bruin- en zwarthemden, in een race naar de afgrond die juist die sinistere types in de kaart speelt. De redenering: als we toch Orban achterna moeten, dan kunnen wij dat zelf ook.
En hoe moeilijk kan het zijn, volg gewoon letter en geest van bestaande wetgeving en het komt in orde.
_________