De eerste weerman die speelt met de gedachte van 40 graden en meer komende week is alweer gesignaleerd. Niet zo gek als de vorige keer, in juni, toen er al sprake van 43 graden toen het, bij wijze van spreken, net begon te dooien. En ook toen kwam het niet zo ver.
Ik heb er natuurlijk geen verstand van, en verder geloof ik wel dat het klimaat opwarmt, maar het gaat al jaren met scheuten. Drie, vier dagen rond de 35 graden, en dan weer een hele tijd onder de 20.
Maar ondertussen.
Is er iemand in Nederland te vinden, behalve de een of andere gek, die het fijn zou vinden als het de hele zomer droog zou blijven bij een temperatuur overdag van boven de 35 graden? En ’s nachts boven de 20?
Ja, als je in een heel oud huis woont met muren van een meter dik, dan is het wel uit te houden. Maar de meeste Nederlandse huizen zijn op het komende klimaat helemaal niet gebouwd, ze zijn licht, luchtig, doorzon met dunne wandjes en heel veel glas rondom. En het Nederlandse landschap is er ook niet naar.
In landen als Spanje en Italië, waar 40 graden intussen heel normaal is, verlaten de mensen in juli en augustus massaal de stad en gaan, als ze het zich kunnen veroorloven, naar de bergen of naar het strand. Alleen de arme sloebers blijven achter in hun stedelijke zelfmoorddozen, met lawaai van de buren dat voor een belangrijk deel bestaat uit de herrie van krakkemikkige luchtbehandelingsapparatuur. Half naakt stilletjes op de vloer liggen, ook ’s nachts, is voor velen al een nauwelijks bereikbaar ideaal geworden.
Nederlanders lossen het op door massaal die luchtbehandelingsapparatuur te kopen, bij de buren staat inmiddels de tweede op het dak. Het moment is niet meer ver dat we verschijnselen krijgen die zich al in Griekenland hebben voorgedaan: dat de stroomproductie de vraag van de airco’s niet meer aankan.
Bizarre taferelen: mensen die de airco laten loeien en intussen protesteren tegen de windmolens die ze door hun grote ramen zien, en die erover klagen dat die zonnepanelen zo lelijk zijn. En vervolgens de airco nog een graadje lager zetten. De stroom daarvoor moet ergens vandaan komen, maar daar zorgt iemand anders wel voor.
De grote Amerikaanse schrijver Thomas C. Boyle, die in Californië woont waar al jaren zelfs de auto’s op parkeerplaatsen met draaiende motor staan om hun airco aan de gang te houden, heeft er in het jaar 2000 al een apocalyptische voorspelling aan gewaagd, genaamd A Friend of the Earth, die zich afspeelt in 2025. (Op de omslag staat dat het boek ‘fiction’ is. Maar er staat een vraagteken achter.)
Op diezelfde omslag zie je Adam en Eva voor de tweede keer verjaagd worden uit Aards Paradijs, maar nu door een enorme bosbrand.
In dat jaar 2025, als vrijwel alle grote zoogdieren al uitgestorven zijn, gaat bijna de gehele stroomproductie van de staat Californië naar de airco, die het leven van de overgebleven mensen nog een beetje draaglijk houdt. Maar je kunt je intussen niet meer verzekeren tegen stormschade – storm is inmiddels de norm.
Hoe dicht zijn wij hier aan de Noordzee bij de apocalyps? Is die nog te voorkomen?
Natuurlijk is het verleidelijk. De zachte winters zijn een wonder, vorst, strenge vorst heb ik altijd als tegennatuurlijk ervaren, water hoort vloeibaar te zijn, punt.
Maar de zomers met hun hitte, hun wolkbreuken en stormen, orkanen misschien die onze wrakke huisjes zullen wegblazen als veertjes, die zijn toch niet uit te houden? Het land wordt toch onbewoonbaar als je geen bergen hebt?
Met de vinger wijzen helpt uiteraard niks. Maar we moeten nu alles op alles zetten en gezanik moet ophouden.
Ik stel voor dat het ontkennen van de klimaatverandering door de mens een strafbaar feit wordt, te bestraffen met het confisqueren van luchtbehandelingsapparatuur van de verdachten, en ze af te sluiten van elektriciteit – daarmee kun je windmolens overbodig maken, je bewijst ze dus een dienst.
Ach, wat een onzin.
Het is gewoon te laat en we zijn allemaal schuldig.
______