Het zat er al een maand aan te komen, maar nu het toch gebeurd is, ontploft Italië alsnog: Andrea Camilleri, vooral bekend als ‘vader’ van commissaris Salvo Montalbano, is vanmorgen om 08 uur 20 overleden in het ziekenhuis van de Heilige Geest in Rome, waar hij sinds ongeveer een maand verbleef na een hartstilstand en daarop volgende beroerte. Hij zou op 8 september 94 jaar zijn geworden, nog een mooie leeftijd voor een straffe kettingroker die zijn hele leven tachtig
sigaretten per dag rookte. Hij wordt maandag begraven, in besloten kring en dat lijkt me verstandig, want ik denk dat Rome anders zou worden afgebroken door de belangstelling voor deze gebeurtenis.
Vanmorgen nog plaatste de Corriere della Sera een ongedateerd geluidsfragment van een Italiaanse radiozender, met de stem van Camilleri – de tekst liegt er niet om: Camilleri zegt, nauwelijks verstaanbaar trouwens, dat hij moet overgeven van minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier van de ultrarechtse partij Lega, Matteo Salvini, die een religieus voorwerp – een rozenkrans – gebruikt voor zijn verwerpelijke politieke doeleinden.
Camilleri, door zijn fans ‘il Sommo’ genoemd – zeg maar: de Meester – begon pas op zijn zeventigste met het schrijven van boeken. Tot die tijd was hij vooral toneelregisseur. Hij schreef niet alleen omstreeks 25 thrillers met commissaris Salvo Montalbano in de hoofdrol, maar ook tientallen andere boeken, variërend van thrillers tegen andere achtergronden dan die van Sicilië, verder min of meer historische romans, romans gebaseerd op zijn jeugdherinneringen in het fascistische Sicilië van de jaren dertig, kluchtige boeken over de verovering van het Italiaans ‘Imperium’.
In de boeken over Montalbano trekt Camilleri vaak van leer tegen de maffia, maar het hoogtepunt is het boek Voi non sapete, over de achtergronden en details van de arrestatie van Bernardo Provenzano, die veertig jaar uit handen van de politie wist te blijven en intussen voluit zijn Siciliaanse maffiaclan bestuurde.
Ook over de rest van de Italiaanse politiek liet Camilleri vaak een duidelijke stem horen, Silvio Berlusconi en onlangs dus nog Matteo Salvini kregen er op alle mogelijke manieren van hem van langs – zelfs het Italiaanse links kon rekenen op zijn kritiek, met name wegens de onderlinge strijd die steeds weer voorkwam dat Italië een behoorlijke regering kreeg, tientallen jaren lang.
Wat ook opvalt is zijn enorme productie. In de bijna 24 jaar van zijn actieve schrijverschap zagen van zijn hand zeker honderd boeken het licht, voor het merendeel uitgegeven door de Siciliaanse uitgeverij Sellerio – dat zijn er ongeveer vier per jaar. Met name de laatste jaren was het uitkomen van een nieuwe Montalbano een gebeurtenis van groot belang in Italië; dat kwam mede doordat de laatste tien jaar de ene tv-serie na de andere werd geproduceerd en uitgezonden over de commissaris, die schitterend gespeeld werd door <-Luca Zingaretti.
De boeken werden bij tientallen vertaald – enkele ook in het Nederlands. De tv-serie werd hier maar mondjesmaat uitgezonden, de Belgische en Duitse tv en de BBC deden er veel meer mee.
Sommige Italianen hadden moeite de boeken van Camilleri te lezen, omdat ze geheel of gedeeltelijk waren gesteld in een Siciliaans dialect, namelijk het bijzondere dialect dat ten huize van de Camilleri’s in Porto Empedocle werd gesproken. Op internet is een speciaal woordenboek te vinden van dit dialect.
De aantrekkelijkheid van Montalbano is vooral de losse manier waarmee hij de regels van het politievak hanteert. En uiteraard zijn belangstelling voor de vrouwen en zijn liefde voor enorme lunches met bergen ultraverse vis, in Trattoria di Calogero – waarna de commissaris zich terugtrekt op de pier van de nabije vuurtoren om na te denken over de zaak die hij in handen heeft en waar hij wel eens een gesprekje aanknoopt met een passerende krab.
Sinds kort kun je, als toerist die Sicilië bezoekt, een excursie boeken langs de plaatsen in Zuid-Oost-Sicilie, de baroksteden, waar de tv-opnamen voornamelijk werden gemaakt.
De laatste Montalbano genaamd Il Cuoco dell’Alcyon, kwam uit in mei jongstleden. Camilleri werkte nog aan een nieuwe, zegt hij in bovengenoemd interview, en het zou me niet verwonderen dat die nog uitkomt ook. (Inmiddels heb ik vernomen dat Camilleri een tijd geleden een boek heeft geschreven dat pas mocht uitkomen na zijn dood. Titel: Riccardino. Het is niet uitgesloten dat Montalbano in dat boek sterft.)
Anders moeten we het doen met de opnamen op Youtube van zijn meest recente interviews – ongeveer een jaar geleden gemaakt voor de site Fanpage – toen hij al vrijwel blind was (zijn laatste boeken heeft hij gedicteerd) – die gingen over een reeks –> optredens met zijn monoloog over Tiresia, de godin van de liefde die in allerlei gedaanten voorkomt in de boeken van 63 auteurs, vanaf de Griekse oudheid tot een film van Woody Allen. Camilleri zat in een gemakkelijke stoel naast een schemerlamp op het podium en vertelt zijn verhaal.
In een van de interviews zegt hij: ‘Ik heb veel gedaan voor het toneel maar nog nooit zelf opgetreden. Nu kan het, omdat ik blind ben en rustig een gehoor van vijfduizend mensen kan toespreken zonder plankenkoorts te krijgen.’ Dat interview werd opgenomen vlak voor zijn optreden in het Griekse theater van Siracusa aan de Siciliaanse Oostkust.
Miste hij niets, door zijn blindheid? ‘Jawel. De schoonheid van de vrouwen.’
_____
Op bovenstaande tekening van Giancarlo Covino’s Facebookpagina staat een beeld dat elke Montalbano-fan zal herkennen: de balustrade van het huis van Montalbano, de zee waarin hij pleegt te zwemmen, en zijn schepper, die nog een sigaretje opsteekt.
______