De merel in de hoge conifeer op de hoek van Via Domenico Semenza in Levanto (provincie La Spezia) is zelf duidelijk op conservatorium geweest, hij improviseerde gisteravond bijvoorbeeld op het Intermezzo uit de Cavalleria Rusticana van Pietro Mascagni – maar zijn concurrent, voor wie hij dat allemaal doet, aan de overkant, geeft hem kranig partij.
Toch zou ik liever nog eens de wielewaal horen – nog nooit heb ik hem elders gehoord, alleen hier in Levanto, zo’n dertig jaar geleden. Net als het spookachtige geluid van de vroedmeesterpad.
Dat is wel zo’n beetje alles in dit badplaatsje aan de Middellandse Zee dat is veranderd, sinds we er vijf jaar geleden voor het laatst waren .Toen was de chicque visjuwelier al weg. Maar de boekhandel is er nog – waar lééft zo’n man van – de Tabacchi met (voor mij) La Repubblica, de drie focacciabakkers waarvan die op de Via Dante Alighieri de beste is. De slager, de twee groentejuweliers, de wijnboetieks, de terrassen waar het op aperitieftijd uitpuilt van de toeristen die uit zijn op de hapjes bij de drankjes, alles bij het oude.
En er is verder best wel wat nieuws, zoals het afzichtelijke hotel dat zo ongeveer aan het eeuwenoude kasteel wordt geplakt, en de friture waar je verrukkelijk gefrituurde inktvisjes en ansjovisjes kunt kopen.
Maar verder is alles hetzelfde. Zelfs de macho-campingbaas, die de slechte organisatie van zijn negotie pleegt te overschreeuwen met pure intimidatie, loopt nog rond. Nou ja, het verbouwde restaurant op de camping is nog altijd een van de beste van het stadje, dus doe maar.
En voor de rest blijkt dat ‘niets veranderd’ geleid heeft tot achteruitgang. Verbaasd zie ik dat alle winkeliers nog onbeperkt scheutig zijn met plastic zakjes en tasjes, al zeggen de meeste erbij dat het niet anders kan, de klanten willen het.
Ineens heb ik ook weer een broekzak vol euromuntjes – de meeste ondernemers hebben liever contant geld (raad eens waarom) De verplichting om de scontrino, het kassabonnetje te geven en aan te pakken is allang verwaterd, als je met de PIN wilt betalen halen ze zuchtend het PIN-apparaat tevoorschijn en na enige handelingen nemen je ze kaart af en doen die zelf in het apparaat – ik zie tot mijn verbazing dat het ding wel degelijk is ingericht om contactloos betalen mogelijk te maken, maar de meeste winkeliers vertrouwen dat misschien niet. Het is net of de lire al terug zijn.
Het lijkt, kortom wel of ik op vakantie ben.
Het grootste deel van het stadje, op de paar winkelstraten na, is het hele etmaal doodstil, alle luiken zijn dicht, slaapt iedereen? Of is er wel iemand? Er is een café met terras (en wijnhandel) op Piazzetta La Compera waar je vijf, tien, vijftien en twintig jaar geleden soms, als je geluk had, enkele personen op het terras zag zitten. Weer die vraag: waar leeft zo iemand van?
Ze stemmen hier in meerderheid op een extreemrechtse partij, op een muur is een leuze waarvan het eerste woord, STRANIERI, vreemdelingen, nog net te lezen is, de rest is gewist. Dat ze niks moeten hebben van buitenlanders dat weten we, maar zolang ze geld komen brengen weten ze dat beleefd voor zich te houden.
Ik zou er bijna willen gaan wonen.
Bijna.