Was ik eigenlijk verliefd op Doris Day? Ach kom, toch niet? Nou ja, geef het maar toe. Hoe oud was ik? Veertien, vijftien jaar was ik, een bleke hbs-er en boven mijn bed hing een foto van Doris. De eerste schaduw die over haar beeld viel was het moment waarop ik te weten kwam dat ze eigenlijk Dorothea Kappelhoff heette, uit Hamburg, en het was 1953, Duitsland lag nog vers in het geheugen, zal ik maar zeggen.
Blond, voorbeeldig gekapt, pettycoat, onontkoombaar Amerikaans – dat beeld van haar tussen de narcissen (‘even told the golden daf-fo-dil!!!’) dat is nog lang, tot de dag van vandaag, in mijn hoofd blijven hangen, als u begrijpt wat ik bedoel.
I can do anything better than you can, dat was een lied uit Annie get your gun, en dat was een film uit 1950, toen ik nog net geen 12 jaar was. Was haar tegenspeler Rock Hudson? Kijk ik straks wel even na. Wat een draak van een film, trouwens, met dat onwaarschijnlijk Amerikaanse overacting, het gebrul en geschreeuw, de brede gebaren en de wijd opengesperde ogen die in 1950 nog resteerden uit de tijd van de stomme film.
Maar ach, ze had, zie ik op Youtube, die mollige armpjes die bij de elleboog de verkeerde kant op konden knikken, een fenomeen dat mij destijds enorm fascineerde – geen wonder dat mijn eerste vriendinnetje ook zulke armpjes had, en blond was, en wel een beetje op Doris leek. Ze was ook the girl next door, min of meer.
En toen zocht ik nog goed op internet en ontdekte dat Betty Hutton Annie was in die film en haar tegenspeler Howard Keel.
Zeventig jaar lang had mijn geheugen vastgehouden dat Doris Day de rol van Annie had gespeeld.
Het verlossende woord was: Doris speelde wel zoiets als Annie in de film Calamity Jane, uit 1953, en dat vriendinnetje kwam daarna pas en of Doris ook van die aandoenlijke armpjes had, dat kan ik nu n iet meer nagaan.
Wel leidde alles tot de teleurstellende conclusie dat Doris (en Betty) in die films niet echt een voorbeeld speelden van ontluikend feminisme, maar eerder het feminisme belachelijk maakten: ach gut, moet je haar zien, ze moet zo nodig.
Daarna kwam Pillow Talk, andere films van Doris herinner ik me niet gezien te hebben.
De mythe van de Doris Dayfilms kreeg trouwens een flinke knak toen haar romantische tegenspeler Rock Hudson (Pillow Talk) in 1985 de twijfelachtige eer genoot als eerste bekende acteur te overlijden aan aids.
En daarna dook ze, althans in Nederland, voor het laatst op in een lied van de popgroep Doe Maar: Hee, er is geen bal op de tv, alleen een film met Doris Day. Toen, ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw was dat idool van mij, dat ideale buurmeisje, die totale onschuld van mijn kinderjaren, die Secret Love, zal ik maar zeggen, veranderd in iets vervelends op de tv, dat je maar het beste gauw kon uitschakelen: dan maar naar de kroeg.
Nou ja, zeg.
Ze is dood, maar wel 97 jaar geworden, las ik, hetgeen best mogelijk is. En net als van dat vriendinnetje van toen wil ik ook van Doris Day geen recente foto zien.
Ik wil haar, dat restantje diep in mijn wezen dat nog een jongen van vijftien is, bewaren als dat meisje dat haar geheime liefde alleen aan de gouden narcissen bekend maakte.
_______