Een zeer oude discussie werd gisteravond plotseling weer geopend met een item in De Wereld Draait Door. Het onderwerp: de landelijke media beschouwen blijkbaar het Westen van Nederland als ‘het hele land’ en berichten dus meer over Amsterdam en omstreken dan over de rest van het land. Aanleiding was de verwondering van Özcan Akyol, Eus voor zijn vrienden en inwoner van de stad Deventer over die feitelijke situatie in de media, waarover hij een serie artikelen schrijft in het Algemeen Dagblad en de meeste, met die krant gelieerde, regionale dagbladen in Nederland.
Een oude discussie die ooit al eens afgesloten werd met de vaststelling dat Amsterdam in de ogen van de landelijke media het centrum van het heelal is, in Amsterdam gebeurt het, hoogstens schenken de media aandacht aan de rest van het land als daar echt heel grote ongelukken gebeuren – en dat moet echt heel groot zijn, hoe lang waren de rampzalige aardbevingen in Groningen niet ondergeschikt aan het nieuws dat er in Amsterdam een paar huizen verzakt waren door tunnelbouw?
Voor de rest is ‘de provincie’ goed voor geinige onderwerpjes als carnaval en een enkele omgewaaide boom.
Het was duidelijk dat Matthijs van Nieuwkerk zich door zijn vriend Eus in de paal gezaagd voelde: Amsterdam ís toch het middelpunt van het heelal, hoe durf je daaraan te twijfelen? Dat zei hij niet, zo keek hij.
Dat doet me weer denken aan een ontmoeting met inmiddels al weer jaren wijlen Jan Blokker, aan wie ik bij een optreden in Heerlen vroeg waarom een brandje in een flat in Amsterdam in het NOS Journaal kwam en een dito in Winterswijk niet? Blokker antwoordde enigszins wrevelig dat dat nu net het soort vraag was dat je kon verwachten uit een zich verongelijkt voelende boerenregio. (Ik parafraseer kortheidshalve).
Vanmorgen hoorde ik op de radio een treffende opmerking over dat onderwerp. Amsterdammers (geldt ook voor Hagenaars en anderen uit de Randstad) zien erg op tegen een reis naar Eindhoven of Heerlen. ‘Hélemaal naar Héérlen?’ Ik heb daar zelf ervaring mee; ik verhuisde in 1977 van Den Haag naar wat later Landgraaf zou gaan heten, met mijn kersverse Haagse vriendin. Om haar vriendinkring in de Hofstad te onderhouden moesten wij naar Den Haag, er was geen denken aan dat die vrienden ooit naar Zuid-Limburg zouden afreizen – wat een joekel van een reis, en kom je daar vervolgens wel levend weer vandaan, was wellicht de vraag die ze zich daarbij stelden.
Bijna wekelijks hoor en zie je columnisten Eva Hoeke en haar vriend Marcel van Roosmalen zich erover beklagen dat ze zo dom zijn geweest Amsterdam te verlaten voor een riante woning in Wormer. Voor wie geografisch niet stevig in zijn schoenen staat: op enigszins kosmopolitisch niveau is Wormer een landelijk gelegen buitenwijk van Amsterdam.
Eerdergenoemde vrienden uit Den Haag waren er nauwelijks toe te brengen te verhuizen naar Zoetermeer, en aan Waddinxveen viel al helemaal absoluut niet te denken.
Hoezo ‘kosmopolieten’ die zich menen laatdunkend te kunnen uitlaten over de door plaggenhutten geteisterde ‘provincie’?
Intussen zijn voor een boerenlul uit de provincie Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag niet erg favoriet. Met name het onbeschermde dorpsgezicht Amsterdam wordt grondig verpest door de vele auto’s, dronken toeristen en gekgeworden fietsers. En dat terwijl ik echte, grotendeels beschaafde wereldsteden onder handbereik heb: Keulen, Düsseldorf, Aken, Luik, Brussel, Antwerpen, Frankfurt, Koblenz, Parijs – om maar eens een greep te doen. Zo ongeveer hier voor de deur stopt de trein die me in ongeveer 20 minuten méér dan naar Amsterdam naar Parijs brengt. Ik woon hier heel rustig, maar toch op 250 meter van het volledige net van autowegen van Europa – in tien uur rijden ben ik in Milaan. Hoe zo, boerenland?
Laat de Amsterdamse media intussen rustig in hun sop gaarkoken.
Weten zij veel. Toch?
_________