Over het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944 schreef ik in februari 2005 het volgende: ‘Een misverstand dat ik lang heb gekoesterd: dat ik samen met mijn oudste zus (toen 14, nu alweer veertien jaar dood) in ons ouderlijk huis uit het raam van de dakkapel aan de voorkant hing, en uit westelijke richting laag duikende vliegtuigen zag aankomen. Dat is wel degelijk gebeurd, mijn vader stond onder aan de trap te brullen dat we onmiddellijk naar beneden moesten komen, maar dat kan onmogelijk op 22 februari 1944 zijn geweest. Toen kwamen de bommenwerpers namelijk uit het oosten en vlogen ze op grote hoogte en niet over onze straat.’
Wat heb je er dan wel van meegemaakt?
Houd er rekening mee dat ik net vijf jaar was. Maar wat ik me levendig herinner is dat we na het luchtalarm het gedonder van het bombardement hoorden, de grond trilde als bij een aardbeving; mijn moeder stond onder het schapje in de woonkamer waarop een porseleinen Mariabeeldje’ (met daarachter een palmtakje, nou ja palm: het was natuurlijk buxus, maar iets anders kreeg je op Palmzondag niet, toen. Het was oorlog, moet je maar rekenen. SB) ‘Mijn moeder stond daar dus en gilde de naam van mijn jongste zusje dat, nog geen drie jaar oud, (inmiddels alweer drie jaar dood) met longontsteking en pleuritis in het Canisiusziekenhuis lag, en we wisten natuurlijk niet wat of wie er allemaal precies getroffen was door de bommen.
Het ziekenhuis niet, bleek toen we daar inderhaast heen gegaan waren. Maar we liepen daar wel in de weg, want inmiddels was de aanvoer van gewonden begonnen, ik herinner me mensen die chaotisch met brancards met gewonden trappen op en af renden.
Aan het eind van de middag zagen we pas echt wat er gebeurd was: boven de binnenstad hing een rode gloed, als van een spectaculaire zonsondergang. En de volgende dag stonden de minuscule pagina's van het Nijmeegs Dagblad vol met overlijdensadvertenties.
Merkwaardig genoeg kon je een paar dagen later alweer met de tram dwars door de binnenstad; een deel van de puinbergen was opgeruimd, maar het meeste lag er nog.
Ik was vijf en wat vond ik er van? Niks eigenlijk. Ik accepteerde het als een fact of life, geloof ik.’ Tot zover dat stukje uit 2005.
Sinds die dag, 22 februari 1944, vandaag precies 75 jaar, geleden, heerste eerst een bedrukte stilte, maar allengs verschenen er tot de dag van vandaag allerlei publicaties, waaruit uiteindelijk een min of meer helder beeld oprijst van wat er die dag gebeurde. Dat de Amerikaanse bommenwerpers wel vaker teneinde raad hun brandbommen maar afwierpen op een Duitse stad die ook op hun lijstje stond, als ze om wat voor reden dan ook het ‘echte’ doel niet konden bereiken. Met de bommenlast terugvliegen naar Engeland was in ieder geval uitgesloten, dat zouden ze niet halen.
Ze hadden eigenlijk vliegtuigfabrieken in Duitsland moeten raken, maar er ging van alles mis. Vooral door allerlei malheur met de communicatieapparatuur. Tegenwoordig stuurt een ‘piloot’ vanaf een veilig kantoor ergens in het Midden-Westen van Amerika feilloos een drone naar Kaboel (en bombardeert daar dan toch nog per ongeluk een ziekenhuis of zo). De techniek die in de Tweede Wereldoorlog state of the art was, leek als het om communicatiemiddelen, vergeleken bij de huidioge techniek, nog het meest op een houtvuurtje waarmee je rooksignalen kon geven, of een tamtam.
Hoe dan ook, dat het onvoorstelbare was gebeurd, namelijk dat de vrienden van Nederland, de Amerikanen, Nijmegen zouden bombarderen, daar konden we ons toen niet, maar ondertussen wel bij neerleggen. Het was deels een gevolg van het weer, van misverstanden, van gebrekkige communicatie, maar ook van piloten die niet erg goed de weg wisten (Nijmegen ligt praktisch aan de Duitse grens) en hoe dan ook in de broek poepten van angst. En geef ze eens ongelijk.
Kijk voor mijn complete verhaal van 2005 naar mijn weblog van 15 maart 2010, (zie hier) https://santebrun2.blogs.com/my_weblog/2010/03/het-vergeten-bombardement.htmlwant daar staat een aantal interessante aanvullende reacties onder.
En wat die vliegtuigen die ik heb gezien betreft: inmiddels is uit onderzoek van Amerikaanse militaire archieven komen vast te staan dat toevallig die middag Duitse vliegtuigen een oefening hielden boven de stad. Dat is dus wat ik gezien heb. Ik trek mijn bewering terug dat ze zilvergrijs waren, want er waren geen Duitse zilveren vogels.
En nóg twee dingen drongen pas gisteren tot me door. Ten eerste: het bombardement duurde precies 22 seconden.
En 22 februari 1944 was Vastenavond, carnavalsdinsdag. Ik kan nu wel een grapje maken over Aswoensdag, de volgende dag, maar toch maar niet. Trouwens, carnaval, die ‘eeuwenoude traditie’, daar kwam het destijds niet van, nog afgezien van het feit dat het oorlog was. De mensen hadden een 48-urige werkweek en een week vakantie per jaar en misschien een of twee ‘snipperdagen’. Dus wekenlang dronken onderduiken, zoals de echte diehards tegenwoordig doen uit naam van de ‘traditie’, was er toen nog niet bij.
Welaan dan.
Ik schat dat dit zo ongeveer de laatste keer is dat ik een jubileum aangrijp om het onderwerp ‘bombardement van Nijmegen’ aan te snijden. Nou ja, als ik 22 februari 2044 haal, dan misschien. Maar ik denk dat er daar maar beter aan kan twijfelen.
Want dan zou ik 105 jaar zijn. En wie wil dat nou?
_______
hhBest
Boek & Film
Laatste reacties