Hij toert al enige tijd langs de collegezalen van de wereld met zijn lezing Can non-humans speak, en gisteren was het de beurt aan de Frans Palmzaal van de Universiteit Maastricht, uiteraard beter bekend als Maastricht University. Het is een kelderachtige zaal met vervaarlijke betonnen balken aan het plafond en achter het spreekgestoelte is een kunstwerk aangebracht dat zo veel licht geeft dat van de spreker slechts het silhouet te zien is.
En die spreker was nog wel Amitav Ghosh, in Nederland vermoedelijk niet al te bekend omdat hij een van de wonderlijke groep romanschrijvers is die zich uitdrukt in een taal die niet de taal van zijn geboortegrond is: hij schrijft in het Engels (en wat voor formidabel schitterend Engels) terwijl hij geboren is in Calcutta, tegenwoordig Kolkata. En zoals bekend wordt het onderwijs in Nederland tegenwoordig vrijwel geheel in het Engels gegeven, maar dat betekent nog niet dat hele horden mensen een roman in het Engels kunnen lezen. En dus gaat het oeuvre van deze grote schrijver ons voornamelijk ongelezen voorbij.
Ik kan het wel lezen, en daar ben ik blij om – zijn schitterende boeken zoals The Hungry Tide en de Ibis-trilogie (en een stuk of tien andere boeken) had ik absoluut niet willen missen.
Bon.
Amitav Ghosh is tegenwoordig bezig met een toer langs de collegezalen van de wereld met genoemde lezing. Hij kwam net uit Amsterdam en hij was onlangs ook al in Stockholm en Bologna geweest. Omdat ik een beetje vroeg was, kreeg ik de gelegenheid kort met hem te spreken, en hem te vragen twee van zijn boeken te signeren, namelijk The Hungry Tide en het meest recente boek van zijn hand, The Great Derangement, dat eigenlijk gaat over de vraag waarom romanschrijvers anders dan in vormen van science fiction (ik noem T.C. Boyle) niks weten aan te vangen met de klimaatverandering. De conclusie is ongeveer dat moderne romanschrijvers licht navelstaarderig te werk gaan en de klimaatverandering zoiets ingrijpends is dat het daarbij grotendeels buiten hun blikveld valt. Nee, dan de oude verhalen over het ontstaan van de aarde, van de grote rampen zoals de Zondvloed, die lijken er meer op, maar daar zijn we, in onze westerse beschaving, voorbij.
Maar Ghosh trekt in The Great Derangement en passant ook een conclusie aangaande de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde: het is te laat, het komt niet meer goed.
Al is Ghosh zo’n schrijver die geen afscheid neemt van de lezer zonder een positieve noot: ‘I would like te believe that out of this struggle will be born a generation that will be able to look upon the world with clearer eyes than those that preceded it; that they will be able to transcend the isolation in which humanity was entrapped in the time of its derangement; that they will rediscover their kinship with other beings and that this vision, at once new and ancient, will find expression in a transformed art and literature.’
Inderdaad, wishful thinking en ik help hem van harte hopen dat er inderdaad een toekomst zal zijn voor de mensheid, waarin desnoods anderen dan mensen (onze kinship dus) ook aan het woord komen.
Dus daar zat ik naar te luisteren naast Emile H., de man die mij op het spoor van de Engelstalige Indiase literatuur had gezet en die zelfs eigenhandig The Hungry Tide voor me uit India had meegebracht.
En ik verstond vrijwel geen woord van wat Ghosh te zeggen had. Akkoord, ik had zelf mijn gehoorapparaten vergeten in te doen, maar de akoestiek en de geluidsinstallatie in de Frans Palmzaal waren van dien aard dat ik het een wonder vond dat aan het eind van de lezing er nog wat studenten waren die lange vragen hadden voor Ghosh.
Na afloop vroeg ik hem of ik de lezing ergens kon nalezen, maar nee, hij had maar één exemplaar, dat hij mij nog eens toonde, getypte velletjes in een plastic hoesje, en nee, hij was ook niet van plan het ooit te publiceren.
Nou ja, ik had die twee opdrachten in de meegebrachte boeken binnen, en daar was het om begonnen.
Kinderachtig natuurlijk, voor iemand zo oud als ik.
Maar waar bemoeien jullie je eigenlijk mee?
__________