Met kaki’s kwam ik in aanraking eind jaren zeventig toen ik ze voor het eerst zag bij een Turkse groenteboer in Maasmechelen in Belgisch Limburg. Die kaki’s waren meteen ook de echte: grote vruchten, formaat goudreinet, met een enigszins bedauwd huidje zo zacht als een babyhuid en uiterst kwetsbaar. Sommige mensen denken dat het een soort tomaten is – ze zijn niet eens aan elkaar verwant.
Ik herinner dat ik destijds eenmaal de groenteman ‘los’ maakte door de laatste van zijn kaki’s te kopen, mogelijk in januari van enig jaar. Bij thuiskomst bleken ze allemaal kapot te zijn gegaan in de plastic zak. Ik kon de inhoud vanuit de zak in een schaal gieten en daarna dronken we de inhoud uit grote glazen.
De aantrekkelijkheid van dit type kaki’s is meer het mondgevoel dan de smaak zelf. De inhoud is niet echt vloeibaar, het ‘sap’ bestaat uit glibberige ‘kluiten’, prachtig oranje gekleurd. Als je toch een smaak wilt horen: een mengsel van perzik, meloen, mispels, allemaal overrijp. Enkele druppels limoensap vrolijken de boel pas echt op.
In februari 1979 bezocht ik een kwekerij in Toscane en vroeg, in een soort impuls, aan de kweker of hij ook een kakiboom had. Ja hoor – later zag ik, onderweg in Noord-Italië aan het eind van oktober, in vele tuinen langs de weg de boom staan met het elegant glanzende donkergroene blad waartussen de oranje ‘appels’ oplichtten, het leek wel de reclame voor Oranjeboom bier.
Mijn ‘boom’ was natuurlijk intussen maar één kaal takje dat in de tuin, naast de voordeur, een beetje begon te groeien, maar veel werd het niet. Het iele plantje vroor namelijk jarenlang elk jaar tot de grond in en liep elk voorjaar op bescheiden wijze weer uit.
In het jaar 2000 maakten de schilders die het huis onderhanden hadden er korte metten mee: het struikje stond ze in de weg ze knipten het bij de grond af.
Einde kakiboom.
Maar het volgend voorjaar kwam het weer op en of het door mildere winters kwam of ergens anders door: het ding vroor niet meer in en kreeg de kans een echte boomvorm aan te nemen.
Na enkele jaren verschenen de eerste ‘bloesems’, gelige frutseltjes tussen de weelderig groene bladeren die uitgroeiden tot kleine, knalgroene vruchtjes die uiteraard oneetbaar waren. En waarvan de meeste al snel afvielen.
De boom bleek bovendien heel slecht tegen wind te kunnen, bij allerlei gelegenheden, met name bij zomerstormen, braken de takken heel gemakkelijk af en in een tamelijk strenge winter vroren de takken ook een beetje in zodat er enkele jaren volgden waarin de boom helemaal geen vruchten droeg – en toen dat wel gebeurde bleken de vruchten weliswaar geel te worden maar niet rijp. In het boek ‘fruit uit alle windstreken’ van Dick Pijpers cs uit 1985 kwam de kaki er niet mals af. ‘Zolang ze niet rijp, of liever overrijp zijn’, aldus het boek, ‘wordt de zoete, aromatische smaak volledig overschaduwd door een bitter-wrange nasmaak, die tong en verhemelte op onaangename wijze doet samentrekken.’ De merels vonden dat trouwens geen bezwaar en aten de vruchten op.
Smakelijk eten. Maar wel waar: indien niet overrijp en dus bijna vloeibaar is een wilde kaki (door het invriezen was waarschijnlijk de tamme entrijs doodgevroren en had ik een wilde kakiboom overgehouden, die wel ‘stoerder’ was dan de geënte) ongenietbaar. Dat is een gevolg van het feit dat de onrijpe vrucht een grote hoeveelheid tannine bevat. ‘Sleeïg’ is een Nederlandse term voor dat mondgevoel.
Maar toen kwam de opwarming van de aarde.
Al enkele malen had ik het advies in genoemd boek gevolgd en de onrijpe vruchten met enkele bananen en ook wel appels in een plastic zak gebonden. Maar veel rijper werden ze er niet van.
Pas dit jaar, mogelijk ook mede door de warme, droge zomer, waaiden er nauwelijks takken van de boom en werden de kaki’s voor het eerst echt mooi geel. Nog altijd niet rijp, maar de truc met de appels in de plastic zak lukte nu wonderbaarlijk goed. Tussen drie en zeven dagen in zo’n zak met appels en de kaki’s kwamen er hemels lekker en bijna vloeibaar uit te voorschijn – de rijping was bevorderd door het ethyleengas dat de appels tijdens hun rijpingsproces uitscheiden (de oorzaak van de typische geur van appels).
En vanmorgen, op de zevende december van het jaar Onzes Heeren 2018 plukte ik, geheel tegen dringende adviezen in gevaarlijk wiebelend op een trapje, de laatste vier kaki’s van de boom die daar ook rijp waren geworden. Zie de bovenste foto.
Zie verder hier. Ga ook naar Wikipedia commons (link onderaan dit lemma) voor een groot aantal instructieve foto’s.
________