Wat zijn Nederlanders eigenlijk voor mensen? Zijn er echte Nederlanders? Dat laatste is een betere vraag. Sinds gisteravond weet ik het antwoord: het is helaas ja.
Ik kijk, min of meer principieel, niet naar commerciële tv-zenders. Min of meer principieel want ik word voornamelijk zwaar gestoord door de ellenlange reclameblokken waarmee bij de commerciëlen zelfs het meest gevoelige programma ruw teniet wordt gedaan.
Nu zijn er niet erg veel gevoelige programma’s op de commerciële zenders, en het bewijs daarvoor werd geleverd door een aflevering van wat kennelijk een serie is, getiteld ‘Beter laat dan nooit’. Ik zag die aflevering omdat ik niet alléén over de afstandsbediening ga en Djamila zich nog wel eens wil vermeien als er programma’s te zien zijn over mensen die zichzelf belachelijk maken.
In dat programma zag ik dus inderdaad de bovenbedoelde echte en vooral flink bejaarde Nederlanders – hoewel een van de vier, de meest gematigde, van oorsprong Brit is – te weten die Brit, Barry Stevens en verder Peter Faber, Willibrord Frequin en Gerard Cox, en ze waren in Tokio, de hoofdstad van Japan.
En wat ze in Tokio deden, bracht het schaamrood plaatsvervangend naar mijn kaken, voor zoveel onwaarschijnlijk onbeschaafde, onbehouwen, kolonialistische en racistische botheid van met name Frequin en Cox. Wat een knurften!
Ik zag het gezicht betrekken van de dame bij wie de vier een traditionele Japanse theeceremonie bijwoonden. Ze bedoelde het kennelijk ook nog serieus. Ze zat het uit, de vier rode barbaren uit het Westen hadden ervoor betaald en dan ben je te beleefd om voor het oog van de camera kritiek te hebben op het gelach en gebrul om die totale onzin van die smerige ondrinkbare zogenaamde thee – ze rolden werkelijk over de vloer van het lachen. De mevrouw keek een beetje zuur, want ook de ‘crew’ – cameraman en geluidsman – bleken zich kapot te lachen om die rare Japanse fratsen.
Voor die tijd hadden ze al Japans gegeten waarbij Frequin en Cox zuchtten dat ze heimwee hadden naar een kruimig aardappeltje en een bal gehakt – en bij het eten van rauwe vis merkten ze op dat ze liever hadden dat de vis nog een bewerking onderging, na het vangen. Blijf dan toch in je bejaardenhuis, man.
Een aparte rol speelde Peter Faber, die tijdens een samoerai-verkleedpartij even een soort stoer samoerai-optreden ten beste gaf compleet met zelfgemaakt Japans – tot verbijstering van de aanwezige Japanners.
En het allerergste was natuurlijk het gebrul en geschreeuw waarmee het hele bezoek aan de Japanse hoofdstad gepaard ging, met als slachtoffers die rare Jappen.
Wie het boek Rubber van Madelon Szekely-Lulofs heeft gelezen over het wangedrag van Hollandse planters in Nederlandsch Indië in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw zal dit gedrag je misschien minder afgrijselijk voorkomen – het is blijkbaar van alle tijden, lees Batavia’s Graveyard van Mike Dash over het soort tuig dat naar Nederlandsch-Indië placht te trekken, en het boek The Thousand Autumns of Jacob de Zoet van David Mitchell, waarin de botterikken zich noodgedwongen moesten ophouden op het eiland Deshima bij Nagasaki in Japan. En dan noem ik Max Havelaar en ook De stille kracht maar even niet.
Naar Deshima gingen Cox cs niet, maar volgende week gaat zich een en ander afspelen in Vietnam.
Een apart laagje in de aflevering van gisteren vormde de homoseksualiteit van Barry Stevens, die begerig naar de billetjes van de riksha-duwers bleek te kijken en die, want homo, dus zonder gevaar van #me-too herhaaldelijk mocht knuffelen met het Nederlandse meisje dat de gids van het viertal was in Tokio.
Als je denkt dat er geen echte Nederlanders meer zijn: kijk naar Beter laat dan nooit.
Maar misschien is het nog leuker om zondag te kijken naar de eerste aflevering van Tokidoki, een serie van Paulien Cornelisse. Ook dan zul je die rare Japanners in actie zien, ongetwijfeld, maar dan wel op een aardige, informatieve manier en niet om superieur te lachen, gieren brullen om de rare en vooral minderwaardige wezens die je buiten Hendrik-Ido-Ambacht en Goejanverwellesluis pleegt tegen te komen.
________