Op 17 en 18 augustus 2019 – precies vijftig jaar na dato – wordt Openluchttheater Valkenburg omgetoverd tot een festivalterrein waar de ‘tweede editie’ van het roemruchte Woodstock Festival wordt gehouden. Twee dagen Peace, Love & Music als eerbetoon aan de ’50 moments that changed the history of rock & roll’. Gelouterde tributebands en -acts uit de hele wereld brengen een ode aan hun helden: Janis Joplin, The Who, Jimi Hendrix, Santana, Joe Cocker en nog vele, vele anderen. Jimi Hendrix zal worden vertolkt door een topmuzikant uit de Verenigde Staten.
Naar aanleiding tot dit mooie initiatief gingen deze overwegingen door mijn oude hoofd.
Nu, na (bijna) vijftig jaar hebben vele toenmalige dertigers, mits nog niet dood of dement, één grote spijt in hun leven: dat ze in het weekeinde van 15 tot 19 augustus 1969 niet in dat gehucht in Upstate New York waren, dat vanaf dat weekeinde wereldberoemd zou zijn: Woodstock. Naar verluidt verzamelden zich daar minstens 400.000 liefhebbers van pop en rock voor een weekeinde van love and peace, liefde en vrede.
En daar was alle aanleiding toe – zonder de Viëtnamese oorlog waarin op dat moment al duizenden Amerikaanse dienstplichtigen gesneuveld waren, zoals gewoonlijk een zinloze dood, geen Woodstock. Tegen die oorlog was een hele beweging op gang gekomen die begon met demonstraties begeleid door opzwepende en ook opvrolijkende muziek. Die nieuwe muziekcultuur uit de jaren vijftig en zestig liep inmiddels uit op een snelgroeiende industrie die bestond uit de meest uiteenlopende muzikanten en muziekgroepen. Zowel beroeps als amateurs, die allemaal waren uitgenodigd om voor niets te komen musiceren voor die honderdduizenden liefhebbers die alles trotseerden, de lange reis in een krakkemikkige auto, slecht geluid, dikke modder, regen en nog eens regen (‘no rain, no rain’) geen voedsel of drank van betekenis. Voor love and peace and music.
Wat achteraf het eerste grote openlucht- en meerdaags pop- en rockfestival bleek toonde hoe vredig zoveel mensen als zo’n ongeorganiseerde bende bijeen konden komen als protest tegen de oudere generatie die had geprobeerd het leven van de jeugd te verpesten, en daar nog mee bezig was. ‘Don’t trust anyone over thirty’ was het motto, en niemand keek op van bloemen in het haar, blote buiken en borsten, een vredig opeengepakte en wiet paffende menigte die genoot van de muziek van vrijwel alles dat in de VS meetelde op het gebied van muziek waar de jeugd van hield.
Het was trouwens toch, een paar uitzonderingen (The Who, Joe Cocker) daargelaten, een vrijwel puur Amerikaanse aangelegenheid, moet ik ze allemaal noemen? Ritchie Havens, Arlo Guthrie, Joan Baez, Country Joe and the Fish, Santana, Canned Heat, Creedence Clearwater Revival, Jefferson Airplane, Janis Joplin, Ten Years After, Johnny Winter, Blood Sweat and Tears, Crosby, Stills Nash and Young, Jimi Hendrix – diens versie van het Amerikaanse volkslied op Woodstock was het ultieme voorbeeld van hoe sarcastisch een popmuzikant zich kon uiten.
Daar hebben wij, inmiddels tussen 70 en 80 jaar oud spijt van, dat we er niet bij waren. En dat we daarna bijna allemaal het Kralingen Festival in 1970 misten, het eerste festival in Nederland. Maar gelukkig wel de eerste aflevering van Pinkpop in 1970 en een paar maanden later het festival in het Reitstadion in Aken, waar wij helemaal los gingen bij Deep Purple en Tyrannosaurus Rex en Emerson, Lake and Palmer als bloemenkinderen met love and peace (en wiet en andere psychedelica, zoals dat toen heette) en lange haren en baarden enerzijds en blote borsten anderzijds, tot verbijstering van de Akense Spiessbürger die kwamen kijken naar het langharig werkschuw tuig.
Eindelijk had de jeugd de macht, eindelijk was de wereld ingericht zoals de jeugd het wilde: een en al vrede en (vrije) liefde. Alleen die Vietnamese oorlog nog – die nog duurde tot de smadelijke nederlaag voor de Amerikanen in 1975. En nog eens duizenden en duizenden jonge mannen het leven kostte. Voor niets.
De talloze pop- en rockfestivals die volgden (Pinkpop!) waren wel gemodelleerd op Woodstock, maar hadden niet de tragische achtergrond, natuurlijk. En ze werden steeds commerciëler, er kon grof geld mee worden verdiend.
De jeugd van toen, van 1969, die is inmiddels boven de zeventig jaar oud, maar herinnert zich het wonder van Woodstock nog goed. En om het gouden jubileum van love and peace te vieren gaan we het duinnetjes overdoen in het Openluchttheater Valkenburg. Nog even wachten: volgend jaar is het pas vijftig jaar geleden, de muziek is inmiddels kostbare handelswaar geworden, modder hebben we ook niet, maar gelukkig wel catering. Ook een volledig programma is er nog lang niet, maar de kaartverkoop via de website van het theater is al begonnen.
Veel artiesten die in Woodstock in Upstate New York letterlijk de sterren van de hemel speelden zijn nog in leven maar zijn met welverdiend pensioen. Maar gelukkig zijn er genoeg die als coverband, of tributeband, of hoe je het ook noemt er heel goed in zullen slagen een deel van de sfeer van vijftig jaar geleden voor ogen te toveren van degenen die er toen niet bij waren, of niet konden zijn omdat ze nog niet geboren waren of die niet op tijd vernamen welk wonder ging geschieden in augustus 1969 en die nu tussen de 15 en 80 jaar oud zijn. En trouwens het geld niet zouden hebben gehad voor een toen nog peperdure vlucht naar de VS.
Wat die oorlog betreft: in november 1968 was Richard Nixon gekozen tot president en tegen hem was de sfeer in Woodstock dan ook mede gericht. Vóór zijn verkiezing gloorde de hoop dat de oorlog door onderhandelingen gestopt zou worden. Na zijn verkiezing besloot Nixon dat de oorlog gewonnen moest worden – pas in 1975 vertrokken de Amerikanen uit Vietnam na wat gerust een smadelijke nederlaag mocht heten waar het land nog altijd mee in de knoop zit.
Maar tot een Woodstock zal het niet meer komen, helaas zijn de illusies van toen de onze niet meer.
Wij moeten het doen met Woodstock 2 in Valkenburg. En met Youtube, natuurlijk.
_______