In mei reisde ik per vliegtuig van Maastricht-Aachen Airport – beter bekend als vliegveld Beek – naar Catania op Sicilië, en een week later terug. Mijn vorige reis per vliegtuig was die van Eindhoven Airport (luchtmachtbasis Welschap voor intimi) naar de luchthaven van Lanzarote, een van de Canarische eilanden, ik meen in 2014. Dus dat je nou kunt zeggen dat ik een frequent flyer ben – nou nee.
Met name de reis naar Sicilië bracht mij een nieuw inzicht: in dat vliegtuig zaten mensen die zich per bus van de luchthaven op Sicilië naar een hotel lieten rijden, en de meesten van hen verlieten het terrein van het hotel niet tot zij weer naar Catania moesten voor de terugvlucht. Het hotel was niet het beloofde paradijs geweest, ze hadden te maken gekregen met wisselend weer, het regende soms een beetje en er waaide een koude wind, hoewel de zon ook veel scheen – weer zoals zo’n beetje in Nederland.
Om dat weekje gratis te eten en te drinken te realiseren verbruikte de luchtvaartmaatschappij ongeveer 15.000 euro aan brandstof, uitgaande van een prijs van 1 euro per liter kerosine. Om dit excessieve brandstofverbruik te bagatelliseren is wel geprobeerd het verbruik om te slaan per passagier, hetgeen in dit geval zou neerkomen op 80 euro. Een civiel prijsje.
Maar dat is natuurlijk onzin: niemand zou ooit naar dat hotel op Sicilië gaan als er niet heengevlogen kon worden. Met de auto van Utrecht naar Catania en terug is in totaal 4800 kilometer, als de auto 1 op 15 rijdt, verbruik je 320 liter benzine, tegen de huidige tarieven een kleine 600 euro – ook als je het omslaat over vier inzittenden is dat 150 euro, bijna twee keer zoveel als met het vliegtuig – het verschil zit hem vooral in de smak accijns die de automobilist over de brandstof betaalt – maar wie haalt het in zijn hoofd om voor een weekje Sicilië daar helemaal met de auto heen te rijden? Als je niet kon vliegen, dan ging je gewoon niet. En dan miste je he-le-maal niks. En dat geldt uiteraard al helemaal als het reisdoel een afgelegen eiland betreft, zoals Lanzarote of Madeira.
Een Nederlandse automobilist rijdt per jaar gemiddeld 18.000 kilometer. Brandstofkosten – voor een heel jaar – iets meer dan 2000 euro. Als de betrokkene kerosine kon stoken zonder accijns was dat 1000 euro.
Hetgeen een ietwat lange inleiding is om te komen tot de vraag: waarom wordt bij het berekenen van de milieuschade door industrie, verkeer landbouw etc, de luchtvaart geheel buiten schot gelaten? De realiteit is dat wanneer alle nu geformuleerde klimaatdoelen worden gerealiseerd we over dertig jaar alsnog de aarde naar de ratsmodee helpen door de overgebleven uitstoot van een – mijn schatting – voor 80 procent volstrekt overbodige rondvliegerij van passagiers.
Maar hoe komt het toch dat deze olifant in de kamer zorgvuldig over het hoofd wordt gezien? Lobby’s zijn er veel meer, zie de wapenlobby in de Verenigde Staten, zie de landbouwlobby in Den Haag, zie Mark Rutte als zetbaas van de grote industrie. OIn alle gevallen gaat het natuurlijk om grote belangen die strijdig zijn met behoud van de bewoonbare aarde.
Gaat het bij de luchtvaart ook om grote belangen?
Voor zover ik weet wordt er aan het bouwen van vliegtuigen niet opzienbarend veel verdiend, er gaat volgens mij een kwak subsidie naartoe, en de toerismebusiness is zodanig versnipperd, met name door onderlinge concurrentie, dat die toch geen doorslaggevende invloed zou moeten kunnen hebben? Ik bedoel: als er niet meer naar de Canarische Eilanden wordt gevlogen gaan die zonaanbidders wel naar de kusten van Portugal tot en met Bulgarije en Roemenië. Desnoods met de auto. Of er gebeurt iets wonderlijks: zon en zee raken, wegens bijvoorbeeld huidkanker, uit de mode en gaan we weer met zijn allen naar de Sallandsche Heuvelrug.
Positieve ontwikkelingen zijn er te bedenken van afschaffing van de toeristenvliegerij. Zonder vliegtuig kom je niet meer in Hurghada in Egypte, waar ze sinds jaar en dag de kak en de kots van het massatoerisme zomaar in de Rode Zee laten lopen, bovenop de mooiste koraalriffen van de wereld, die daar niet beter van worden.
Ja, en het kost enorm veel werkgelegenheid.
Maar dat laatste is het argument dat vissers gebruiken om door te gaan met vissen op de vrijwel uitgestorven kabeljauw: we moeten toch ergens van leven? De vraag: en als er geen kabeljauw meer gevangen kan worden omdat er geen kabeljauw meer is, hoeveel verdien je er dan nog aan?
Ik had het straks over de onderlinge concurrentie – die zal het grootste obstakel blijken, het obstakel ook waardoor uiteindelijk inderdaad de wereld onafwendbaar onbewoonbaar zal worden. En hét symbool daarvan is de internationale luchtvaart.
Het eerste dat een kersvers staatshoofd van een anderhalve vierkante meter grote nieuwe zelfstandige staat deed was het oprichten van een nationale luchtvaartmaatschappij, het aankopen van het symbool van de natie, een derdehandse Dakota, waarmee hij naar New York kon vliegen om daar het lidmaatschap van de Verenigde Naties aan te vragen.
En daar kon hij dan meteen zien waar naar gestreefd moest worden: de Air Force One, hèt fallussymbool van onze tijd, het vliegtuig waarmee de Amerikaanse president (hij heeft er twee) zich eens per week naar zijn golfbaan laat vliegen, een lul van zeventig meter lang met daarin de grootste lul die ooit aan de leiding van de rijkste staat ter wereld heeft gestaan – en die dan ook gemakshalve meedeelt dat als er al een probleem is met het klimaat, hij er niet van beschuldigd kan worden.
Want hij heeft de grootste.
__________