Altijd wel lache, de Belastingdienst. Vooral omdat de medewerkers die je na een kwartier luisteren naar een sonore stem die af en toe iets nuttigs roept en erbij zegt dat alle medewerkers in gesprek zijn, altijd volkomen koel, correct, ja zelfs bijna vriendelijk blijven.
Begin dit jaar heb ik de BTW teruggevraagd over de zonnepanelen die ik eigenhandig – met de hulp van vrienden en magen – in 2012 op het dak had gezet. Begin april heb ik een aangifte formulier van enige omvang gekregen dat gemakkelijk was in te vullen, namelijk op twee plaatsen het bedrag noemen dat ik terug wilde krijgen, en een handtekening zetten.
Weer enkele weken later bleek, dat men een factuur van het geleverde wenste. Ik kon die insturen.
Eind vorige week kreeg ik een brief waarin stond dat ik het bedrag aan BTW inderdaad terug ging ontvangen, waarom er iets meer dan acht euro van was afgetrokken, nou ja, ik vind: belasting terugkrijgen in welke vorm en tot welk bedrag blijft altijd een feest.
Elke dag checkte ik sindsdien mijn bankrekening, maar tot nu toe lou loene. Vandaag begreep ik hoe dat kwam: de Belastingdienst had mijn banknummer niet.
Huh?
Via dat banknummer betaal ik sinds jaar en dag mijn belasting en in sporadische gevallen krijg ik op datzelfde nummer ook wel eens wat terug. Vorige week nog.
Nou goed, je kunt op de site van de Belastingdienst je nummer opgeven, dat leek me ook tamelijk helder, dus welgemoed aan de slag. Lukt niet: ik moet inloggegevens hebben en ik weet van niks.
Dan maar de Belastingtelefoon.
Eerst – na het gebruikelijke opsommen van de diverse mogelijkheden en steeds drukken op de toets ‘ik heb een andere vraag’ en dus dat kwartier wachten (het was veel ingewikkelder, maar dat bespaar ik de lezertjes liever) krijg ik een mevrouw aan de telefoon die me, na mijn verhaal, doorverbindt met een andere mevrouw, die luistert naar mijn verhaal en zegt: ‘U hebt begin april twee brieven gekregen’. Nee, echt niet. ‘In die brief staan de inloggegevens waarmee u als ondernemer kunt inloggen op uw eigen dossier, en daar kunt u uw banknummer opgeven.’
Dus die brieven heb ik niet gekregen.
‘Maar mevrouw, mijn banknummer is al bekend bij de Belastingdienst’. ‘Maar meneer, uw zakelijk banknummer is vermoedelijk een ander nummer’. ‘Ik heb geen zakelijk nummer en ik ben maar heel eventjes, alleen voor die ene aangifte, ondernemer geweest,’ kan ik nog net uitbrengen alvorens uit mijn vel te springen. ‘Mevrouw ik heb u nu, na veel moeite aan de lijn gekregen, kunt u niet gewoon even dat nummer noteren en aan uw collega’s doorgeven?’ ‘Nee, dat gaat niet meneer, u moet inloggen en daar dat nummer noteren.’
‘Dus dat kan niet eenvoudig?’
‘Nee. Ik zal zorgen dat u die inloggegevens krijgt, in twee verschillende enveloppen (weer die twee enveloppen, ze zijn blijkbaar trots op hun eigen geheimzinnigdoenerij) krijgt toegestuurd, dan krijgt u binnen tien dagen de bevestiging van ontvangst, en binnen vijftien werkdagen daarna krijgt u een brief met de datum waarop u het geld krijgt. Die ligt dan weer ongeveer vijftien werkdagen later.’
Dus ik zit, welgeteld, nog minstens acht weken in de wacht, ergens begin augustus krijg ik dat geld misschien wel.
Zou dat ook zo gaan met die 1.4 miljard dividendbelasting?
O nee, die wordt juist níet geheven, dus er hoeft niks betaald te worden.
Wat een opluchting voor die mensen.
De mevrouw van de Belastingdienst klinkt alsof ze heel tevreden is over de heldere wijze waarop ze die zeurpiet die zijn rommel niet in orde heeft, afgepoeierd heeft. ‘Een prettige avond, meneer’.
Ik druk verslagen op het knopje dat de verbinding verbreekt.
____________