In een ‘brief van de dag’ in de brievenrubriek van de Volkskrant schrijft Pim Rooymans vandaag, dat de inmiddels zogenoemde energietransitie ook voor burgers betaalbaar blijft, als de benodigde apparatuur wordt geleverd tegen kostprijs plus btw. Hij bedoelt daarmee te zeggen: dat de energietransitie in de vigerende situatie de burgers geld gaat kosten, veel geld, te veel geld omdat ondernemers, de troetelkinderen van onze ultrarechtse negentiende-eeuws kapitalistische regering er bijna slapend rijk van zullen worden als er niks gebeurt.
En inderdaad.
De neringdoende middenstand is van nature sinds jaar en dag met allerlei trucs uit op de laatste centen van ook de laatste bijstandstrekker, dat is geen nieuws.
Maar als er een bijna verplichte aanschaf wordt verordonneerd haken eerst de grootkapitalisten Shell en de Nederlandsche Aardoliën Maatschappij af, waardoor en nog meer ruimte komt voor de eenvoudige boerenlul in de straat om de portemonnee volledig open te trekken en leeg te schudden in de bodemloze put van de vrienden van Mark Rutte, Alexander Pechtold, Sybrand van Haersma Buma en de (goed)gelovige gristen Segers (voornaam zoeken we straks op). Die vrienden zijn al duchtig gespekt (trefwoord: dividendbelastingafschaffing) zonder dat het volk morrend barricaden opwierp, dus het kan nog wel effe. Er zit duidelijk nog meer in het vat.
Dat met die energietransitie had de neringdoende middenstand natuurlijk als eerste in de gaten en toen ik in april van het jaar 2012, onder het motto ‘nu of nooit’ een heer van een Maastrichtse firma uitnodigde. De firma handelde in zonnepanelen en ik wilde wel eens zien wat een en ander voor mij, als early adopter in hart en nieren, zou kunnen betekenen.
De heer in driedelig pak klom monter achter mij aan naar het platte dak van mijn huis, stelde binnen vijf minuten vast dat ik duidelijk behoefte had aan 24 zonnepanelen en beloofde een gedetailleerde offerte.
Twee dagen later arriveerde, per post, de offerte in een mooie ringband. Het was een lang verhaal waarvan alleen het getal onder de laatste streep interessant was: men was zo genadig mij voor te stellen ruim achttienduizend euro over te maken, in ruil waarvoor de driedelige heer een ploeg werklieden op mij af zou sturen die binnen een dag een systeem ter conversie van licht in elektrische stroom te installeren.
Ik rekende aan de hand van de gegeven verwachte opbrengst uit dat het genoemde bedrag terugverdiend zou kunnen worden in minstens achttien jaar en zag binnen een minuut af van heel die zonnepanelenonzin.
Die middag kwam ik de zoon van de overbuurman tegen. Ik had al eerder gezien dat de overbuurman een zonnepaneleninstallatie op het dak had, die door die zoon geïnstalleerd bleek te zijn. Ik stelde hem dan ook de logische vraag: zou je dat voor mij ook kunnen doen en zo ja, hoeveel zou dat dan kosten? Hij pakte het klassieke bierviltje, maakte enkele berekeningen, en stelde vast dat de installatie met 24 panelen, een omvormer, het nodige ondersteunend materiaal en bekabeling 8250 euro zou kosten. Minder dan de helft van de Maastrichtse offerte. Terugverdientijd ongeveer 7, misschien acht jaar.
Er was één ‘maar’: ik zou de installatie zelf moeten doen.
Een paar dagen later verscheen een klein bestelbusje waarin de 24 panelen zaten, twee dagen kwam de omvormer, nog twee dagen later het ondersteunend materiaal en de kabels en de daaropvolgende zaterdag verzamelden de twee zonen, de schoondochter, een vriend van een van de zonen, meine Wenigkeit en Djamila zich, onder leiding van genoemde overbuurzoon omstreeks half tien in de ochtend. Om vijf uur die middag hadden we een werkend systeem – jammer dat het toen net een beetje begon te regenen.
Dat is nu zes jaar en drie weken geleden, de installatie heeft in die tijd geen enkele storing vertoond, de productieteller stond net op 31575 kWh en ik ga er vanuit dat in de tweede helft van 2019 de hele installatie terugverdiend zal zijn. Na iets meer dan zeven jaar dus. Waarmee de in het begin van dit stukje genoemde stelling van Rooymans duidelijk bewezen lijkt – je moet de neringdoende middenstand er zo veel als mogelijk buiten houden, dan vallen de kosten van de energietransitie nog best mee.
Ik wil nog wel een belangrijk punt benadrukken: op een schuin dak zul je altijd professionele hulp nodig hebben. Maar gelukkig heb ik een plat dak. Dat ook nog eens in de zomer relatief koel blijft door de schaduw van de panelen.
_________
Laatste reacties