Hij is een jaar of 85 oud, groot, en heeft een flinke buik, en hij is net terug van overwinteren in Torremolinos. En hij heeft een gewillig gehoor onder de aanwezigen, die dan ook licht instemmend knikken als hij enkele malen achter elkaar roept: ‘Wilders heeft altijd gelijk!’ Daarna draait hij zich om en schuift, samen met de voornamelijk oudere aanwezigen, aan voor de copieuze lunch. Waarna het tijd is om de meezinger ‘En we gaan nog niet naar huis’ aan te heffen.
Anderen zijn wat minder luidruchtig, ze doen aan yoga op het strand, aan jeu de boules, óók op het strand.
En de rest ligt in de zon, ook al op het strand, of rond het zwembad.
Aan een van tafeltjes onder de grote parasol zit een stel, een man en een vrouw. De vrouw is me al eerder opgevallen door de bekommerde blik in haar ogen. Ze heeft nu de gele jurk aan, die ze afwisselt met exact dezelfde, maar dan in het wit.
En ze heeft alle aanleiding.
‘Je kleedt je veel te jong,’ zegt de man, goed hoorbaar voor de aandachtige luisteraar. ‘En je hebt nergens zin in.’ Ik ga niet de hele conversatie reproduceren, maar het komt er op neer: hij heeft duidelijk weinig respect voor haar, voor haar smaak, voor haar uiterlijk, voor haar karakter. Ze huilt.
Achter de bar staan de hele dag de thermoskannen waaruit gratis koffie wordt geschonken. Die vindt gretig aftrek, want hij is bij de prijs in begrepen. De kannen staan er de hele dag en de elkaar afwisselende barlieden kijken er met nietszeggende ogen naar. Zelf zouden ze de koffie nog niet willen aanraken, al kregen ze er geld bij.
Nee, dit is niet een camping waar de toffe bevolking van Amsterdam in de zomer bivakkeert, dit is hotel Eloro, een hotel, eenzaam gelegen aan de Zuid-Oostkust van Sicilië, waar Corendon wekelijks een of twee vliegtuigen vol Nederlandse toeristen naartoe brengt.
Sommige stellen maken al kennis in het vliegtuig erheen, andere doen er iets langer over, maar uiterlijk na de lunch van de tweede dag worden de eerste telefoonnummers en adressen al uitgewisseld en is men al op voornamen en bij het voornemen om volgend jaar wéér hierheen te komen. Het is keihard lachen geblazen en de plastic containers met gratis bier vinden ook alweer gretig aftrek.
Er zijn trouwens ook mensen die alleen maar in het hotel komen om te slapen en een auto hebben gehuurd. En anderen hebben besloten dat dit een uitstekende gelegenheid is om een stapel boeken uit te lezen, voor een belangrijk deel vervat in een e-reader.
Ik lees ook, een serie boeken van een Zweedse schrijver, een soort familiesage tegen de achtergrond van de twintigste eeuw. Het kost me soms moeite om het idee vast te houden dat ik in Italië ben en niet in Zweden en/of Noorwegen (en ook niet in Nederland).
Er zit weinig anders op dan ook maar een auto te huren, dan kom je misschien toch nog in de gewenste stemming. (Het lukt ook nog).
Maar het blijft behelpen, als je met een volgepropt vliegtuig vol Nederlanders en Vlamingen hier gedropt bent.
De aanhanger van Wilders gaat die nacht terug naar Nederland. Heel vreemd: opstijgen in Catania om 1 uur ’s nachts, landen om 4 uur ’s nachts op Schiphol.
We slaan het vertrek gade.
De dames vliegen de leden van het animatieteam – die van de yoga en de boules – om de hals en geven klapzoenen op beide wangen aan de drie stevig besnorde jongemannen in het knalrood. Een van de drie kan bijna accentloos ‘smakelijk eten’ zeggen.
Ze laten zich de klapzoenen deemoedig welgevallen, je moet tevreden zijn met wat je krijgt, maar je ziet ze denken dat ze de voorkeur zouden geven aan een fikse fooi.
_______