NPO Politiek, het kost wat tijd, sommige mensen zullen het oersaai vinden, maar ik heb weer eens ouderwets genoten. De roestvrijstalen praatpaal in Vak K is honderd procent in vorm, geflankeerd door een verbluft toekijkende minister van economische zaken.
De bijna huilerige toon waarop voorzitter Arib zelfs haar fractievoorzitter de mond snoert (en hij laat dat ook nog gebeuren).
De fractievoorzitter van de virtueel tweede grootste partij van het land, J. Klaver, die de enige echte grote mond heeft tegen de praatpaal, maar ook daar langs af glijdt of vanaf stuitert, terwijl hij eist, vordert, ergens op stáát en niks voor elkaar krijgt.
De fractievoorzitter van de SP die de eenvoudigste vragen stelt en moet constateren dat het met de geloofwaardigheid van de praatpaal niet geweldig gesteld is en hem gefrustreerd de rug toekeert – mooi bloesje trouwens, als u me toestaat.
L. Asscher die zo te zien het huilen nader staat dan het lachen, halverwege tandakkend tussen de voorste rij Kamerzetels en de interruptiemicrofoon, beleefd wachtend tot Klaver zijn tirades klaar heeft, hoogstens het niet kan laten af en toe instemmend te knikken.
En de oude smiecht G.Wilders, die herhaaldelijk een van de twee laatste taboewoorden, ‘leugens’ en ‘leugenaar’ roept als kwalificatie van de praatpaal, die nauwelijks iets tegenwerpt.
A. Pechtold die ietwat ontdaan af en toe naar de interruptiemicrofoon loopt, nog niet zo lang geleden de plek waar hij de ene triomf na de andere viert, maar op tien centimeter afstand bedremmeld stopt: hij moet zijn mond houden, herinnert hij zich net op tijd. Anders verspeelt hij ook nog de kans op het burgemeesterschap van Amsterdam.
En S. Buma die bijna voortdurend in beeld is, maar vooral met diep gebogen hoofd totaal in zijn telefoon kruipt.
Die mevrouw van de Dierenpartij die ook een verstandige duit in het zakje doet en tot slot Henk Krol, bij wie je denkt: weg van die microfoon man, jij gaat storen nu het net spannend dreigt te worden!
Intussen oreert de praatpaal maar door. Hij heeft maar een korte tekst, die hij eenvoudig weg steeds maar afdraait, hij wist het niet, hij denkt er toch ietsje anders over, we zijn een piepklein landje, we mogen blij zijn dat die grote kapitalisten neerbuigend de praatpaal een cadeautje willen geven.
Iemand zegt: en de volgende keer eisen ze dat we de vennootschapsbelasting afschaffen, maar dat is natuurlijk buiten de orde. Toch: de praatpaal vertelt ons, nee, impliceert vooral in die fantastische woordenbrij dat Nederland zich op de rand van de afgrond bevindt, er hoeft niets te gebeuren en de maatschappij stort in elkaar en dan piepen die minkukels van een proletariërs wel heel anders. Hij impliceert het, Hij doet er een cadeauverpakking omheen, hij zegt het natuurlijk niet.
En dan de clown van de tent, die nog even een korte apotheose ten beste geeft, waarna de praatpaal opeens het grootste gelijk van de vismarkt lijkt te hebben: Thierry Baudet, dronken of stoned, of allebei, of óp van de zenuwen, komt stotterend aan de interruptiemicrofoon om van een papiertje op te lezen dat de praatpaal nu eens moet toegeven dat hij een enorme schoft is die ons mooie Nederland naar de ratsmodee helpt. Opnieuw: mijn bewoordingen, kijkt u er uitzendinggemist.nl nog even op na. NPO Politiek, ja.
Waar natuurlijk niet te zien is dat de roestvrijstalen praatpaal toch een beetje smoezelig thuiskomt van another day at the parliament (al dat stáán), maar na een beetje opwrijven door zijn moeder met een zacht, warm wollen doekje er weer in volle glorie bij staat te glimmen.
_______