Ik heb de voorstelling de laatste jaren wel eens bekeken, maar ik kon er met de beste wil van de wereld niet veel anders in ontdekken dan een poging tot verhollandsing van het commerciële Amerikaanse religebeuderen. Waarvan Billy Graham nog een van de keurigste propagandisten was.
Ik moest steeds vaker denken aan de dagen waarop twee engerds in driedelig kostuum hun mormonisme kwamen aanbieden aan de voordeur. Ik vond een kaartje op de deur met de tekst ‘Niet aanbellen, we zijn al bekeerd’, net iets te jolig.
En dan heb ik het nog niet over de groepen somber voor zich uit kijkende Heiligen der Laatste Dagen die ik in mijn buurt zag opdagen; waarvan je wist dat het hen er vooral om ging hun voorraad bedrukt papier, onder andere geheten De Wachttoren, zo duur mogelijk aan de man te brengen. Ze hadden het zelf voor veel geld moeten afnemen bij hun kerkelijk genootschap en om hun bloedjes van kinderen nog een boterham te kunnen aanbieden moesten ze uitentreuren en vastbesloten langs de deuren leuren.
Het enige dat ze er als laatste redmiddel nog tegen konden doen: hun kinderen niet inenten tegen polio.
Dat schijnt enorm te schelen, in de bedrijfskosten.
En De Pesjun, dat is daar ook zo’n uitwas van.
En het is niet eens erg origineel, van je enigszins sleets geworden godsdienst een soort musical te maken, waar de eenvoudige boerenlul in de straat nog wel eens wakker voor wil worden – zie het onbegrijpelijke succes van de musical Soldaat van Oranje.
Nee, het is al veel eerder vertoond, zelfs van heel lang geleden kun je de voorbeelden oplepelen. De Middeleeuwse wagenspelen, Mariken van Nieumeghen, dat soort dingen, het is van alle tijden.
En natuurlijk onze eigen bietmis uit de jaren zestig, een gitaar, een drumstel, met twee jongens of meisjes die helaas niet waren toegelaten tot het conservatorium, ze maakten van het stuiptrekken van de roomsche kerken in die mooie, alweer zo lang achter ons liggende tijd nog iets om te lachen en er waren zelfs enkele pubers die uit een omgekeerde soort balsturigheid erheen gingen. Nooit meer iets van gehoord.
Maar na al die plaatsen in het land die voor hun toeristische inkomsten wel iets zagen in dat plastic kruis met binnenverlichting en Miss Kinnebak als Maria, was De Pesjun deze week dan eindelijk thuis.
Ik las met belangstelling dat in de Bijlmer ongeveer honderdvijftig, ja u leest het goed, 150 kerkgenootschappen actief zijn en dat men in De Pesjun een goede gelegenheid zag om nog eens de aandacht te vestigen op de Bijlmerramp, waarbij een Israëlische – zeg maar joodsche – 747 twee oerlelijke flatgebouwen met de grond gelijk maakte.
Ik heb deze keer maar niet gekeken, men kan de religieuze omroepen EO, KRO en NCRV ook te veel gunnen, en dus heb ik niet kunnen waarnemen of de mannen in witte pakken ook aanwezig waren. Maar hoe dan ook: ik vond opeens dat De Pesjun echt thuis was en voor mij ook echt thuis mag blijven.
En jongelui van de publieke omroepen, vinden jullie niet dat we die waanzin nu al minstens driemaal te vaak hebben moeten aanschouwen?
Volledigheidshalve: ook met die andere Pesjun, die van J.S. Bach, kan het intussen ook wel een beetje kalmer aan.
Dit is mijn uitspraak, en hiermee zult u het moeten doen.
_________
Laatste reacties