De #metoo-discussie leek wel een beetje weggeëbd, en ik heb dan ook geprobeerd enigszins opgelucht me met andere dingen bezig te houden.
Vooraf een algemene opmerking: het zal niet al te veel ophef veroorzaken als ik zeg dat ik van mening was, ben en zal zijn dat ongewenste intimiteiten inderdaad ongewenst zijn.
Dat dit een veel te eenvoudige samenvatting is, dat is inmiddels ook bekend. Iedereen heeft namelijk een iets andere opvatting over wat een ongewenste dan wel gewenste intimiteit is en het wordt vervolgens nog veel ingewikkelder omdat het ook uitmaakt hoe de verhouding is tussen de betrokkenen – vind de een de ander weliswaar sympathiek of zelfs aantrekkelijk, maar wil de een daar dan toch geen intimiteiten van of juist wel, maakt het ook wat uit of de een de intimiteit van de ander eerst wel gewenst heeft maar dat men daar later op terug kan komen.
Ik noem een extreme mogelijkheid: dat een van de echtgenoten de ex aanklaagt wegens bij nader inzien en achteraf ongewenste intimiteit, met als bewijs de aanwezigheid van uit die intimiteit geboren kinderen.
Dat is, mag ik toch hopen, een absurd-theoretische mogelijkheid, want ik wilde het hebben over de totaal tegenovergestelde zijde van het intimiteitsspectrum. Ik lees op de website van Lindanieuws het volgende: De directeur van Unicef UK, Forsyth, heeft ontslag genomen omdat hij in een vorige baan commentaar gaf op wat vrouwelijke medewerkers aan hadden en vertelde wat hij voor hen voelde. Vrouwen die niet op zijn gedrag reageerden, werden op het matje geroepen. Destijds heeft hij zijn ‘welgemeende excuses’ aangeboden aan de vrouwen die hij op deze manier lastig had gevallen, drie in totaal. En daarna ging hij op zoek naar een andere baan.
Natuurlijk is het een rare kerel, zo te horen, maar als dit echt allemaal onder ongewenste intimiteiten valt, dan vrees ik dat minimaal de helft van de mannelijke werknemers in Nederland naar het UWV moet, op zoek naar een baan waarin zij niet in aanraking kunnen komen met vrouwelijke medewerkers.
En sinds ik dit weet ben ik, hoewel ik nooit in een gezagsverhouding van enige betekenis met vrouwen heb gewerkt, zelf ook een gewetensonderzoek begonnen waarvan ik de uitslag binnenkort bekend zal maken. Ik heb namelijk wel eens tegenover een jeugdige collega, die op de redactie verscheen in een ultrakort rokje, geheel naar waarheid gezegd: jeetje, dat rokje van jou leidt mij wel af. Ik heb het laatst nog eens voor de zekerheid gecheckt bij de betrokkene. Ze meende zich te herinneren mijn opmerking als een compliment te hebben opgevat. Het was in die duistere Middeleeuwen toen mensen elkaar nog wel eens geheel gratis en belangeloos complimenten maakten.
Niettemin zal ik maar vast een concept schrijven voor mijn ontslagbrief – ai, dat kan helemaal niet want ik heb geen baan. Wat nu?
En toen opende het Eindhovens Dagblad vanmorgen met de kop: ‘ROC ter AA wil docent niet meer’, en het bericht daaronder is als volgt samen te vatten: op ROC (een soort school) is een docent ontslagen omdat hij grenzen zou hebben overschreden. ‘De verhouding werd te persoonlijk, de docent hield niet de professionele afstand die de school voorstaat’, zegt hoofdmeester Igor van Hooff, wiens vriendelijk glimlachende gezicht het bericht siert. Die verder nog verklaart: dat er ‘geen sprake is geweest van aanranding of iets dergelijks, er is dan ook geen aangifte gedaan, noch door de school, noch door de (twee) studentes. Er is niets strafbaars gebeurd. De studentes zijn meerderjarig… Het gaat erom hoe je als docent met een student omgaat op het persoonlijke vlak. Het is een dunne lijn. Daar is deze persoon overheen gegaan.’
Ik wil graag een verklaring van de in dit verband gebruikte termen ‘of iets dergelijks’, ‘omgaan op het persoonlijke vlak’ en ‘een dunne lijn.’ En als deze persoon over die dunne lijn, wat dat dan ook is, heen is gegaan, dat rijmt dat volgens mij niet met ‘er is geen strafbaar feit gepleegd’.
Verder kan ik er eigenlijk niks over zeggen. Het is een onvolledig bericht, dat meer suggereert dan er wellicht aan de hand is. (Ik zwijg nog maar over het wederhoor van de docent.)
Dus moet ik ook niet het vermoeden uitspreken dat de docent gewoon om heel andere redenen, bijvoorbeeld iets echt heel ergs, is ontslagen.
Of het moest zijn dat Igor van Hooff zich ook wel eens wil profileren in het genre zedenmeesterij dat de laatste tijd danig opgeld doet.
Ik wil eigenlijk zo snel mogelijk terug naar de jaren zestig. Toen was geluk namelijk nog heel gewoon.
_________