Waar het dagelijkse tv-programma’s betreft ben ik de ideale toeschouwer. Ik haak niet snel af.
Ik ken mensen die in 2006 al afhaakten bij De Wereld Draait Door. En in de sindsdien verstreken jaren verdween zo ongeveer iedereen.
Ikzelf zag er lange tijd geen aanleiding toe, ondanks de toegenomen perverse liefde van Matthijs van Nieuwkerk voor rechtse schreeuwlelijkerds. Hij wekte soms de indruk ’s nachts zijn snikken te smoren in een kussen als hij eraan dacht dat zijn ideale gast, Geert Wilders, er niet aan dácht om bij hem aan te schuiven.
Mijn vrienden, kennissen, familieleden, tweeps en diversen haakten een voor een af, om diverse redenen. Om het lange haar van Matthijs van Nieuwkerk, om de arrogantie van diezelfde presentator, om Jan Mulder, om Marc Marie Huybregts, om Prem Radakishun, om het salaris van Van Nieuwkerk, om de kutmuziek.
Dat laatste was mij ook een doorn in het oog, met name als er weer gerapt en gehiphopt werd, of altijd weer die exact eenvormige bandjes met een paar gitaren, een elektrische drum en een zanger die niet kon zingen. En herdenkingen van overleden popsterren van wie nog nooit iemand had gehoord.
Maar er waren ook hilarische jazzbandjes en optredens van klassieke ensembles, vaak origineel bedacht en goed in elkaar gezet. De koks die aan tafel een eend uitpersten die daarna door Matthijs en Marc Marie goedkeurend grommend, respectievelijk binnensmonds giechelend werd genuttigd.
En dat alles kon mijn goedkeuring wegdragen, net zoals ik de verstandige opmerkingen van een lange rij geleerden en deskundigen op allerlei gebied niet had willen missen.
Maar het gelul over sport, meer in het bijzonder over schaatsen met Erben Wennemars en over voetbaldeskundigen, mits voorstanders van Ajax, het duurde jaren voor me dat voldoende ging tegenstaan, maar de laatste tijd merkte ik dat ik wel eens even mijn mail ging checken (dat doe ik ouderwets in een ander vertrek) of zapte naar het Vlaamse journaal, wanneer er weer eens een troep in DWDD aan de slag ging met sport, waarbij de aangeschoven sportlieden vaak niet op konden tegen het nergens op gebaseerde chauvinisme van Matthijs van Nieuwkerk.
Dinsdagavond was het echt zover. Ik had in het journaal de filmpjes al gezien waarop twee Russische schaatsers te zien waren die niet naar de Olympische Spelen mogen, en die kwamen in DWDD ook nog eens voorbij, waarna, schrik niet, het de beurt was aan mensen die namens de NOS het schaatsen van de Olympische Spelen gaan verslaan.
En toen hadden we tafeldame Romana Vrede al gehad met haar onvermijdelijke onderwerp: haar autistische zoon Charlie. Begrijp me goed, het lijkt me verschrikkelijk om zo te lijden als zij en wellicht ook haar kind, maar liever niet elke keer als Romana weer eens tafeldame is in DWDD.
Toen kon ik niet meer, heb de tv uitgezet en ben een boek gaan lezen.
Dapper hè?
Maar DWDD moet weten de teloorgang is begonnen als zelfs ik afgehaakt heb.
Dat was dinsdag.
En toen kwam woensdag.
Met Wilfred de Bruijn die in elegant Frans een deel van een brief van Simone de Beauvoir aan Claude Landsman uit 1953 voorleest. Met Nico Dijkshoorn die daar na hem induikt. Met Splinter Chabot als zijn vader Bart.
Met een grootvader die zijn kinderen terug wil uit IS-gebied.
Met Trijntje Oosterhuis die Ella Fitzgerald een ode brengt.
Met They can’t take that away from me.
Inderdaad. Veeg mij maar op.
_________