Eind van de maand, dat is al gauw, gaat het gebeuren: de website van ING, waar ik mijn inkomen binnenkrijg en zo snel mogelijk weer uitgeef, en waar mijn armzalige spaarcenten staan die mij sinds augustus vorig jaar alweer 2 euro 13 hebben opgebracht, gaat op de schop, hij wordt opgefrist, aldus de jolige tekst op de huidige website. De TAN-codes, die altijd tot mijn tevredenheid hebben gewerkt, worden afgeschaft en ik moet vanaf een nader te bepalen datum mijn overschrijvingen verifiëren met een vingerafdruk, of zoiets.
Daar gaat weer een stukje van mijn privacy. Stel je eens voor dat mijn vingerafdruk (of iets dat daar op lijkt) wordt gevonden op een plaats delict. Justitie stuurt één mailtje naar de bank en voor je het weet zit je nog steeds, maar dan in de bak.
Mijn eerste reactie is: stuur dat spaargeld maar hierheen, dan bewaar ik het onder een steen in de tuin. En eh, ik heb geen mobiele telefoon, dus die truc met die vingerafdruk gaat niet op. Of ik laat mijn inkomen naar een naburige bank in Duitsland sturen, dan krijg ik tenminste nog íets van rente. Mijn inkomen haal ik dan wel met de PIN van mijn rekening en ga ik over tot overal contant betalen. Hebben jullie helemáál geen last meer van me.
Vanmorgen lees ik dat in het openbaar vervoer het contant betalen al een tijdje geleden is afgeschaft. Je kunt gewoon met je wettig betaalmiddel niet meer betalen in bus en trein.
En ik bedenk: mijn inkomen kan ik helemaal niet van de ING halen, want omdat ik daar een ‘salarisrekening’ heb, is mijn hypotheekrente een fractie van een procent lager. De OV-chipkaart kan ook niet met contant geld worden opgeladen.
Bovendien krijg ik al vele jaren de TAN-codes, die je vroeger op papier kreeg, alleen nog maar per sms. Precies, op de mobiele telefoon.
Ik sta dus volledig met lege handen.
De bank is intussen heel redelijk, vindt ze zelf. ‘Heb je geen mobiele app? Dan kun je voorlopig je opdrachten bevestigen met een TAN-code. Later in 2018 gaan we wél afscheid nemen van TAN. Want na ruim 30 jaar is het tijd voor iets nieuws.’
Nou zou ik graag weten: wie vindt waarom het tijd is voor iets nieuws? Omdat het systeem al dertig jaar bestaat? Ik geef toe, dertig jaar, dat is voor een heleboel landgenoten die je, gebukt over hun telefoon, het straatbeeld ziet beheersen, meer dan hun hele leven tot nu toe. Voor mij is het maar iets minder dan eenderde van mijn leven.
Maar er is toch een lichtpuntje: ‘Kan (dat moet zijn ‘kun’) je de app dan nog niet gebruiken, dan zorgen we voor een alternatief’, zo eindigt de mededeling op de website.
Als dat alternatief is dat de ING hier in het dorp weer een loket opent met een bankbediende van een goed merk, die gewoon een brandkast heeft staan waar mijn spaarcentjes contant in liggen, en elke maand ook mijn inkomen, en ik gewoon eens in de week een envelopje kan ophalen met daarin een bedrag voor de boodschappen, dan heb ik dit stukje voor niks geschreven.
Voor niks, bedenk ik opeens, dat kenmerkt heel nauwkeurig mijn relatie met de bank.
Voor niks van de zijde van de bank.
Want die weet uiteraard wél waar met mijn spaarcenten nog flink veel geld te verdienen valt.
‘Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige hand het wil’, zongen ze vroeger.
Het bankwezen weet wel beter.
_______