Het land van Normaal, natuurlijk, maar ook van Matthijs van Nieuwkerk en van A.L. Snijders (die er niet meer woont): de Achterhoek, en dat is, zonder de waarheid al te veel leed aan te doen een van de fraaiste streken van het land, nog flink groot ook – ruwweg het deel van Gelderland dat ten oosten van de IJssel ligt. (Eigenlijk hoort het deel van Nederland dat tussen de IJssel en de Nederrijn ligt, de Liemers, er ook nog bij, maar voor deze ontboezeming is dat van weinig belang.)
Als je van Ruurlo naar Gorssel rijdt kom je in Almen langs de verbouwde boerderij van Van Nieuwkerk, maar ja, er zijn in de Achterhoek zoveel fraaie en voor een groot deel ook prachtig gerestaureerde en/of verbouwde boerderijen: laat maar zitten. Je kunt er hoogstens aan toevoegen: wat een prachtige landstreek om in alle rust en toch op kruipafstand van het centrum van de wereld te wonen, de Westergasfabriek in Amsterdam.
Want fraai is het er. Als je vanaf het Duitse Wesel – vanuit Zuid-Limburg de meest logische toegang – de Achterhoek inrijdt word je in toenemende mate geconfronteerd met de schoonheid van dit land waarvan je al vanaf de lagere school wist dat in dit coulissenlandschap gemengd bedrijf werd beoefend.
Dus geen eindeloze landerijen, maar kleine akkers, maïsvelden, grazige weiden, allemaal omzoomd door minstens gemengde heggen maar heel vaak ook door soms wel eeuwenoude rijen en bosschages bestaande uit beuken en eiken, vooral eiken, zonder uitzondering reusachtig van formaat. En tussen dat alles kleine dorpen, soms voorzien van ietwat zielloze moderne buitenwijken zoals Ruurlo, waar ik deze week al over schreef – niet dat Ruurlo niet goed toeven is, integendeel en als je er toch bent, ga je op zaterdag- of zondagmiddag op de Borculoseweg 2 even aan bij het glas- en aardewerkmuseum. Het kost maar vijf euro.
Maar snel door naar Gorssel – het is of je eeuw terug wordt gevoerd, je komt van diverse kanten het dorp binnen over onverharde zandwegen, die nog heel vooroorlogs kunnen stuiven bij droog, en spatten bij nat weer.
Over ouderwets gesproken: op de camping Jong Amelte mag je zomaar ergens een plekje uitzoeken, en er is geen wifi. Verder hebben ze in restaurant Jansen & Jansen, druk beklante en sfeervolle uitspanning (wel met wifi) die deel is van de camping, geen idee wat Spritz is, of Campari, en een grappa heb ik dus maar niet gevraagd.
Het doel van de reis bevindt zich natuurlijk in de Hoofdstraat van Gorssel, waar het voormalige gemeentehuis vrijwel geheel is uitgebroken en daarna voorzien van een prachtig in chroomstaal, glas, tegelwerk en vooral binnenvallend zonlicht uitgevoerd museum, waar de door miljardair Hans Melchers – daar is hij weer – van mislukte bankier Dirk Scheringa overgenomen collectie figuratieve kunst uit de twintigste eeuw is ondergebracht, onder de naam ‘Museum voor Modern Realisme’, kortweg MORE.
Over die kunstcollectie valt het wel het een en ander te zeggen. Hier zien we weer aan aantal werken van Carel Willink, en je vraagt je af: waarom is dat deel van de collectie verdeeld over de twéé musea? De collectie bestaat uit 1200 schilderijen, in het museum is er plaats voor tweehonderd en volgens de website komen daar nog steeds werken bij.
De keuze van wat er nu hangt is enigszins raadselachtig. Op de website staat Dick Ket vermeld, maar er is niets van deze Arnhemmer te zien, of ik moet me al sterk vergissen. Wel enkele werken van Charley Toorop en haar zoon Edgar Fernhout, van Raoul Hynckes en Pyke Koch en Wim Schuhmacher. Geheel vreemd is het grote aantal portretten van de hand van Emo Verkerk – ik noem als voorbeeld het ‘Portret van Gabrielle’ – Gabrielle was enkele jaren ons buurmeisje – een schandelijk stukje knoeiwerk. Dan had ik liever enkele werken van Jopie Huisman gezien, maar ik weet niet of die deel uitmaken van de voormalige Scheringa-collectie, hoewel toch treffende voorbeelden van Nederlands Modern Realisme.
Momenteel is de bovenste verdieping geheel ingericht met een tijdelijke expositie van een van de belangrijkste vertegenwoordigers van Nederlands Modern Realisme, namelijk de in mei van dit jaar overleden Herman Gordijn. En die had ik niet willen missen.
Gordijn verdiende de kost vooral met minutieuze fotografisch aandoende portretten-ten-voeten-uit van Nederlandse captains of industry en onder andere ook van de jonge koningin Beatrix. Tot mijn vreugde zag ik ook het portret dat Gordijn schilderde van Miep en Loek Brons, bij leven eerste onderbroeken- daarna kunsthandelaars. Je ziet meteen Gordijns onuitgesproken commentaar op het echtpaar.
Maar zijn meest interessante stukken vormen zijn ‘vrije’ werken. Ironische portretten van loze trots enerzijds (De Drie Gratiën) en beelden van spectaculair lichamelijk verval (Hoer met Cyclamen, Arnon Grunberg met hoer) ook allemaal weer minutieus geschilderd, waarbij je soms zelfs in de lach schiet omdat het ook gaat over ‘wie lacht niet die de mens beziet’, maar je heel vaak ook een glimlach of zelfs een brede grijns niet kunt vermijden door het scherp getroffen en toch enigszins karikaturale ervan. (Hierna zou je op zoek kunnen gaan naar de precieze definitie van ‘modern realisme’.)
Verbijsterend is de visie op de gruwelijke schoonheid van het menselijk lichaam zoals verbeeld in het enorme werk Agnes (1976). De naakte zwangere vrouw die zich trots en ongegeneerd laat zien, door de schilder afgebeeld in een klassiek interieur waarin zij minstens drie meter lang moet zijn, een majestueus, maar ook bijna vreeswekkend monument van vrouwelijkheid.
Dan ben je wel toe aan een smakelijke lunch en daar is op doeltreffende wijze voor gezorgd door de associatie van het museum met de ernaast gelegen kolossale uitspanning ‘Loetje’, die haar Amsterdamse oorsprong niet verloochent en dus als pièce de resistance een fikse biefstuk van de haas in eigen jus veil heeft, gegarneerd met stroken bacon, gebakken uien en dito kalfslever.
Aldus gesterkt kun je nog een wandeling maken door diezelfde Hoofdstraat, rijkelijk voorzien van fraaie villa’s onder de monumentale eiken, die het begrip lommerrijk een nieuwe dimensie geven. En Italiaans restaurant is op zondagmiddag helaas gesloten maar heeft zonder enige twijfel een van mooist gelegen terrassen van Nederland, met daarachter een aardig beeld van wat Gorssel en wijde omgeving (waaronder uiteraard Almen) te bieden heeft: het gebouw van een makelaardij die Christie’s International Real Estate heet, naar het beroemde Londense veilinghuis, waar je de keus hebt uit villa’s en landgoederen in de prijsklasse tussen 1 en 5 miljoen (en meer) euro.
Zoiets dus. Er zijn ook wel objectjes van een half miljoen te koop, maar die hangen opzij van het huis en zijn bovendien niet te beschouwen als een teken van de positie van deze landstreek onder de gewilde woomomgevingen voor mensen in het bezit van groot geld.
Op 15 oktober, tussen haakjes, verdwijnt Herman Gordijn uit MORE Gorssel, en is het de beurt aan Hermanus Berserik.
Een van mijn all time favourites.
Eens zijn of ik tegen die tijd daar in de buurt ben.
_______
Laatste reacties