Geen idee hoe het komt, maar 2017 blijft een jaar van jubilea en gedenkdagen – althans voor mij. Ik heb er al enkele malen gewag van gemaakt: van alles is dit jaar vijftig, zestig of zelfs een enkele maal precies zeventig jaar geleden.
Deze week weer een paar.
Natuurlijk niet allemaal even grappig. Zo was eergisteren de 73ste verjaardag van mijn broer, die in april van dit jaar precies twintig jaar dood was. Hij overleed aan de gevolgen van alvleesklierkanker. In bepaalde gevallen schijnt de medische wetenschap daar tegenwoordig nog wel iets hoopvols voor te weten, maar twintig jaar geleden haalden ze je galblaas weg zodat je de laatste maanden van je leven niet knalgeel en met jeukende huid moest doorbrengen, en daarna kon je wachten op het onvermijdelijke. Mijn broer hield het nog bijna een half jaar vol.
Vandaag is het precies zestig jaar geleden dat ik het diploma van de afdeling a van de Hogere Burgerschool in ontvangst mocht nemen, ik neem aan uit handen van de directeur van de hbs, pater Hulshoff van de Sociëteit van Jezus, de Jezuïet die daar toen over ging op het Canisius College op de Berg en Dalseweg 81 in Nijmegen.
Iets heel bijzonders was dat niet, ik meen dat het al het elfde jaar was dat iedereen die aan het examen had deelgenomen er ook voor slaagde. Dat kan natuurlijk een gevolg zijn van het superieure onderwijs dat de school aanbood, maar het kan ook dat enkele figuren die wellicht niet zouden slagen, buiten de examens werden gehouden.
Je kon er ook weinig mee, met dat diploma, de meeste universitaire studies waren uitgesloten omdat de hbs’er geen Grieks en Latijn had gehad. Je kun, meen ik me te herinneren, sociologie en economie studeren, zoals bekend inmiddels nauwelijks nog gerekend tot de echte wetenschap, en als je je best deed voor een colloquium doctum ook nog rechten en psychologie, maar dat was zo’n beetje het academisch perspectief. Misschien dat ook de kweekschool tot de mogelijkheden beloofde, maar ik wist toen nog niet dat ik een zeker talent voor onderwijzer had en het lokte me ook niet aan.
Ik liep vervolgens wat examenfeestjes af, raakte mijn verkering kwijt (maar daar werd snel iets aan gedaan) en ging weer aan de slag als werkstudent. (Ik had het ook al eerder gedaan in de vakanties. Je verdiende 1 gulden 25 cent per uur, waarvan tien procent werd ingehouden door het Bureau Werkende Studenten.)
Eerst nog even de erwten- en bonencampagne bij Zwanenberg in Oss, gevolg door appels plukken in uitgestrekte boomgaarden in een gebied ten westen van het Maas-Waalkanaal (in Nijmegen zeggen ze Maas en Waalkanaal) waar daarna een uitgestrekte woonwijk genaamd Dukenburg werd gebouwd.
Iets anders zat er nauwelijks op, want ik wist toen al dat ik op 3 december ‘voor eerste oefening’ in militaire dienst moest.
Dat verhaal komt dus ook nog, dit jaar.
_________