Deden we vóór, sla eens een slag, 1980 iets aan de Dodenherdenking? Natuurlijk wel, maar ik weet niet of ik er iets mee had. Natuurlijk zat ik vaak stilletjes voor de tv en keek naar de Dam in Amsterdam waar dat overgestileerde ritueel zich elk jaar weer afspeelde en ik heb me er wel eens over verwonderd dat het nooit pijpenstelen regende. Meestal was het zelfs onbewolkt.
Het was natuurlijk stil, tijdens de hele ceremonie, zodat je het geraas van de grote stad goed kon horen, dat gaat gewoon door, herdenking of geen herdenking. Hoewel in moderne verhoudingen Amsterdam al lang niet meer tot de ’grote steden’ kan worden gerekend: de stad past een keer of dertig in een willekeurige buitenlandse stad, ik noem Seoul.
Amsterdam heeft, als enige plaats in Nederland, wel iets gemeen met buitenlandse steden: een merkwaardige inzichzelfgekeerdheid waardoor er allerlei rare discussies ontstaan die buiten Amsterdam nauwelijks of geen rol spelen. Bijvoorbeeld de koddige ‘nee, dan jij’-discussie waarmee blanke en zwarte (voornamelijk) dames het elkaar volledig in de grond stampen beoefenen.
Ik heb jaren geleden al een beetje afgehaakt, trouwens; met name toen de gesneuvelde Koreastrijders aan te herdenken mensen werden toegevoegd. Ze waren gevallen in een mijns inziens foute oorlog in een land waar Nederlandse soldaten helemaal niets te zoeken hadden. Velen van hen hadden de smaak te pakken gekregen in de schandelijke koloniale oorlog die Nederland enkele jaren eerder had gevoerd in een poging om het Hollandse kapitaal in Indië te redden.
De discussie die dit jaar wordt gevoerd onder het motto ‘hee, wij weten ook nog wel een paar gesneuvelden!’ is inmiddels van een onwaardigheid waarvoor nauwelijks woorden bestaan.
Maar ik stel ook vast: elk jaar ‘sneuvelen’ in Nederland tegen de honderdvijftigduizend mensen en hoewel die niet allemaal vermoord zijn door beulshanden dan wel gesneuveld in een oorlog, Maar om de meeste van die mensen wordt getreurd. Ze zijn dood en moeten daarom wat mij betreft herdacht worden.
Dat doet een primitieve godsdienst als het katholicisme op 2 november, trouwens, hetgeen te prijzen valt.
Naarmate ik ouder wordt sterven er in mijn omgeving ook nogal wat mensen, zodat ik een hele lijst te herdenken overledenen zou kunnen noemen aan wie ik zelden, soms, vaak of elke dag wel denk, een paar seconden lang, twee minuten, of wel tien of twintig keer op een dag.
Maar een begraafplaats bezoek ik zelden of nooit.
De herdenking op de Dam mag wat mij betreft eigenlijk wel achterwege blijven omdat deze demonstratie tegen onrecht nergens meer terecht kan: de Duitsers die de Joden en de verzetsmensen doodden zijn allemaal, op een enkele min of meer stokoude demente bejaarde na, ook dood.
Het moorden is daarna doorgegaan, onverminderd, tot de mensheid is uitgeroeid.
Waarna er echt helemaal niks meer te herdenken valt.
En voor wie om 8 uur vanavond twee minuten stil wil zijn: graag. Ik denk dat ik meedoe.
________