Terug van weggeweest, bijna drie weken geen televisie gezien (ja, op sommige terrasjes hingen schermen waarop geruisloos voetbal, de saaiste tv na schaatsen en wielrennen), alleen wat plaatselijke kranten gelezen, veel gesnuffeld in boekhandels, stapels boeken gekocht, wonderbaarlijk lekker gegeten, veel te veel gedronken, goudbruin gebrand, veel geld armer.
Bij thuiskomst een groot gevoel van verlies: Het Groot Dictee der Nederlandse Taal is geschrapt. Ik was er nog voor aan het oefenen! Ik heb er bijna al die jaren aan meegedaan, ik dacht dat het zelfs al langer bestond (bijvoorbeeld sinds het jaar nul). Met de taal had het dictee natuurlijk weinig te maken, maar wel alles met de spelling daarvan. Het Groot Dictee was al jaren een aanklacht tegen de ‘deskundigen’ die bepalen hoe je het Nederlands spelt – meestal is van enige logica, voor zover mogelijk bij ‘spelling’, geen sprake. Die stok achter de deur is dus verdwenen.
Eén ding hoop ik: dat SBS6 het format niet overneemt, en waarom niet? Kijk maar eens wat die verbasterd hebben aan de Rijdende Rechter. Dar hebben ze nog net weten te voorkomen dat iemand die zijn boom moet snoeien roept: objection!
Nogmaals: drie weken geen tv gezien en nauwelijks het nieuws gevolgd. Nederland heeft nog geen kabinet, Trump is nog altijd president en de gewelddadige zelfmoordenaars zijn nog altijd niet op. Maar het weer is van mijn afwezigheid wel danig opgeknapt.
Er is ook somber nieuws te melden: de camper staat op het parkeerterrein van een Iveco-garage in een dorp in Italiaans Zwitserland, wachtend op ‘repatriëring’ – zo noemt men dat blijkbaar – wegens een niet te repareren defect aan de versnellingsbak, reserve-onderdelen bestaan niet meer voor een Italiaanse bestelwagen uit 1994. Ik had het twee jaar geleden al kunnen vermoeden toen er een paar weken nodig waren om ergens een gebruikt motorblok voor die bak te vinden.
Toen ik in de gehuurde BMW 520i het parkeerterrein verliet keek ik in de spiegel en zag hem staan: een nurkse ouwe hond die je niet zo gauw laat ‘inslapen’, een gemakkelijk zittende ouwe wollen stinktrui, die korte broek die je al sinds 1990 hebt en die je steeds minder droeg wegens ouwe benen maar die je niet weg kon doen. Of nog anders: die met veel kunst- en vliegwerk vliegend gehouden Dakota, waarop ik zo trots was naast al die nichterige, veel te grote gloednieuwe campers in de kleur van de wasmachine, waar ik, de ouwe rot in het ‘kemperen’ hem steeds vaker tussen moest parkeren. En waarvan de huurders, die stuk voor stuk als eerste handeling na aankomst de tv-schotel opstellen en zich daarna in de camper terugtrekken voor de vertrouwde tv uit het vaderland, een beetje meewarig kijken naar een ouwe man die stickers verzamelt uit alle delen van Europa en ze op zijn camper plakt.
Ik bedenk nu dat mijn ‘kemperleven’ ongeveer even lang heeft geduurd als dat van het Groot Dictee, en Djamila en ik hebben er voorlopig even wat moeite mee nu eens een geheel ander reisleven te gaan leiden. Natuurlijk, het kan heel goed zonder camper, sommigen denken zelfs: het kan veel béter zonder camper.
Maar reizen met een camper is zoals reizen met de trein, nee, met de Orient Express – naar Locarno, Monaco, Venetië, altijd de smoking mee en met veel zin in lange flaneertochten langs musea, vergezichten én terrassen waar een smoking nog op prijs wordt gesteld en waar ik dan graag een totaal vergeten cocktail zou bestellen, als aperitief: tweederde Campari en eenderde Punt e Mes, stirred, not shaken – och, die is ook al dood, Roger Moore, overleden niet ver van de plek waar onze camper nu nog staat, wachtend op een onzekere toekomst.
Zal ik van de volgende reis terugkeren en moeten meemaken dat 2 voor 12 en Per Seconde Wijzer het lot moeten delen van het Groot Dictee?
Ik waarschuw maar even: er is een grens aan mijn incasseringsvermogen.
Are you ready to rebus?
_______