Is de voetbalsport eigenlijk een deel van de Nederlandse identiteit? Daar wordt al sinds jaar en dag staand het Wilhelmus gezongen en de terreinknecht heeft dan al de trotse driekleur gehesen die trouwens ook nog wel eens het gevreesde symbool van ‘die roofstaat aan de Noordzee’ is genoemd. Onderwijl letten de kijkers en vooral de sportcommentatoren goed op: wie van de spelers zingt niet mee, wie zingt wel mee maar kent kennelijk de tekst niet, en daar wordt dan geregeld uitgebreid verslag van gedaan. Wie niet meezingt of maar een beetje de mond en en dicht staat te doen is toe aan een functioneringsgesprek. Met iemand uit het verzet.
Sybrand Buma, de lijsttrekker van het CDA is kennelijk ‘die VOC-mentaliteit! Toch?’ in de bol gevaren en heeft geopperd om leerlingen op scholen elke ochtend de vlag te laten hijsen en vervolgens staande het Wilhelmus ten gehore moeten brengen; en hij bedoelde niet dat dat het aantal ADHD’ertjes en dyslectici zal verminderen, maar wel dat de Nederlandse identiteit er op die manier als het ware wel ingetimmerd wordt. Eat that, Maxima! Een leuk plan waarvan iedereen, inclusief Buma en Balkenende, tevoren al weet dat er niks van gaat komen, ook al omdat niemand bij die aanstellerij zijn lachen kan houden.
En ook natuurlijk omdat in tientallen heel erg foute landen op de wereld precies dát wordt gedaan, met trots voorop Noord-Korea en, inderdaad, de Verenigde Staten van Amerika, the land of the free, van krantenjongen tot miljonair en de welbekende onbegrensde mogelijkheden, maar uit zijn aard als land dat, vrijwel geheel gevuld is met volk dat van heinde en verre is gekomen, per definitie dus geen eigen identiteit heeft.
Dat geldt, als je er even over nadenkt, natuurlijk ook voor Nederland. Wat dat betreft is de huidige bevolking van Nederland een compleet allegaartje: in alle eeuwen dat het gebied, dat niet ten onrechte NEDERland heet, droog genoeg was voor bewoning is het een komen en ook weer gaan van mensen geweest, en daar heeft, tot voor kort dus, nooit iemand van opgekeken.
Letterlijk geen hond kan namelijk aantonen dat hij of zij afstamt van iemand die in de buurt van Krommenie of Alphen aan de Rijn ooit met de hand geboetseerd is door God zelf, en tot leven gewekt doordat diezelfde God met zijn naar wiet stinkende adem leven is ingeblazen en zo de stamvader werd van het Nederlandsche Volck, voorzien van een geheel exclusieve eigen identiteit.
‘Indentiteit’, zeggen veel Nederlanders trouwens, en als dat nog niet voldoende aanwijzing is, moet u toch eens bij de krantenkiosk De Telegraaf van vandaag bekijken: Staan voor Wilhelmus, zo luidt de openingskop, ook nog een leuke woordspeling, als u dat nog niet geheel zelfstandig zag.
Een en ander geeft nog wel even de gelegenheid nog eens na te denken over de toepasselijkheid van Nederlandse volksliederen.
Het Wilhelmus had van alles te maken met de Tachtigjarige Oorlog en verder nergens mee. Tot begin jaren dertig van de vorige eeuw was het ook niet ‘ons’ volkslied, dat was toen Wien Neêrlands Bloed door de Ad’ren Vloeit, dat is zo mogelijk nog absurder – het was meteen ook het enige verstandige besluit van onze geliefde Vorstinne Koningin Wilhelmina, om dat lied af te schaffen en er, godbetert, dat stomme Wilhelmus (Buma vindt nu dat ik gestraft moet worden belediging van het Volkslied) af te schaffen.
Waar de blanke top der duinen kan intussen ook al niet meer, mede omdat het in het kader van de voortschrijdende milieuvervuiling nu ‘Waar het met roetvegen besmeurde zand der duinen’ zou moeten heten en dat bekt niet lekker.
We moeten concluderen dat Nederlanders aanzienlijk minder benepen zijn in hun identiteit dan De Telegraaf en de politieke leiding van het land in de persoon van Sybrand Buma – elk jaar wordt Bohemian Rhapsody van Queen uitgeroepen tot het echte volkslied, en als dat niet voldoende is hebben we altijd nog het Slavenkoor uit de opera Nabucco van Verdi en, uiteraard, het Potje Met Vet.
Daarna komt natuurlijk onvermijdelijk Waarheen, waarvoor, maar daarover wellicht een andere keer.
________