Het is was een soort debuut voor ons allebei, dat interview in 1960, toen Kitty Courbois (1937-2017) net met lof was afgestudeerd aan de Toneelschool in Arnhem en ik net een jaar leerling-journalist was bij De Gelderlander in Nijmegen. De redactie had mij afgevaardigd naar haar studentenkamer in de rosse buurt van Arnhem, waar niet ik, maar zij de eerste vraag stelde: ‘Wat wil je me allemaal vragen?’
Het is allemaal lang geleden en ik leed toen heel erg aan l’esprit de l’escalier – het resultaat was een klein stukje met een foto erbij die ik vanavond nog eens terugzag in het NOS Journaal. De tekst zou ik moeten opzoeken in het ‘analoge’ in het archief van de krant, want die doet niet meer met het digitaliseren van de Nederlandse pers door de Koninklijke Bibliotheek, zodat het artikel online onvindbaar is.
Ik schat: dat het interview moeilijk vindbaar is geen groot verlies, want ook mijn schrijfstijl zou pas in de jaren daarna een voldoende gaan scoren.
‘Wat wil je me allemaal vragen?’ is me trouwens daarna nog vaker gesteld, altijd door mensen die nog nooit geïnterviewd waren.
Na dat gesprek heb ik haar nooit meer gezien of gesproken. Haar broer Pierre wel, die kende ik trouwens al veel langer – in de schitterende zomer van 1957 haalde ik mijn diploma hbs-a en kampeerde daarop aansluitend een aantal weken bij ‘het Gat van Burgers’, een kleine inham in de linkeroever van de Waal, bovenstrooms van Nijmegen. We waren een wilde bende, of er veel gezopen werd herinner ik me niet – soms dook iemand in de Waal om aan de overkant in een café cola te gaan kopen – maar behalve dat we donkerbruin waren, werden we vooral geteisterd door het nachtenlang drummen van Pierre, die toen verkering had met mijn jongste zus Lidia, z.g.
Daarna moesten we in militaire dienst, of gingen naar de universiteit. De meeste van het groepje van tussen de twaalf en twintig jongelui zag ik nooit meer terug, alleen Pierre zo nu en dan, die verkering heeft alles bij elkaar nog lang geduurd.
Maar Kitty zag ik dus niet meer.
Waarom ook wel.
Wat een indrukwekkend oeuvre, trouwens.
_________