Het is inderdaad een beschamend gezicht, de Grondwet schrijft voor dat het weer tijd is voor verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en in plaats van dat we ons daar ernstig op voorbereiden, maken er we een absurd soort variété van, waarbij acht lijsttrekkers in een circustheater 45 seconden krijgen om hun punt te maken, daarbij zoveel mogelijk gehinderd door iemand, ja, inderdaad door iemand met de rang van ketelbinkie.
En wat zien we dan: acht mensen, de lijsttrekkers die op grond van het feit dat ze er géén talent voor hebben, gekozen hebben voor het beroep van cabaretier en meteen denken de allermoeilijkste vorm van dat vak te moeten kiezen, namelijk die van stand-up comedian, in het Nederlands: de one-man show.
Het is helemaal geen schande om als cabaretier die beseft nooit veel verder te zullen komen dan tussen de schuifdeuren van de Tweede Kamer een bekwame tekstschrijver in dienst te nemen, maar daar hebben we in Nederland natuurlijk veel te weinig van, bovendien is zo’n tekstschrijver duur.
En voor een politicus géén oplossing.
Vanmiddag keek ik, nee, niet naar het Carrédebat, ben je mal, maar naar Podium Witteman, en hoorde de daar geïnterviewde Britse dirigent Sir John Eliot Gardiner zeggen dat een symfonie-orkest geen democratie kan zijn, maar dat er binnen het orkest wel consensus moet bestaan over de juiste manier van uitvoeren van het stuk.
En wat is de Tweede Kamer anders dan een orkest dat moet zorgen dat in Nederland alles gespeeld wordt zodat iedereen het mooi vindt, dat het ook nog echt mooi is en geen enkele valse noot of wanklank verklinkt. Natuurlijk blijven het mensen en een enkele keer zal er iemand zijn die in de verleiding komt een collega te laten merken het beter te kunnen dan hij of zij – en als dat te vaak gebeurt vliegt hij of zij eruit, en het resultaat moet dan zijn dat Nederland niet alleen het meest harmonisch klinkende maar meteen ook het land is waar iedereen het gevoel krijgt gelukkig te zijn, en wij elkaar nog uitsluitend minzaam groetend tegemoet treedt of vóór laat gaan.
En dat is dus geen pleidooi voor een Erdoganstaat, waar zo’n beetje geldt: u hebt recht op uw eigen mening, als dat ook maar de mening van meneer Erdogan is, zoiets.
Nee, het gaat om een land vol volwassen mensen die weten dat niemand het onderste kan kan krijgen maar wel dat met wat goede wil ieder minimaal aan zijn of haar trekken komt.
En dat is geen romantische kletskoek vol politiek onbegrip, welnee, het bestaat gewoon. En het heet moesjawara.
Het woord betekent beraadslaging, boze tongen willen daar nog wel eens het woord ‘eindeloze’ vóór zetten, maar door het instellen van een minimaal aantal spelregels – tijdsduur, verbod op herhaling, verbod op kennelijke sabotage, deelnemers aan de beraadslagingen moeten er zichtbaar blijk van geven het algemeen belang in het oog te houden. De leden van de Tweede Kamer moeten er gekozen worden op grond van hun verdiensten voor de samenleving.
Het vereist nogal wat aanpassing natuurlijk, en er zullen mensen zijn met dusdanig extreme standpunten die helemaal niet aan de orde kunnen komen, maar dat is toch alleen maar winst.
Goed zo.
Proberen dus maar?
________