‘Samsung!’ roept ze. En: ‘Metallica!’
Ze is bijna vier jaar en staat op het punt te begrijpen wat ‘lezen’ is. Weliswaar ‘leest’ ze die twee woorden niet echt, maar ziet ze een plaatje dat ze herkent, van een telefoon, respectievelijk van een T-shirt, zoals ze Mega Mindy en K3 onmiddellijk herkent op de tv.
Eigenlijk is ze dus al een stap verder in de richting van ‘begrijpend lezen, want als je kunt lezen (bijvoorbeeld wanneer je de basisschool hebt doorlopen) spel je niet meer de losse letters maar herken je een woord als een ‘beeld’. Maar als ik op een stuk papier het woord ‘Samsung’ schrijf, herkent ze dat niet. Het is dus duidelijk dat het lettertype het beeld ‘Samsung’ maakt.
Er zit dus nog een essentiële stap tussen die ze nog moet nemen. Waardoor je leert andermans handschrift te lezen, of tekst in bijzondere lettertypes.
Maar komaan, ze moet de basisschool nog beginnen.
Haar broer (‘Dit is mijn broertje en hij heet S.’) is sinds gisteren twee jaar oud en is heel wat trager met spreken en doet het ook nog flink slordig. ‘Dankjewel’ komt eruit als ‘dajewe’ of zoiets en hij vindt het makkelijker om tegen iemand die ‘Raffaele’ heet ‘Ele’ te zeggen.
Toch komt er ook bij hem af en toe een verrassing uit.
Hij krijgt een brokje oude kaas, zegt, duidelijk articulerend, ‘Mmm, lekker’, en eet het smakelijk op. Als het op is roept hij: ‘Meer kaas!’ Hoewel hij ook ‘smeerkaas’ zou kunnen bedoelen, natuurlijk.
Het lijflied van mijn beide kleinkinderen is momenteel (het wisselt nogal) ‘Als je in je buikje kijkt’, een vrolijk kinderlied dat gezongen wordt door Monique Smit. Het is geschreven door haar broer Jan, ook uit Volendam en de titel is gelukkig niet letterlijk bedoeld.
Dat het lied soms een wat onbegrijpelijke tekst heeft, dat zal de kinderen een enorme biet zijn – het lied schaart zich daarbij onder de songs waarin sprekende wolven voorkomen en meisjes die twee emmertjes water pompen.
De kleine man kent de hele tekst van buiten, hoewel je hem nauwelijks kunt verstaan omdat hij bij het mompelen ook nog eens zijn speen in zijn mond houdt.
Maar als ik plotseling de stilte verbreek – hij is met kleine autootjes aan het rangeren – en citeer uit Monique’s lied: ‘Daar komt de auto!’ dan speelt hij geconcentreerd door, maar je hoort duidelijk dat hij het vervolg van de tekst reproduceert – tu-tu- dede-tu!
Is dat een antwoord? Of is het een Pavlovreactie, officieel: een geconditioneerde reflex?
Onwillekeurig vind ik het een beetje jammer dat ze zich ooit gaan losmaken uit die ontwikkeling, dat ze zich bewust worden van zichzelf, dat ze steeds meer op de volwassenen gaan lijken.
Tot die tijd maar blijven observeren.
Dat is de functie van grootvader: je hebt bijna geen poepluiers, helemaal niks te maken met de dagelijkse conflicten en conflictjes, alleen maar met wezentjes die alles vanzelfsprekend vinden, zich argeloos laten vormen, en zelfs niet in de gaten hebben dat ze dagelijks enorme hoeveelheden bijleren.
‘Samsung’!