Door Peter Stiekema
De ouderenpartij 50plus kan maar wat trots zijn op lijsttrekker en huidig fractievoorzitter Henk Krol. Zo'n onkreukbaar rechtschapen personage zie je vrijwel nooit in de politiek. Nou ja, hij ziet nog wel eens iets over het hoofd. Maar vergissen is menselijk, toch? Errare humanum est, heet dat in goed Latijn. Natuurlijk vergeet je, als je een bedrijf hebt, pensioenpremies te betalen voor het personeel, maar dat was geloof ik, vooral de schuld van een secretaresse. Onhandig mens. En er was ook iets met subsidies voor de Gay Krant, die niet helemaal op de plek kwamen waar ze voor waren bedoeld.
En dan had je nog een leaseauto en een boete van de Belastingdienst, maar daar zaniken we niet over. Wat zegt u, een opgeleukt cv? Ach, dat doet toch iedereen. Hij mag dan amper op het gymnasium gezeten hebben maar een paar Latijnse spreuken zijn hem zeker niet onbekend. 'Pecunia non olet' bij voorbeeld. Of 'declarare humanum est’. Nog zo'n fijne: 'Declarandi te salutant'. Ik heb dan weliswaar geen Latijn gehad op de hbs, maar (pseudo) Latijnse spreuken? Ik verzin ze waar u bijstaat.
Inmiddels moet Henk Krol toch wel een van de roestige spijkers aan Jan Nagels doodskist zijn. Jan Nagel, door vele partijpolitieke wateren gewassen, is de grote man op de achtergrond bij de ouderenpartij van Krol. Want die beschouwt dat partijtje zo'n beetje als zijn persoonlijk eigendom. Maar wat moet je met een lijsttrekker die beloofd dat de AOW-leeftijd weer teruggaat naar 65 jaar. Hij zou er zelfs een breekpunt van maken. Kost wel een miljardje of twaalf, maar dat lossen we wel op. Dat betalen die oudjes gewoon terug van hun veel lagere bevroren AOW. Een smakelijke bolknak uit eigen doos. Maar daar lullen we niet over. Jan Nagel moest deze week nog alle zeilen bijzetten om de gemoederen te bedaren en Henk was even onzichtbaar. Dat doet ie wel vaker, als het moeilijk wordt, of weer eens iets vergeten is.
In de vroege jaren zeventig, toen ik als beginnend journalist op de redactie van de dagbladen van Brabant Pers zat, werd ik al voor hem gewaarschuwd. Krol werkte daar namelijk ook, hoewel 'werken' in dit verband wellicht een te actief werkwoord is. Als we 's nachts na gedane arbeid gingen stappen in een kroeg te Best, die op de een of andere manier 'De erme mensen' werd genoemd. waarschuwden mijn collega's: 'Leen nooit een tientje aan hem uit, want je krijgt het nooit meer terug'. Niet veel later zat Krol bij de TROS-radio. Hij werkte voor een rubriek over menselijke mogelijkheden en onmogelijkheden, een soort 'Heel de Mens' maar dan op de radio. Presentatrice was Dorith Witte. Mijn toenmalige schoonouders waren voor een gesprek over hun gehandicapte dochter uitgenodigd en de Tros zou via Krol de reiskosten voldoen. Het geld is nooit overgemaakt, ondanks diverse telefoontjes naar en met programmamaker Krol. Mijn keurig nette schoonvader, inmiddels al lang overleden, wist het toen al: 'Henk Krol is een drol', zo verzuchtte hij na de zoveelste mislukte poging de onkosten vergoed te krijgen.