Een columnist die werkt voor een commerciële omroep opperde vanmorgen een geweldig goed idee: het stemrecht zou moeten worden ingehouden voor mensen van boven de 55 jaar. Reden: die mensen hebben geen toekomst meer.
Nou zou ik wel een discussie willen beginnen over de vraag of een toekomst die zich over nog minstens dertig jaar en misschien zelfs wel vijftig jaar uitstrekt niet gerekend kan worden tot de toekomsten zoals wij ons die voorstellen, maar ik wil een andere kant op.
Het is namelijk een goed idee, op zich, om bepaalde categorieën van mensen uit te sluiten van het stemrecht.
Zo vind ik het raar dat mensen tussen de 18 en 40 jaar mogen stemmen. Ik heb weliswaar weinig contact met die leeftijdsgroep, maar ik heb begrepen dat men daar uitsluitend bezig is met ‘leuk nepnieuws’ van zogenoemde ‘vloggers’ op de mobiele telefoon en vaak zelfs nog een abonnement heeft op de Donald Duck.
Nee serieus: mensen die geen idee hebben wat dat precies is, stemmen, en daarom hun stem geven aan de man of vrouw met het hoogste haar, die zouden wel mogen stemmen, maar dan pas na een serieuze cursus staatsinrichting afgesloten met een examen met gunstig gevolg. Ik begrijp dat dat een geheel nieuwe winstgevende bedrijfstak in het leven zou roepen – ‘wij geven uw stem in anderhalf jaar een zinvolle bestemming, €2500, exclusief examenkosten’ – maar dat moet dan maar.
Het kan ook anders. Als we toch terug in de tijd moeten, zou het stemrecht uitsluitend voorbehouden kunnen zijn voor mensen die alleen vermogensbelasting betalen. Daarmee zijn we terug bij koning Willem I en omdat dan nog uitsluitend en onveranderlijk een soort combinatie van VVD & D66 aan de macht komt, kunnen we net zo goed de verkiezingen helemaal aan de kant doen. Dat scheelt enorm in de kosten, en brengt ook de gemoederen in den lande tot bedaren.
Dat heeft tevens tot gevolg dat juist 55+’ers stemrecht krijgen, omdat het daarvoor benodigde type rijkdom tegenwoordig niet zo gemakkelijk meer uit erfenis wordt verworven en je dus zelf moet werken om zo ver te komen.
De rest van het stemloze gepeupel mitsgaders hun hologige kinderschaar kan vervolgens schilderachtig creperen in ineenstuikende Vinexwijken en zich vermaken met uitzicht op de zestienbaans autowegen voor de stemgerechtigden, die uiteraard ongelimiteerd snel mogen rijden, desnoods 400 km/u.
Dat het stemrecht ooit bedoeld was om te komen tot een vertegenwoordigend lichaam dat het algemeen belang en het welzijn van iedereen in het land voor ogen had en daar eensgezind en volhardend naar streefde, dat zijn we kennelijk vergeten, inmiddels.
Want dat algemeen belang, zo is tegenwoordig het algemeen behartigd vermoeden, dat is immers uitsluitend het belang van ‘de elite’.
Daar heddetetal, zeggen ze in Brabant.