‘All the news that’s fit to print’, en: ‘Facts are sacred, comment is free,’ fraaie slagzinnen die de moderne Amerikaanse journalistiek een groot aanzien hebben gegeven – een aanzien dat weer eens waargemaakt moet worden, nu meer dan ooit. De papieren kranten worden in ieder geval aangemoedigd door de sterk stijgende oplagen als gevolg van het optreden van Donald Trump en zijn club – ik heb de neiging te denken dat de nieuwsgierigen er zich bewust van zijn geworden dat de televisie slechts oppervlakkig te werk gaat en samen met het internet ook de bron is van nepnieuws of, in modern Amerikaans: alternative facts.
Maar je moet het ook weer niet al te rooskleurig willen zien. Het is niet allemaal Woodward en Bernstein, die in de jaren zeventig de Watergate-affaire aan het licht brachten en de val van president Richard Nixon bewerkstelligden.
In het boek The Dark Side of Camelot van Seymour Hersh, dat een politieke biografie is van de gebroeders Kennedy, wordt onthuld hoe het kwam dat wij pas veel later vernamen dat vooral de president, maar ook zijn broer, beiden enkele malen bijna het einde van de beschaving hadden ingeluid door roekeloos politiek gedrag. Verder komen we te weten dat de gebroeders werkelijk tegen de klippen op zich suf neukten: de president zelf moest elke dag een keer of drie, vier van bil, liefst met meerdere vrouwen.
Hoe komt het dat we dat niet wisten? Journalisten plachten zich bijna dood te vechten voor een plekje in het presidentiële vliegtuig, voor reisjes over de hele wereld, voor toegang tot het zwembad in de kelder van het Witte Huis, waar veel van genoemd geneuk in alle openbaarheid plaats vond.
Maar al die journalisten lieten het wel uit hun hoofd daar ooit één letter over naar buiten te brengen: het zou ze het plaatsje in het vliegtuig en aan de ‘lunch’ bij het zwembad hebben gekost en ook naar overige gunsten – leuke primeurtjes, over sommige daarvan mochten ze dan weer wel schrijven – wel konden fluiten.
Ik moest daaraan denken toen ik deze week per ongeluk stuitte op Keith Olbermann, medewerker van de website GQ.com. Ik ken de man verder helemaal niet, maar aangaande de Amerikaanse journalistiek had hij enkele hartige opmerkingen paraat.
‘Als Kellyanne Conway (persafdeling Witte Huis) zegt dat we onze relatie met haar moeten herzien, dan zeggen wij: graag. Interview Kellyanne Con-Job (con-job: de boel belazeren) niet! Zend de persconferenties van Spicer niet rechtstreeks uit! Trump zegt dat de pers zijn grootste vijand is. Stop dan de rechtstreekse uitzendingen van zijn toespraken! Neem ze op, monteer er de door je fact checkers gevonden weerleggingen van Trumps leugens tussendoor en zend het dan pas uit. Kortom: laat jezelf geen onderdeel maken van de propagandamachine van Trump! En kom me niet aan met de smoes dat je het risico loopt ervan verdacht te worden twijfel te zaaien aan de legitimiteit van zijn presidentschap, want hoe kun je twijfel zaaien aan de leigitimiteit van een presidentschap dat niet legitiem is? En ook niet met de smoes dat je die leugens van hem nu eenmaal moet verspreiden omdat je markt dat eist, of dat de concurrentie je voor zal zijn. Let wel: niemand die gelooft in de leugens van Trump, Conway Spicer en de rest van zijn club, kijkt ooit naar ABC, NBC, CBS, CNN, BBC MSNBC en C-SPAN. De harde kern van de aanhangers van Trump, de fascisten, de racisten, die kijken naar Fox en lezen Breitbart, en die zullen de komende tijd kijken naar Erger-dan-Fox en Erger-dan-Breitbart, want daar kun je op wachten. Jouw markt en jouw identiteit verplichten je de leugens te ontzenuwen en ze uit en te na te publiceren waar je maar kunt.’
Dat had iemand in de jaren zestig ook kunnen zeggen tegen de journalisten die de Kennedy’s moesten volgen.
Maar nu is het wellicht noodzakelijker dan zelfs toen.
Stephen Bannon, die nu in de Nationale Veiligheidsraad van de Verenigde Staten zit, zegt uit en te na dat hij, in navolging van Lenin, de wereld wil zien branden.
Bannon is volgens velen feitelijk de president en niet die zielenpiet van een Trump die nog geen trap op of af durft zonder dat iemand zijn hand vasthoudt – die zet alleen maar die artistieke handtekening.
Bannon zelf drukt op de rode knop.
________