In intellectuele kring in Nederland – zeg maar onder de elite – lijkt het een beetje mode te worden de talkshow De Wereld Draait Door, al elf jaar onder de exclusieve leiding van Matthijs van Nieuwkerk, af te doen als een ‘Amsterdams onderonsje’, ‘altijd weer de usual suspects’, ‘het vaste plekje van Mart Smeets, Jan Mulder, Marc Marie Huybregts, Jeroen Krabbé en Typhoon’.
En het is waar, Van Nieuwkerk voldoet ook aan een ietwat ongebruikelijke beschrijving. Hij is, ik kan dat met enig gezag samenvatten, een typisch Hollandse journalist. Ik heb het nu over de journalisten van mijn generatie waarin dezer dagen een sterftegolf bezig lijkt – mannen, vooral mannen met een mislukte carrière als onderwijzer of dominee, die ongeschikt waren gebleken voor een intellectueel beroep maar wel ontembaar nieuwsgierig waren, geboren roddelaars, en van zichzelf behept met naar spruitjes ruikend conservatisme.
Matthijs van Nieuwkerk eet, zo stel ik mij voor, thuis het liefst gewoon een karbonaadje met tot snot gekookte andijvie en een bloemig piepertje, terwijl hij intussen in zijn programma laat zien hoe je een eend uitperst. Hij keek geïnteresseerd toe hoe Joost Zwagerman in gloedvolle bewoordingen beschreef wat wij moeten zien in een geheel bruin schilderij van Mark Rothko, en ik zou bijna wedden dat hij thuis een kunstwerk heeft hangen, voorstellende een wenend zigeunerjongetje.
Bij Van Nieuwkerk uit het zich ook in een zekere nederigheid ten opzichte van echte intellectuelen (‘DOKTOR Freek Vonk!’) en hij is bezeten van het rare idee dat referenda iets met democratie te maken zouden kunnen hebben.
En natuurlijk hoef je niet te kijken als het alwéér over fietsen, schaatsen of voetballen gaat en dan als het even kan over de meer ranzige aspecten van die sporten. En natuurlijk erger ik me er ook aan dat een item pas echt geslaagd gevonden worden als de protagonist in snikken uitbarst.
Maar er is ook positiefs te melden. En dan niet zozeer dat Erben Wennemars deze week ontbrak toen DWDD ‘twintig jaar géén Elfstedentocht’ vierde en dat we Prem Radakishun alweer een tijdje niet gezien hebben.
De popup-exposities van DWDD waren een groot publiekssucces. De ‘voorstellingen’ van de DWDD University in de gashouder van de Westergasfabriek in Amsterdam zijn iedere keer weer binnen een paar minuten uitverkocht.
De Wereld Draait betekent enorm veel voor de Nederlandse literatuur, voor de klassieke muziek, ook in zijn extreme uitingen zoals het Canto Ostinato van Simeon ten Holt – debuteerden Lucas en Arthur Jussen niet op tv in DWDD? – voor de popmuziek (al snap ik Van Nieuwkerks voorkeur voor hiphop totaal niet) voor de Nederlandse film en het Nederlands toneel in het algemeen (al vind ik zelf dat Halina Reijn nu wel even weg kan) en voor de allochtone medemens in allerlei opzichten, van de al genoemde Prem tot Akwasi, tot, inderdaad: Typhoon, tot Fidan Ekiz en Özcan Akyol.
En nu met Donald Trump aan de leiding zal het nogal overdreven enthousiasme van DWDD voor ‘everything American’ ook wel een beetje bekoelen.
Lucky TV, dát is nog eens een vondst. Elke persiflage op ‘Willy’ bevredigt zowel de royale critici als de oranjegezinden en draagt intussen ook bij aan de populariteit van koning en koningin.
Een nationaal programma dat alleen al onze steun en aandacht verdient omdat Geert Wilders er niet in durft te verschijnen, maar dat wel het eerste slachtoffer wordt als de PVV aan de macht komt en de vijanden van de staatsveiligheid worden opgeruimd.
________