Door Peter Stiekema
'We gaan er volgend jaar allemaal op vooruit', zo kraait één van de beroerdste kabinetten allertijden victorie. In maart zijn er Kamerverkiezingen en dus moet de boodschap niet al te somber zijn. En helaas is de gemiddelde Nederlander kort van memorie en niet erg diep van inzicht, tenzij het over de decolletés van sommige dames gaat. Gemiddeld schijnen we in 2017 1 hele procent meer in onze portemonnee te mogen verwelkomen, de een wat minder, de ander iets meer.
We geven een rekenvoorbeeld. Stel iemand verdient 1500 euro bruto per maand. Dan krijgt deze gelukkige mens er iedere maand bruto 15 euro bij. Maar eerst komt de fiscus nog even langs. Oeps, daar zijn al weer zes euro verdwenen. De verzekeringen verhogen de ziektekostenpremie met gemiddeld 3.5 euro per maand. In de beurs zijn we inmiddels 9,5 euro kwijt, resteren nog 5,5 euro. Maar ook de diverse gemeenten kunnen niet rondkomen met de hen door het Rijk toegewezen budgeten en verhogen de belastingen met enkele euro's per maand. Laten we zeggen 5 euro. We hebben nu nog 50 eurocent over. Dan wordt het ophalen van het huisvuil nog eens duurder, verhogen de waterschappen de prijzen voor het schoonhouden van het wateroppervlak en betalen we nog wat extra milieubelasting aan onze gas- en elektriciteitsleverancier. En dan hebben we nog de inflatie van pakweg 1 procent (de roverheid streeft overigens naar een inflatie van 2 procent, want dat heet beter voor onze economie, maar dit terzijde) weg zijn onze vijftien euro bruto. Sterker, we hebben al meer dan 15 euro netto ingeleverd.
En zo worden de vaderlandse burgers blij gemaakt met een overleden mus, die wegens de heersende hitte van het dak is gevallen. Of zoiets.