Een dwarsligger, dat probeer ik mijn hele leven al te zijn, hoewel lange tijd een dwarsligger gewoon een biels was die de taak had de treinrails min of meer op hun plaats te houden. De fotografische dwarsligger is al jaren het landschap.
Jaren geleden zag ik in een prachtige boekhandel in Kampen een tafeltje apart staan, met daarop een stelletje Dwarsliggers. De naam was ietwat misleidend, want de dwarsigheid straalde er niet vanaf, integendeel: het waren boekjes, naar de titels en de auteurs te oordelen keiharde bestsellers uit een recent verleden. En ze kostten een tientje, als ik me goed herinner.
Nee, anders beginnen.
Enkele weken geleden kreeg ik weer eens een aanbod van het dagblad Trouw. Vier weken de krant voor vier euro en als cadeau het boek Geachte heer M., van Herman Koch. Ik had dat boek niet gekocht omdat het geen al te florissante recensies had gekregen. Maar komaan, als het gratis is moet je er niet over zeuren, bovendien beloofde Trouw dat ze na afloop van de genoemde vier weken niet zouden bellen of mailen om me een nader abonnement aan te smeren, waaraan ze zich niet hebben gehouden. Maar dit terzijde.
Halverwege de periode waarin me door een wel zeer ouderwetse etiquetterubriek heen heb geworsteld, het eeuwige palaver omtrent de protestants-gristelijke godsdienst en niet te vergeten een heel stel columnisten die er beter aan zouden doen naar ander emplooi om te zien, viel er een envelopje in de bus.
Het bevatte een Dwarsligger.
Het bleek nummer 300 te zijn en het was inderdaad de roman Geachte heer M. van Herman Koch.
De Dwarsligger is inmiddels qua handzaamheid opgevolgd door de e-reader, en het boekje heeft ook ook ongeveer het formaat van zo’n elektronisch apparaat, althans, wanneer je het openklapt, dwarslegt inderdaad, en naast een e-reader houdt.
Het boek lijkt in meer aspecten op een e-reader: zo telt het veel meer pagina’s dan het ‘normale’ papieren boek, in dit geval iets meer dan zevenhonderd. Met dien verstande dat één pagina twee nummers heeft, te weten een niet aangegeven even nummer en een wèl aangegeven oneven nummer. Twee pagina’s vormen samen feitelijk één pagina, hoe zal ik het zeggen, weet je wat: ik doe er een foto bij.
De Dwarsligger is een goed idee: het is bijvoorbeeld sterk papier- en ruimtebesparend. Het boekje meet 8 bij 12 centimeter en is ongeveer 13 millimeter dik. Om het iets plastischer te stellen: op een boekenplank van een IKEA-Billy die nu een kleine veertig boeken ruimte biedt, kunnen (ik had bijna gezegd: maar liefst) 175 Dwarsliggers! (twee extra planken zijn daar uiteraard bij onontbeerlijk.)
Bij een ‘normaal’ boekenbezit van 5000 stuks heb je 22 Billy’s nodig; als je al die 5000 boeken in Dwarsliggervorm zou kunnen kopen had je 5 of zes 6 Billy’s voldoende. De Dwarsligger, kortom, is de ideale boekvorm voor de kleinbehuisde boekenverslinder. (nog zuiniger is uiteraard een micro-SD-kaartje, waar al die boeken ook op kunnen. Alleen is de kans groot dat je dat kwijtraakt in de zoom van een pantalon, tussen de pagina’s van een boek of in het rommellaatje in de keuken).
Die boekenverslinder moet bij de Dwarsligger genoegen nemen met juist dat dwarse formaat, dat met name in bed, in de trein, in de tuin etc, dus zonder gebruik van een tafel, met zich meebrengt dat men het boekje met beide handen open moet houden. Nog vervelender: het papier van de dundrukuitgave is zo dun dat je, uiteraard ongewild, steeds twee pagina’s om(hoog)slaat (soms zelfs meer) en dan terug moet door een beetje de vinger bevochtigen (niet te veel, daar kan het papier niet tegen), handelingen waardoor je gemakkelijk uit je concentratie gehaald wordt.
Conservatisme op vormgebied is een belangrijke eigenschap van de ouderwetsche boekenlezerd – vandaar dat ik van de e-reader inmiddels grotendeels ben teruggekeerd naar het papieren boek. (Tip: voor de Billy’s zijn opzetstukken te koop die bij voldoende kamerhoogte ruimte bieden aan veertig boeken extra).
De e-reader gebruik ik alleen nog als ik boeken DRM-vrij kan krijgen, als u begrijpt wat ik bedoel.
Een mens heeft al meer dan genoeg aan zijn kop, zou ik denken.
Overigens ben ik het wel zo’n beetje hier mee eens, qua Herman Kochs boek.
_______