De vraag of je aan iemand mag zien dat hij of zij wit, blank, bruin, geel, rood of zwart is dan wel ‘een kleurtje’ heeft is op zich al moeilijk genoeg, laat staan dat je mag zéggen dat je het gezien hebt en er ook een woord voor gebruikt, bijvoorbeeld dat iemand er ‘scandinavisch’ uitziet, of ‘mediterraan’. Mag ik iemand die er donkerbruin uitziet ‘neger’ noemen of moet ik hem of haar als het per se moet, omschrijven als ‘sub-Saharaans’?
Ik moet of mag helemaal niks en het is heel gemakkelijk: je mijdt gewoon het hele onderwerp. Je merkt zelfs helemaal niet op dat als iemand een blanke ‘een witte’ noemt, dat niet alleen als een scheldwoord klinkt, maar ook vaak als zodanig bedoeld is.
Ik noem een willekeurig concreet voorbeeld: Sylvana Simons. Een verwijzing maken naar haar vermoedelijke etnische achtergrond is vrijwel nooit nodig; als ze al omschreven zou moeten worden kun je volstaan met, ja, wat? Cabaretière misschien, of danseres. Of nee: ‘bekend van DWDD’ eerder, of, toe maar, presentatrice. Het meest opvallende aan haar uiterlijk is haar haardracht, bij elk televisie-optreden weer spectaculair anders, van volstrekt kaal tot een zwarte bos kroeshaar van zowat een meter doornsnee; haar haardracht van gisteravond kan niet anders omschreven worden als ‘blond kroeshaar’ – maar ja, dan heb je dus gezien en opgemerkt en vervolgens ook nog net niet gezégd maar wel aangeduid dat Siyvana Afro-Nederlands is. En dat mag dus niet – laat staan dat je is opgevallen dat Sylvana het beste omschreven kan worden als ‘zwart van beroep’. Waar dan die spectaculaire haarkunst voor dient, als je die dus geacht wordt niet opgemerkt te hebben, Joost zal het weten.
Sylvana zei gisteren in DWDD dat ze iedere keer als ze in het openbaar verschijnt ‘een hoop bagger’ over zich heen krijgt. De term ‘een hoop bagger’ of ‘een bak stront’ is het exclusieve domein van de Bekende Nederlander, en met wat herschikken van de definitie van de BN’er kun je Sylvana tot dat kringetje rekenen. Voor een BN’er is het bijna van levensbelang prominent voor te komen in de sociale media zoals Facebook, Twitter, Instagram, LinkedIn en noemt u maar op.Een stapje hoger nog staat de BN’er die zelf niet twittert. Sylvana twittert niet meer sinds 30 juni vorig jaar. De BN’er Extra Speciaal is dan ook de BN’er die zelf niet twittert en facebookt etc maar dus wel die bakken over zich heen krijgt. En daar dan met ingehouden trots melding van maakt bij Mathijs, Humberto, Jeroen of Albert.
Hoe erg is dit? Ik zie nog Herman van Veen bij Pauw & Witteman zitten sidderen als een espenblad (heet dat, meen ik) na via Twitter ontvangen doodsbedreigingen. Wat het uitstorten van deze en andere ongezelligheden op de ’sociale media’ vooral betekent: dat een deel van de negenhonderdduizend Twitteraars in Nederland er geen moeite mee heeft zichzelf onbeleefd of zelfs onbeschaafd te tonen en dat ook nog bijna altijd anoniem, dus achter een nickname, doet.
Nog nooit heeft iemand van dat relatief minieme clubje de daad bij het woord gevoegd, en daar vermoedelijk zelfs nooit aan gedacht. Anoniem achter je morsige toetsenbordje roep je gauw al iets, zo weten we intussen.
De oplossing ligt ongelooflijk voor de hand: zeg al je accounts op sociale media op en leef verder in alle rust en vooral anonimiteit.
Ik weet het natuurlijk helemaal niet, maar ik houd de mogelijkheid open dat Sylvana dáár al helemaal niet op zit te wachten.
________