Zo langzamerhand begin ik enig begrip te krijgen voor de neiging van minder democratisch ingestelde staatsstructuren om de officiële in de grondwet vastgelegde vrijheid van meningsuiting te ‘begeleiden’.
Oorzaak: het internet in het algemeen en de sociale media in het bijzonder.
Sociale media, tussen haakjes, is natuurlijk óf een foute vertaling van een Amerikaanse uitdrukking, of het is een nieuwe uitdrukking uit de door George Orwell uitgevonden taal Newspeak – waar ook ‘oorlog is vrede’ bij hoort, en ‘haat is liefde’.
Wij worden geconfronteerd met een geheel nieuw verschijnsel: het internet maakt het mogelijk met vrijwel iedereen op de wereld in contact te treden – en wat dan gebeurt is iets dat we al op kleine schaal zien sinds de auto bestaat: in de beschermde ruimte van een automobiel is het veel gemakkelijker om alle andere weggebruikers verrot te schelden, omdat jij, vanuit je huiskamer op wielen, bijna als vanzelfsprekend de beschikbare weg voor jou alleen opeist en wie daar niet aan meedoet wordt verbaal platgemaakt – alleen de echte gekken komen ook uit de auto, pakken de crick of een honkbalknuppel en voegen de daad bij het woord.
De essentie is dat Twitter en Facebook en Instagram het heel gemakkelijk maken mensen die je niet kent en die je – buiten degenen die je kent van de televisie – nog nooit hebt gezien, te prijzen, natuurlijk, maar vooral: te verketteren, zeg maar rustig: verrot te schelden.
(Even een gewaagde stelling: het kan ook gaan om mensen die je nog nooit hebt geroken. Iemands geur geeft veel mensen het idee te maken te hebben met iemand die je kent en met wie je rekening moet of wilt houden zoals je rekening houdt met (de gevoeligheden van) je familie, je collega’s of je dorpsgenoten.)
Zolang het schelden zich beperkt tot het voetbalstadion, merkt eigenlijk niemand het. Nu het voetbalschelden doorgaat op de sociale media kan iedereen er kennis van nemen en worden concurrerende voetbalsupporters en desnoods complete landen, nationaal en internationaal, een groep die dood moet.
Sinds het Stenen Tijdperk werd er in de jenevergrot (later: café) gekankerd op iedereen die er niet bij was. Het grote ‘succes’ van Hitler was dat de vijand, de Joden, onzichtbaar was en dus kennelijk in het geniep de overname van de wereld voorbereidde. Geert Wilders gaat ook vooral te keer tegen iets onzichtbaars: de Islam. Het kan hem, ook kennelijk, niet zoveel schelen of hij ook de belijders van die godsdienst haat, maar dat doet hij zo spaarzaam mogelijk – daar zitten namelijk mensen die bij wij rekenen tot de categorie ‘leuke buurman’.
Het nepreferendum van een paar weken geleden ging over iets dat niet bestaat: Oekraïne als een gevaar voor onze economie, onze gulden, onze werkgelegenheid, onze zelfstandigheid als natie, onze roomblanke dochters. Het succes was niet erg groot – slechts twintig procent van het electoraat was gevoelig voor de aantijgingen – maar dat is groter dan het paranoïde nationalisme sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland is geweest.
Het internet maakt het mensen die, terecht uiteraard, vluchten voor oorlogsgeweld, gemakkelijk om het land uit te zoeken waar je heen moet vluchten om het gemakkelijkst voortaan in je levensonderhoud te voorzien. Een keuze tegen een verblijf in een land in je eigen buurt en West-Europa, wordt je op die manier heel gemakkelijk gemaakt.
Maar datzelfde internet faciliteert dat binnen de kortste keren in Europa een achterban kan worden verzameld die bereid en in staat is zich met geweld tegen de vluchtelingenstroom te keren. En terroristen wordt het maken van plannen voor aanslagen gemakkelijk gemaakt – zij het dan dat een ander technisch hulpmiddel daar ook een onmisbare rol in speelt: het mobiele telefoonnetwerk.
En zoals ik in het begin zei: de oplossing is misschien niet: tegen Mark Zuckerberg zeggen dat hij moet stoppen met Facebook. Maar een verantwoordelijke voor de regering van een staat zou de gedachte eraan je wel eens kunnen bekruipen.
Want zeg nou zelf: wat is er eigenlijk zo nuttig aan Facebook (behalve als advertentiemedium) en Twitter? En al die andere sociale media, vermomd als democratisch bestempeld reactiemiddel op websites van kranten en tv-stations?
We hebben altijd zonder gekund, een belangrijk deel van de bevolking doet het nog altijd zonder en het netto effect is dat onverwantwoordelijke elementen, onder het mom van het recht op vrijheid van mneningsuiting de kans krijgen de wereldvrede in gevaar te brengen.
Moeten we daar niet eens over nadenken?
Of ben ik nu alweer te ver opgeschoven in de richting van Recep Tayyip Erdogan?
________