Dat krijg je als je wezenloze opvattingen hebt over democratie (‘ja, doen we, referendum, feest van de democratie. Nee, iedere stem telt. Al stemt er maar één nee, dan gaat het ook niet door. Niet goed? Nou ja, dan moet er wel een bepaald percentage kiezers komen opdagen natuurlijk. Hoeveel? De helft plus één? Veel te veel, dan slaagt niemand erin een al lang vastgelegd en geratificeerd wetsontwerp alsnog verworpen te krijgen, dus dat moet lager. 40 procent? Nou, maak er 30 van. Goed? Dank je wel.’)
Wat je dan krijgt: dat het nee-kamp wint als het 19 procent van het electoraat achter zich krijgt, en dat de aanstichters van het onheil dat een daverende overwinning vinden en meteen meer van dat lekkers willen.
Daar is ten eerste Jan Roos, mij verder niet goed bekend, maar hij heeft bedrog heeft gepleegd door een referendum te vragen over een kwestie die neerkwam op ‘wat moeten we met die ondermensen uit een Oostblokland, die komen door dat verdrag hierheen om onze banen in te pikken en aanslagen te plegen,’ tijdens de rit te veranderend in ‘we hebben de pest aan alles dat niet Hollands is.’ Opvattingen en optreden van een Hollandse voetbalhooligan die liefhebbert in de politiek.
En dan Thierry Baudet, veruit de gevaarlijkste gek van het stel. Op Wikipedia lees je dat hij, als 33-jarige, een wetenschappelijke staat van dienst van jewelste heeft, maar als je hem een paar minuten op tv ziet, met die snelle oogbewegingen, de vreemde houding van zijn hoofd, zijn typische taalgebruik, dan zie je dat je hier te maken hebt met iemand die je, laten we zeggen, liever niet het schip van staat in handen geeft.
Hij staat zelfs te boek als filosoof, maar dan wel, als ik even mag, als filosoof uit de voetbalkantine. Hij heeft dan ook een aparte kijk op vrouwen en de EU, en ik citeer gewoon hemzelf: ‘De realiteit is dat vrouwen niet met respect behandeld willen worden door hun overheid; dat ze helemaal niet willen dat je hun ‘nee’, hun weerstand respecteert: de realiteit is dat vrouwen overrompeld,
overheerst, ja: overmand willen worden door een Europese Superstaat.’ Wie hem op 20 november 2014 in De Wereld Draait Door over dat onderwerp zag praten weet precies wat ik bedoel. Absoluut geschift, eh, verward.
Zijn opvattingen over de staat houden bijvoorbeeld in dat je gesloten grenzen moet hebben en een bevolking die over alles denkt zoals hij, en dat je die bevolking moet bijbrengen dat alles van over de grens gewantrouwd en bestreden dient te worden. De Derde Wereldoorlog begint in Nederland, zoiets.
Iets van dat alles las ik vanmorgen in de Volkskrant terug in het artikel waarin een poging wordt gedaan te wegen wat premier Rutte aan moet met de uitslag van het referendum. De meeste lidstaten, aldus het artikel, zouden kunnen leven met een apart kattebelletje bij het verdrag waarin staat dat het niet de bedoeling is dat Oekraïne ook lid wordt van de EU. Maar dat zou Polen ergeren, dat sterk voorstander is van het lidmaatschap. (Een groot deel van Oekraïne wordt bewoond door etnische Polen.)
Tja. Veel ernstiger is uiteraard het feit dat het standpunt van Polen Thierry Baudet ergert. Het staat er echt. En daarmee staat Rutte in zijn hemd; hij wil Polen, een van de grotere EU-landen en toch al een beetje lastig, te vriend houden; maar dan is onze Thierry zijn vriend niet meer. Ai ai ai. Gelukkig blijkt die nog wel bereid Rutte te adviseren.
Wat we na 1945 een tijdlang zeker wisten: nooit meer gekken aan de macht.
Maar het is al bijna weer zo ver.
_______