In het populaire tv-programma De Kwis was een miltiplechoicevraag opgenomen. Wat is de meest aantrekkelijke toeristische attractie ter wereld? Mogelijke antwoorden: De Machu Picchu in Peru, De Taj Mahal in India of De regio Parkstad in Zuid-Limburg. Sophie Hilbrand gaf het foute antwoord (‘Machu Picchu’) want het juiste antwoord was: De Regio Parkstad in Zuid-Limburg. Hè?
Gisteravond had ik een korte Twitterdiscussie met een van de redacteuren van het Limburgs Dagblad, waarin ik mij enigszins sceptisch toonde tegenover de prijs die de regio had ontvangen in Dallas Texas – de andere genomineerden waren de nationale parken van Zwitserland en Kaapstad in Zuid-Afrika. De collega van het LD poneerde dat Parkstad de prijs had gekregen voor de manier waarop de regio bezig is zich te ontwikkelen van een ouderwetse zwart/grijze kolenmijnstreek tot een aantrekkelijke regio voor toeristen.
Maar zelfs een website waar zijn eigen krant bijdragen aan levert, 1Limburg, kopte vorige week zo: ‘Parkstad is uitgeroepen tot beste toeristische bestemming ter wereld.’ En de eerste zin van het artikel luidde: ‘De Zuid-Limburgse regio kreeg de prijs op de WTTC-conferentie in het Amerikaanse Dallas, de grootste conventie in de toerismebranche.’
VVV-directeur Anya Niewierra was aanwezig bij de uitreiking (benevens een gedeputeerde van de provincie Limburg en een wethouder van de gemeente Landgraaf) en die riep, naar omroep L1 zegt euforisch: ‘Nu gaan de journalisten komen, daar gaan ze internationaal over praten, we komen op de covers van de reisbladen. Is dat niet super?’
Om te beginnen moet je eens ophouden met alles super te vinden, maar ook mevrouw Niewierra is kennelijk van mening dat Parkstad de Machu Picchu en de Taj Mahal voorbijgestreefd is – zou kunnen: de covers van de reisbladen zijn uiteraard te koop voor de meestbiedende. Of Anya daar voldoende geld voor heeft, dat gaan we nog merken.
Eerlijk is eerlijk, er stond ook: ‘Parkstad won de prijs vanwege de succesvolle overgang van industriegebied naar toeristische regio.’ Volgt een opsomming van al het moois dat de laatste twintig jaar allemaal tot stand is gekomen, met meteen even mijn ‘recensie’: een leuke, maar kleine dierentuin in Kerkrade, een afzichtelijke en energievretende overdekte skibaan op een voormalige steenberg, een attractiepark dat inmiddels een bergplaats van oude kermisattracties is geworden en een ‘Museumboulevard’, die inderdaad van internationale allure is. Er is al een tijdje niets vernomen van een pretpark ‘Grand Canyon’. Aan Pinkpop verdient Parkstad helemaal niks, de omwonenden hebben er alleen maar last van.
Kijk even mee: eerst hebben ze er dertig jaar over gedaan om alle sporen van het mijnverleden uit te wissen – dat is niet gelukt, maar de intentie was er – en daarna kwam, zo zegt men nu, het plan om de regio toeristisch te ontwikkelen, vooral als concurrentie voor vanouds geheide toeristische trekpleisters als Valkenburg en Maastricht.
Parkstad is intussen nog altijd voor een belangrijk deel industriegebied, maar kan nog altijd zelfs voor een krimpende bevolking (de jeugd trekt weg) niet voldoende werkgelegenheid genereren. Zie het zo: aangedreven door de (uiteraard voornamelijk ondergrondse) mijnindustrie ontstond een grote en uitstrekte stad, de Oostelijke Mijnstreek, tegenwoordig dus Parkstad Limburg geheten. De ondergrondse industrie verdween, voor al die mensen moest werkgelegenheid worden gevonden. In Parkstad wonen 255.000 mensen, de bevolkingsdichtheid is 1200 inwoners per vierkante kilometer, de streek biedt hier en daar nog de aanblik van armoedige afbraakwijken, hoewel die in hoog tempo verdwijnen. De industrie kwam aanvankelijk af op de geboden subsidie, de meeste bedrijven zijn alweer verdwenen, met name detailhandel.
Oud-senator Nic Tummers zei ooit tegen me: ‘Na het sluiten van de mijnen had de bevolking hier ook niks meer te zoeken.’
Ondanks de grote bevolkingsdichtheid was en is Parkstad over het algemeen een heuvelachtig gebied met veel bos (met opvallend weinig oude bomen), akkerland en heidevelden tussen de schijnbaar slordig neergelegde woonkernen en steden.
Momenteel is men druk bezig de bijl te leggen aan flinke stukken van de vaak nog kleinschalige en intieme begroeiing door de aanleg van een 27 kilometer lange autoweg die Parkstad in de lengte in tweeën splitst en waarvoor duizenden bomen en stukken uniek natuurschoon moeten wijken. De autoweg, die van niks naar nergens voert, is dringend gewenst voor de laatste industriëlen – zonder die weg zouden zij op den duur ook vertrekken, zo luidt de redenering.
Toerisme is in zo’n situatie de laatste strohalm voordat een regio totaal vervalt. Dan zal het toerisme dan ook in het voorgenomen beleid van Parkstad wel een belangrijke factor zijn. Ik citeer even uit het Regioprogramma’ van de Parkstadraad, Stadregio Parkstad Limburg (12 juli 2010)
Het schetst de visie op de toekomst (Parkstad 2040) en de strategie tot 2020. ‘Op die basis worden de komende jaren alle uitvoeringsprojecten beoordeeld en geselecteerd. De bevolkingsaantallen lopen terug in Parkstad. Anticiperen hierop door te zoeken naar kansen is voor de regio van groot belang. Zoals het verbeteren van het woningaanbod, vergroten en verbeteren van het groenareaal, beter afstemmen van het retailaanbod. Investeren in de duurzame economische vitaliteit van Parkstad om de potentie van de regio te vergroten. Het Regioprogramma steunt op de Strategische Agenda die in samenwerking met de Provincie Limburg is vastgesteld.’
Over toerisme geen woord.
Maar dat gaan de covers van de reisbladen natuurlijk goedmaken.
_________