Het is me wel vaker overkomen: je vindt een bepaald medium van goede tot zeer goede kwaliteit, tot je er een keer zelf mee te maken krijgt.
Neem de Volkskrant die 26 april waarin een artikel naar aanleiding van een van de eigenaardigste ‘awards’ die ooit is uitgereikt: de prijs die Parkstad Limburg onlangs kreeg voor de ‘transformatie van grauw voormalig mijngebied naar bruisende toeristenbestemming’. Bedoeld werd: dat de streek zich succesvol ontwikkeld had van een gebied waar na honderd jaar grove exploitatie door een alles overheersen mijnindustrie gepoogd moest worden er een leefbaar gebied van te maken voor de honderdduizenden mensen die in de loop van driekwart eeuw door die mijnindustrie waren aangetrokken, maar nu zonder uitzicht waren achtergelaten.
Dat zal allemaal best, en het resultaat is – na meer dan vijftig jaar na het besluit om de mijnen te sluiten – best goed te noemen. In het artikel in de Volkskrant wordt gewag gemaakt van 5800 arbeidsplaatsen in het toerisme, maar dan moet je toch wel ook het laatste cafeetje in Nuth meerekenen.
De inkomens van de mensen in de streek zijn gemiddeld laag, de bevolking vergrijst, veel jongeren trekken weg wegens geringe kans op een behoorlijke baan (werkloosheid voor 15- tot 25-jarigen in Landgraaf is 11.4 procent, in Kerkrade nog hoger), de economische maatregelen die met de mijnsluiting gepaard gingen betroffen vaak ondernemers die zich op de beschikbare subsidie stortten om zich in ‘Parkstad’ te vestigen, maar trokken even zo hard weer weg toen de subsidie op was. ‘Parkstad’ is trouwens zo’n typische makelaarsnaam, die pas na twintig jaar schoorvoetend de plaats inneemt van het aloude ‘voormalige Oostelijke Mijnstreek’.
V oor het artikel in de Volkskrant trok de verslaggever naar Zuid-Limburg, dat wil zeggen: naar het park Mondo Verde in Landgraaf en steekt daarvan de loftrompet. Het park is sinds een jaar of tien eigendom van een familie van kermisexploitanten die het oorspronkelijk als een groene wereldreis bedoelde park, het woord zegt het al, volplempte met kermisattracties. In het artikel wordt gewag gemaakt van ‘het Landgraafse tuinen- en dierenpark Mondo Verde’, een van de best lopende attracties in Zuid-Limburg. De nieuwe eigenaar knapte het op en ‘breidde het uit met tientallen diersoorten, en nu trekt het een half miljoen bezoekers per jaar.’ In werkelijkheid is het voor een deel dus een totaal achterhaald type dierentuin.
De merkwaardige foto bij het artikel benadrukt het ordinaire kermisachtige van de ‘attractie’.
Verderop wordt GaiaZOO in Kerkrade wel genoemd, maar niet dat dat nu een moderne dierentuin is die betrokken is bij een aantal Europese fokprojecten van bedreigde diersoorten en evenmin dat het een aantal jaren achtereen de leukste dierentuin van Nederland was.
De Brunssumse streekhistoricus Paul Borger looft ook de ontwikkeling. Er is niets meer te zien van de mijnen, zegt hij tegen verslaggever. ‘Dat is wel jammer’. Zou hij vergeten zijn dat Brunssum nog altijd de afzichtelijkste steenberg van de mijn Hendrik herbergt? Die wordt wel voor een deel afgegraven, maar een groot stuk blijft liggen.
Lovend is de verslaggever over de weg die momenteel dwars door Parkstad wordt aangelegd en hier de Buitenring heet. Ik citeer: ‘In 2018 gaat ... een gloednieuwe ringweg rondom de Parkstad open. Deze zogenoemde 'leisure ring' moet de bereikbaarheid voor toeristen verbeteren door alle attracties in het gebied met elkaar te verbinden. De provincie Limburg betaalt 450 miljoen euro voor het project.’ (Dat is ruim 160.000 euro per kilometer. En het is maar de vraag of men het daarmee redt, SB) Zo moet het ook voor Belgen en Duitsers een stuk makkelijker worden om een bezoek te brengen aan de Parkstad.’
Er is in Parkstad wat afgelachen om die term ‘leisure ring’. Van leisure is geen sprake, het is een normale vierbaans autoweg en je mag er gewoon 100 rijden, als dat niet, volgens de heersende trend, meteen ook 130 wordt. Het woord leisure (‘op je gemak’) moest de weg door de strot van de bevolking duwen, die bezwaar had tegen deze lawaaimaker in deze toch al niet zo’n rustige streek en met name ook bezwaar had tegen de grootschalige verwoesting van natuurgebied en boombestanden die met de aanleg van de weg gepaard gaat. Er was wel sprake van ‘natuurcompensatie’, hetgeen betekende dat enige verloren hoekjes werden beplant met iele boompjes en struikjes. De wegeninfrastructuur in Parkstad was inderdaad niet optimaal, maar de Buitenring snijdt Parkstad echt helemaal doormidden.
Naar verluidt wordt de Buitenring feitelijk aangelegd voor de realisering van de plannen van een vage investeerder die dreigde af te haken met zijn plannen voor een grootschalig pretpark min Brunssum, dat Grand Canyon moest gaan heten. Al in geen jaren meer iets van gehoord, maar die weg gaat door.
De Belgen en Duitsers komen bovendien van links en rechts en niet van boven naar beneden – de weg loopt ruwweg van Noord naar Zuid en gaat een gapend litteken vormen door het gebied, en uit de cijfers blijkt dan ook dat toeristen al zonder de Buitenring wisten hoe ze Mondo Verde en de skibaan van Snowworld en andere attracties moesten bereiken.
Kortom, een paar ondernemers profiteren van het beschikbare geld en van de daarbij min of meer passende infrastructuur, de bewoners zitten met de lawaai-overlast en hebben er verder – zie de werkloosheidscijfers – niet veel aan. Een teken aan de wand is al jaren dat de mensen massaal op de PVV stemmen, als ze daar de gelegenheid toe krijgen. In de Parkstadgemeenten Kerkrade, Landgraaf, Heerlen, Brunssum en Onderbanken was de PVV bij de Europaverkiezingen van vorig jaar de grootste partij. Om even een idee te geven van de stemming in de streek.
Maar goed, de Volkskrant had een leuk verhaal.
Maar was het niet gebruikelijk in de journalistiek om alle aspecten, eventueel ook de lelijke, te belichten? Een soort ‘hoor en wederhoor’?
_______
Laatste reacties