Beschouw wat nu volgt als ironie. (Dan kun je ineens veel meer uitkramen dan gebruikelijk. Wie zich kapot schrikt van je standpunt of je om dat standpunt een dweil vindt, verwijs ik daarheen: het is ironie, dat zie je of je ziet het niet. En als je het niet ziet dan kijk je niet goed. Logisch.)
De parlementaire democratie hoort, zonder dat we het gemerkt hebben, tot het verleden. Het begrip zelf was gebaseerd op de maatschappelijke verhoudingen van de negentiende eeuw: het land werd als vanzelfsprekend bestuurd door de adel en door alles dat er op leek, met name de geldadel en de intellectuele elite. Tot haar verrassing mocht de rest van de bevolking opeens zeggen wie van die kringen officieel tot staatsman werd gepromoveerd en daarmee in het parlement terecht kwam. De vorming van de regering was (en is nog altijd) voorwerp van interne discussie. We zijn hier niet in Amerika waar ze het een goed idee vinden om de buschauffeur en de schoorsteenveger bij referendum te kiezen. Maar vervolgens wel de hoogste leiding van het land in handen te geven aan de meestbiedende.
Volgende week alweer hebben we het onzinnigste referendum dat ooit door de onzinnige referendumwet werd mogelijk gemaakt: het referendum over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Als er voldoende mensen naar de stembus gaan die geen idee hebben van wat een associatieverdrag is, bij het lezen van de tekst zich al verslikt zouden hebben in de derde regel en al helemaal niet weten waar Oekraïne ergens ligt, dan stemt Nederland nee tegen het al aangenomen associatieverdrag. (De volgende dag twitteren de neestemmers dat ze het een vuile truc van de PvdA vinden dat ze bij het referendum niet op Wilders konden stemmen.)
En als het parlement dan zegt: bedankt voor het advies, maar wij vinden het beter het verdrag wel te sluiten, dan is de beer los – dan is de democratie in Nederland volledig failliet.
En dat is precies waar we naartoe moeten. Zodat we de democratie kunnen moderniseren.
‘One man, one vote’ was al inhoudelijk onnauwkeurig – waar zijn de vrouwen? – het is ook onzin, en schadelijk voor het land. Het suggereert dat iedereen in het land mag meestemmen, ook degenen die helemaal niet weten hoe onze staatsinstellingen in elkaar zitten en hoe de politiek werkt (en nu eenmaal moet werken – de Johan Cruijff van de politie, Joop den Uyl, zei het al: ‘politiek is de kunst van het haalbare’. Leg dat maar eens uit aan een nee-schreeuwer van GeenPeil.) En dus de politiek als zodanig verwerpen – en vervolgens gaan stemmen op degene die iets roept dat de mensen bekend voorkomt uit het café en van bruiloften en partijen.
Natuurlijk is het niet nodig de Grondwet en/of de Kieswet te wijzigen. Een paar kleine tijdelijke maatregelen zijn voldoende.
1. Iedereen die komt stemmen voor bijvoorbeeld de Tweede Kamer moet, alvorens naar de stemmachine te mogen wandelen, een kort examen doen over parlement en politiek. Wie niet slaagt mag niet stemmen.
2. Om totale verwarring over tal van onderwerpen te voorkomen wordt drie maanden vóór de verkiezingen het gebruik van Twitter, Facebook, LinkedIn en zo nog het een ander, verboden. Dat is geen ingreep in de vrijheid van meningsuiting – die bestond immers ook al in alle opzichten vóór dat illustere drietal zijn intrede deed – maar een maatregel om de verkiezingen ordelijk te laten verlopen.
Overwogen kan worden om voorwaarden op te stellen voor het openen van een account op een ‘sociaal medium’, zodat misleiding door anonimiteit, zoals tegenwoordig eerder regel dan uitzondering is, minstens enigszins wordt ingedamd.
Hoewel, een paar ironische tweets moeten natuurlijk altijd kunnen. Maar dat is cabaret en geen politiek.
________