Deze week zag ik op tv een stukje van de plechtigheden rond de opening van de expositie van werken van Jeroen Bosch in Den Bosch. Ik zag een bisschop in de Sint Jan in een strooien preekstoel een raar verhaal ophangen, ik zag een burgemeester in diezelfde strooien preekstoel en nog raarder verhaal ophangen en toen ging koning Willem, die een geeuw nauwelijks had weten te onderdrukken, naar buiten voor het bedrijven van zijn core business, handjes schudden en poseren voor selfies.
Waren de bisschop en de burgemeester al heel surrealistisch in de (vermeende) stijl van die arme Jeroen, ze werden zwaar overtroefd door de koning, die hartig ging huggen met Al B. en Kraantje Pappie (of hoe die man ook heet) onder toezicht van Boudewijn de Groot, die tenslotte een lied heeft geschreven waarin de term ‘Circus Jeroen Bosch’ voorkomt, maar dat verder slechts in de verte iets met de werken van de schilder te maken had – voorzover we weten wat er wel en niet iets te maken zou kunnen hebben met de geheimzinnige schilderijen van Bosch, die in zijn eigen tijd vermoedelijk, net als nu buiten de rijkserkende kring van kunstkenners, voor gek versleten werd.
Ze hadden de bouwers van carnavalswagens opdracht gegeven enkele figuren van Bosch’ schilderijen in gekauwd papier tot leven te brengen in de straten van de Brabantse hoofdstad en intussen was me één ding duidelijk geworden: door het genereren van zoveel mogelijk kabaal en andere publiciteit was het aantal bezoekers aan de tentoonstelling zo hoog mogelijk opgekrikt. Inmiddels zijn online al honderdduizend kaartjes verkocht – dat is al zowat 1200 bezoekers per dag, dus de kosten zal het museum er wel uit hebben. Het cijfer maakt dat ik denk: daar hoef ik dus niet heen.
Want die schilderijen zijn prachtig, zoals alle schilderijen prachtig en veelzeggend zijn van mensen die zo kierewiet zijn dat ze zich niet normaal kunnen uiten. Maar via een dikke haag nattige, geurige en lawaaiige medekijkers kan ik ze niet echt zien zoals god bevolen heeft – ooit bezocht ik in het Stedelijk Museum in Amsterdam een expositie van werken van Picasso, ik schrik daar nog altijd wel eens natbezweet wakker van. Niet van de schilderijen maar van het zich voor de werken verdringende publiek.
Een tip (al eerder maakte ik er melding van): ga kijken in de Sint Jacobskerk in Den Bosch, daar hangen alleszins aanvaardbare kopieën van ál het werk van Bosch, inclusief ‘De tuin des lusten’, het magnum opus van Bosch dat Madrid niet uit mag. (De ook architectonisch interessante Sint Jacobskerk is te vinden aan het Jeroen Boschplein, 400 meter van de Sint Jan.)
De koning en zijn illustere gezelschap waren intussen te voet onderweg naar het museum en daar voltrok zich nog een wonder, want ZM kwam Ali B. nog een keer tegen, die toen al onder een parasol het Wilhelmus stond te zingen, of het volkslied van Den Bosch, daar wil ik af zijn.
Daarna opende de koning de tentoonstelling met een enorme gouden hooivork.
Die staat nu hoop op Villa Eikenhorst naast de pleepot van het pleepotpleuren van een paar koninginnedagen geleden.
Over surrealisme gesproken.
_________
De Tuin der Lusten van Jeroen Bosch (bovenste illustratie) Bron: Wikipedia/Prado Museum Madrid
________
Laatste reacties